Precies daar kwam die dus vandaan, die 0,5155 mol kwamen dus uit die 10,01 gram (of ml, maakt het makkelijker).tienusbloop schreef: Oke ik zat gewoobn de hele tijd de verkeerde te vergelijken.
Jullie helpen me echt hiermee, heel erg bedankt daarvoor!!
Ik ga nu even verder proberen de vragen op te lossen
4) Hoeveel mol chloor zit er dan in 100 ml? Die hebben we dan al beantwoord. 0.5115 M. Ik vraag me alleen af of ik nog iets met mijn 10.01 gram bleekwater moet doen??
5) Hoeveel gram chloor is dat nu? ??
Van mol naar gram rekenen.
Mol 1 0.5115
Gram 35,45
35.45 (molmassa) x 0.5115 : 1
= 18.132675
In 100 ml van dat bleekwater zou dus 0,5155 mol/10,01 ml * 100 ml = 5,150 mol zitten. Hoeveel gram is dat? Hou er rekening mee dat in Cl2 2 mol Cl zit. Pas daar dus de molmassa op aan.
Het is heel belangrijk dat je die laatste stappen goed snapt. In feite komt het hier op neer, de getallen slaan verder niet op jouw vraagstuk:
Ik heb een liter water waar ik 1 mol zout in kiep. De concentratie is daarvan: 1M zout. Nu neem ik daar 10 ml uit, en los dit op in 100 ml water:
1 mol/l * 100ml/10ml = 0,1 mol/l
Nu neem ik uit die 100 ml weer 10 ml en los deze in 1 liter water op. 1000ml/10ml = 100. Dat betekent dat ik mijn oplossing zo nog eens 100x verdun. Ik hou dan een concentratie over van 0,001 mol/l.
Je verdunningsfactor met elke keer pipetteren is dus je eindvolume/pipetvolume. Of ook: C1xV1 = C2xV2
Schrijf ik deze om naar C1/C2 * V1 = V2: dan kan ik daarmee dus bepalen welke pipet ik ga nodig hebben.
Schrijf ik hem om naar C1/V2 * V1 = C2: dan kan ik uitrekenen wat mijn concentratie gaat worden na een verdunning.