[scheikunde] chemisch rekenen

Ponne

Hallo,

ik heb een vakantietaak gekregen en ben er al een hele tijd mee aan het klooien. Ik krijg hem maar niet opgelost. Ik heb een aantal vragen kunnen oplossen, maar bij de overige vragen staat of iets met "%" of iets met temperatuur en ik heb geen idee hoe ik dat moet oplossen. Ik zou vandaag bijles daarover krijgen, maar ik moet naar het ziekenhuis en heb dus moeten afzeggen. Nu wou ik vragen ik jullie mij op weg willen helpen.

1. Lucht bestaat voor 21% uit zuurstof. Bereken het aantal zuurstofmoleculen in 1,0l lucht bij 0°C en 1013 hPa.

--> Ik denk dat ik bij deze vraag dan iets met het getal van Avogadro moet doen maar ik weet niet of de druk en temp. gelijk zijn. En er staat een % in en ik weet niet hoe ik dat moet doen.

2. Welk is het volume van 25,0 g H₂ - gas onder normale omstandigheden? Hoeveel bedraagt de volumetoename als de temperatuur 25°C bedraagt?

--> Dan moet ik dus eerst het volume berekenen, maar daar moet ik toch het aantal mol voor weten en dat heb ik toch niet, want dat is toch met de formule: molaire gasvolumein l/mol (V_m) = Volume (V)/ hoeveelheid stof in mol (n)? En stel dat ik het volume heb, dan moet ik met die temperatuur en ik weet niet wat ik dan moet doen.

3. Bereken de molmassa van een glas als 560cm³ een massa heeft van 1,55g bij normale omstandigheden.

--> dan moet ik dus de molmassa berekenen en ik weet dat de formule er M=m/n van is maar hoe kan ik er nu achter komen wat n is? Ik dacht eerst met N=n. N_A (getal van avogadro) maar dan weet ik het aantal deeltjes (N) toch niet? Ik had ook gekeken om de kubieke cm om te zetten en daar kwam ik dan 560 ml voor uit maar daar hield mijn berekening weer mee op.

4. Bereken de massa van 35,0 l C₄H₁₀ bij 26°C en 130 kPa? Hoeveel moleculen zijn dit?

--> Hier wist ik niet eens hoe ik moest beginnen ik heb het volume en ik kan de molaire massa wel berekenen, maar meer heb ik toch niet? of moet ik soms het volume omzetten in gram [als dat gaat]? of is het iets met de temperatuur, maar dat snap ik niet?

5.Hoeveel gram bevindt zich in 100 ml van 2,0 x 10^-3 mol l^-1 Na₂SO₄ in water?

--> ik had eerst de M berekend daar kwam ik 142 g/mol uit en toen had ik deze formule ingevuld: 2,0 x 10^-3 mol l^-1 x 0,1 l x 142 g/mol = 0.0284 g kan dit kloppen --> ik had deze formule van een internetsite, omdat ik anders niet wist welke formule ik kon gebruiken.

6. Zoek het aantal g opgeloste stof in 2.0 l NaCl-oplossing van 11,7%?

--> ik denk dat dit met de formule van massaconcentratie is dus: massaconcentratie = aantal g opgeloste stof / 100 ml oplossing maar moet ik dan al iets met die 11,7 doen? en ik weet eigenlijk niet precies wat de massaconcentratie is. Verder weet ik het weer niet...

7. Zoek het aantal g opgeloste stof in 3.0 l NaCl-oplossing van 0.10 molair + 2.0 l Bac=Cl-oplossing van 0.20 molair?

--> Hier zat ik meteen met het probleem dat ik niet weet wat ze met molair bedoelen.

8. welke massa CrCl₃ . 6 H₂O is er nodig om 1 liter oplossing te bereiden die 20 mg Cr³⁺/ml bevat?

--> Het enige wat ik hiervan snap is dat ik een massa moet uitkomen, maar ik heb echt geen idee hoe ik hieraan moet beginnen. Ik snap ook niet wat dat laatste betekent Cr³⁺/ml?

9. Bereken de molariteit van een CuSO₄-oplossing met p_s gelijk aan 8.0%?

--> Hier dacht ik dat ik dan de formule p_s = m(g) x 100 / V(ml) = 8.0% maar ik moest ook de molariteit weten dus dat is c = n/V en ik dacht dan kan ik de n berekenen door n = Mxm maar dan weet ik de m niet.

Marjanne

Voor de eerste vier vragen heb je inderdaad het getal van Avogadro nodig.

Verder: probeer het eerst zelf eens m.b.v. de gaswet: pV = nRT.

Noteer hier je berekeningen, dan helpen wij je verder. Ik verwacht dat je zelf vraag 2,3,4 al kunt als je vraag 1 onder de knie hebt.

tjiddles

koop een binas

Ponne

het enige wat ik van de wet van avogadro weet is dat het N = n x N_A is maar als ik dan kijk naar de vraag heb ik alleen N_A omdat dat een vast getal is. en met 1 ding kan ik toch geen formule invullen?

of is n = 1 mol omdat het 0 graden is en 1013hPa??

want als dat zo is dan is het gewoon: 1 x 6.02 x 10²³ mol^-1 = 6.02x10²³ mol^-1 --> zijn dit dan aantal moleculen :S?

En wij hebben de gaswet nooit gezien...

Marjanne

Volgens mij kun je de eerste vier opgaven niet zonder gaswet oplossen. Dus misschien heb je die toch wel gehad, maar was jij op dat moment (fysisch of psychisch) afwezig? De gaswet heet ook de Wet van Boyle-Gay Lussac.

Ik zal de eerste opgave voor je doen. De andere drie moet je dan eerst zelf proberen.

Gaswet: pV = nRT, waarin n het aantal mol gasdeeltjes.

n= pV/RT

Vul de gegeven waarden in:

p= 1013 hPa = 101300 Pa

V = 1 L = 0,001 m³

R = constant: 8,314 JK^-1mol^-1

T = 0 °C = 273,15 K

n = 101300*0,001/(8,314*273,15) = 0,045 mol gasdeeltjes.

Dit zijn (met het getal van Avogadro): 0,045* 6.02 x 10²³ = 0,271*10²³ gasdeeltjes.

21% hiervan is zuurstof. Er zijn dan 21/100 * 0,271*10²³= 5,69*10²¹ deeltjes zuurstof.

Ponne

2. Welk is het volume van 25,0 g H2 - gas onder normale omstandigheden? Hoeveel bedraagt de volumetoename als de temperatuur 25°C bedraagt?

P= 1013 hPa = 101300 Pa

V = ?

R = constant = 8,314 JK-1mol-1

T = 0 °C = 273,15 K

M = 25.0 g

N = m/M = 25.0 g / 2 g/mol = 12.5 mol

V = nRT/p = 12.5 mol x 8,314 JK^-1mol^-1 x 273.15 K / 101300 Pa = 0.28 m³

T2 = 298 K

V2 = nRT/p = 12.5 mol x 8,314 JK^-1mol^-1 x 298 K / 101300 Pa = 0.306 m³

Er is een volumetoename van 0.026 m3.

3. Bereken de molmassa van een glas als 560cm3 een massa heeft van 1,55g bij normale omstandigheden.

V= 560 cm3 = 0.000560 m3

T = 0 °C = 273,15 K

P= 1013 hPa = 101300 Pa

R = constant = 8,314 JK-1mol-1

M = 1.55 g

N = 101300Pax0.000560m3/(8,314 JK^-1mol^-1x273.15K) = 0.025 mol

M = 1.55 g / 0.025 mol = 62 g/mol

4. Bereken de massa van 35,0 l C4H10 bij 26°C en 130 kPa? Hoeveel moleculen zijn dit?

V= 35.0l = 0.035m3

T = 26°C = 299 K

P= 130 kPa = 130000 Pa

R = constant = 8,314 JK-1mol-1

M = 480 + 10 = 58 g/mol

N = 130000Pa x 0.035m³/(8,314 JK^-1mol^-1x 299 K) = 1.83 mol

M= n x M = 1.83 mol x 58 g/mol = 106.14 g

Aantal moleculen:

1.83 mol x 6.02 x 10²³mol^-1 = 1.102 x 10²⁴moleculen

6. Zoek het aantal g opgeloste stof in 2.0 l NaCl-oplossing van 11,7%?

Ps= m(g) x 100 / V(ml)

V= 2.0l = 2000ml

Ps= 11.7%

M(g) = 11.7 x 2000 ml / 100 = 234 g

kan iemand me ook nog een zetje geven bij de laatste 5 vragen?

Fuzzwood

Bij 7: wat is het totaal volume? Molair betekent mol/l

Bij 8: Uiteindelijk wordt gevraagd een concentratie van 20 mg chroom-ionen/ml

Een voorbeeld: ik kiep 142 mg natriumsulfaat in 10 ml water. Ik heb nu 1 mmol (duizendste van een mol) natriumsulfaat opgelost in water. 1 mol natriumsulfaat bevat 2 mol natrium-ionen. Ik heb dus een 0,2 mmol/ml natrium-oplossing gemaakt. Die bevat 4,6 mg Na⁺/l

Marjanne

De opgaven met de gaswet (2 t/m 4) zijn prima gedaan. Heb je deze wet niet toch een keer gehad op school ???

Bonzai

Is dit niet eerder fysica dan chemie

?

Marjanne

Dat geeft maar weer aan dat alles chemie is en hoe breed georiënteerd wij chemici wel zijn...

Back on topic a.u.b.

-Ki-

Iets wat ik me hierbij afvraag... (hopelijk verward dat ponne niet nog meer):

hoe weet je dat 21% hier mol% is? En niet m% of vol%? Ok, vol% en mol% zal wel equivalent zijn bij gassen, dus laat ik mijn vraag veralgemenen: welk soort % wordt over het algemeen bedoelt, als je dit niet uit de context kunt afleiden?

Marjanne

In dit geval is het eigenlijk vol-%.

De gaswet geldt eigenlijk voor een ideaal gas. Maar bij deze berekeningen ga je er vanuit dat het gas (lucht dus) ideaal is.

Voor beide (lucht en de zuurstof in de lucht) zijn de R, V en T gelijk.

De p van zuurstof is 0,21 * de p van lucht. Daaruit volgt dat het aantal deeltjes zuurstof ook 0,21 * het totaal aantal deeltjes in de lucht is.

In dit geval maakt het dus niet uit of het percentage het percentage deeltjes of vol-% is.

Ponne

7. Zoek het aantal g opgeloste stof in 3.0 l NaCl-oplossing van 0.10 molair + 2.0 l NaCl-oplossing van 0.20 molair?

C1= 0.10 mol/l

C2= 0.20 mol/l

V1= 3.0 l

V2= 2.0 l

M= 58.5 g/mol

N = c x V = 0.10 mol/l x 3.0l = 0.3 mol

N2 = c x V = 0.20 mol/l x 2.0l = 0.4 mol

M1 = n x M = 0.3 mol x 58.5 g/mol = 17.55 g

M2= n x M = 0.4 mol x 58.5 g/mol = 23.4 g

17.55 g + 23.4 g = 40.95 g

klopt dit dan zo?

Fuzzwood

Yup

. En als ik mag mierenneuken over significante cijfers: 41 g Afbeelding

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[scheikunde] chemisch rekenen

[scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen

Re: [scheikunde] chemisch rekenen