Wetenschapsforum

Hallo,

Voor een scheikunde practicum moeten wij ijzer verzinken, en vervolgens het rendement daaruit bepalen. Wij hebben gekozen om het rendement te bepalen door uit te rekenen hoeveel elektronen er door de opstelling lopen in de door ons gekozen tijd, en te bepalen hoeveel gram Zn er in theorie dan op de ijzerstaaf neergeslagen zou moeten zijn.

De berekening die wij tot nu toe hebben:

Proef 1 (80ml)

(in gram) Fe (s) Zn (s) Korrel Zn(s) uit oplossing + filterpapier

Voor 2.445 3.017 -

Na (+folie) 2.852 3.410 0.316

Spanning: 3.0V

Stroom: 0.15A - 0.21A

Proef 1:

IJzer 0.001 gram toegenomen

Zink 0.013 gram afgenomen

Klontjes: 0.008 gram

Dus  0.004 gram zink in oplossing achtergebleven

P=U*I

U=3.0 Volt

I= 0.21+0.15/2 = 0.18 Ampère

P=0.54 Watt

P=E/t

E=P*t

P=0.54 Watt

t=2*60s=120 seconde

E=64.8 Coulomb

E/1.602*10^-19 = e

= 4.0449*10^20 e.

In theorie zouden er dus ook 4.0449*10^20 Zn-ionen gereageerd moeten zijn.

1Zn = 65.38u.

4.0449*10^20 * 65.38 = 2.6446*10^22 u

1u = 1.66054*10^-27 kg

2.6446*10^22 * 1.66054*10^-27 = 4.391*10^-5 kg

= 4.391*10^-2 gram = 0.0439 gram Zn zou na de reactie van het zinkstaafje op het ijzerstaafje moeten zitten.

Totaal opgekomen / theoretische berekening *100 = 0.009/0.0439*100 = 20.48%



wij vragen ons af of deze berekening klopt, we zitten een beetje in de knoop met joule / coulomb.

zou iemand dit kunnen controleren, en aangeven wat er evt aan veranderd moet worden?

alvast bedankt!

E=P*t is in eenheden [?] = [W] *

Hier is vraagteken dus [Ws] wat gelijk staat aan [J]oule

Voor lading heb je een andere formule:

Q = I * t

= [A] * [t]

[url=http://nl.wikipedia.org/wiki/Coulomb_(eenheid)]http://nl.wikipedia.org/wiki/Coulomb_(eenheid)[/url] ;)

Helpt je dat verder op weg?

Welke electrolietoplossing hebben jullie genomen voor het electrolytische verzinken van staal? Geef eens de samenstelling op. Met bijvoorbeeld alleen zwavelzuur gaat het niet goed.

Jurn, heel erg bedankt!

De formule die jij gaf hielp zeker, we weten nu zeker dat we de goede berekeningen hebben omdat we ze op aanwijzing van onze docent gecontroleerd hebben met de constante van Faraday.

En hzeil, we hebben een ijzer en een zinkstaafje in een zinkchloride-oplossing gehouden.

Als we het rendement nu berekenen, door middel van (totaal op ijzerstaafje bijgekomen massa)/(berekende hoeveel zink wat op ijzer neer zou moeten slaan volgens berekening) * 100%, vinden we bij beide proeven een rendement van meer dan 100%.. dat is het enige waar we nu nog tegenaan lopen..