[scheikunde] Practicum Titreren Krijt

Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood

Reageer
Berichten: 6

[scheikunde] Practicum Titreren Krijt

Hallo,

Ik heb kort geleden een practicum moeten uitvoeren en vanzelfsprekend moet ik hierbij vragen gaan beantwoorden. Maar helaas kom ik bij de berekening nog steeds niet uit. Kan iemand mij hierbij helpen? Bedankt!

Krijtjes bestaan voor ongeveer de helft uit calciumcarbonaat, de rest is calciumsulfaat en een organische verbinding die dienst doet als bindmiddel. Het gehalte calciumcarbonaat in schoolkrijt kan als volgt worden bepaald. Haal twee erlenmeyers met ongeveer nauwkeurig afgewogen hoeveelheid krijtpoeder van ± 0,7 gram. Noteer direct de nauwkeurig afgewogen hoeveelheden.

Doe de volgende handelingen direct in duplo.

Pipetteer 50,0 mL ± 0,100 M H2SO4-oplossing (0,0954 M) in de erlenmeyer met het krijt, dit is een overmaat. Verhit nu de erlenmeyer met het ontstane witte papje en houd de vloeistof een paar minuten tegen de kook aan. Laat het geheel enige tijd afkoelen onder de kraan. Filtreer m.b.v. trechter en vouwfilter in een schone erlenmeyer, spoel het residu driemaal met kleine hoeveelheden gedestileerd water. Titreer het filtraat met ± 0,100 M NaOH-oplossing (0,0976 M). Gebruik fenoftaleine als indicator.

1e meting: *met 0,651 g krijt*

eindstand: 16,45 mL

beginstand: 2,75 mL

toegevoegd: 13,7 mL

2e meting: *met 0,651 g krijt*

eindstand: 30,35 mL

beginstand: 16,45 mL

toegevoegd: 13,9 mL

gemiddelde: (13,7+13,9)/2 = 13,8

Vragen:

1. Geef de vergelijking van de reactie van calciumcarbonaat met zwavelzuuroplossing.

CaCO3 + H2SO4 --> CaSO4(s) + H2O + CO2(g) is dit goed?

Vanuit de reactievergelijking is te merken dat de molverhouding van CaCO3 en H2SO4 1:1 staat.

Tijdens de titratie reageert de toegevoegde natronloog met de overmaat zwavelzuur.

2. Hoeveel mmol zwavelzuur was er na de reactie met calciumcarbonaat kennelijk overgebleven?

3. Bereken hoeveel mmol calciumcarbonaat met zwavelzuur heeft gereageerd.

molverhouding staat 1:1, je hebt de molariteit van zwavelzuur =>

50,00 mL x 0,0954 M = 4,77 mmol, dus 4,77 mmol calciumcarbonaat heeft met zwavelzuur gereageerd??

4. Bereken het massapercentage calciumcarbonaat in het gebruikte krijt.

5. Leg uit waarom in plaats van zwavelzuuroplossing geen zoutzuur gebruikt kan worden.

Berichten: 111

Re: [scheikunde] Practicum Titreren Krijt

Vraag 1

Ja dat klopt. je kunt uit deze reactie ook nog zien waarom je moet verwarmen. Dan zal namelijk niet alleen de reactie sneller verlopen maar ook zal alle CO2 uit de oplossing verdwijnen waardoor de reactie aflopend is.

Vraag 2

Je weet uit je titratie hoeveel mol natronloog je hebt toegevoegd om het geheel te neutraliseren. Als je de reactie tussen natronloog en zwavelzuur opsteld kun je uitrekenen hoeveel mol zwavelzuur je nog in je oplossing had zitten. Zoveel mol is er overgebelven na de reactie met het krijt.

Vraag 3

Je weet hoeveel mol zwavelzuur er tijdens de titratie met loog overgebleven is. Je kunt ook uitrekenen hoeveel zwavelzuur je in je oplossing gestopt hebt. Het verschil heeft gereageerd met de krijt. Je weet de verhouding waarin het gereageerd heeft dus weet je ook hoeveel mol calciumcarbonaat gereageerd heeft.

Vraag 4

Het aantal mol van vraag 3 kun je met de molmassa omzetten naar een massa. Je hebt het gewicht van het krijtje dus kun je nu een massapercentage uitrekenen. (Welk deel van het totaalgewicht was calciumcarbonaat?)

Vraag 5

Zouzuur is een gas (HCl) dat is opgelost in water. Bij koken van water kunnen er geen gassen oplossing in het water. Dus ook geen HCl. Deze verdwijnt uit mijn oplossing en daardoor kan ik geen overmaat meer bepalen.

Jasper

Gebruikersavatar
Berichten: 11.177

Re: [scheikunde] Practicum Titreren Krijt

Bij 3 ga je ervanuit dat de totale hoeveelheid zwavelzuur reageert met het krijt. Zou het niet raar zijn dat het verbruik precies zo'n mooie hoeveelheid als 50,00 ml is?

Want je gooit er ineens 50.00 ml zwavelzuur bij. Hoe kun je dan precies weten waar het eindpunt ligt? Zou je volgens voorschrift er 25,00 of 100,0 ml zwavelzuur erbij doen, wordt de hoeveelheid krijt dan ineens ook meer? Volgens jouw redenering wel. Je neemt de hoeveelheid loog namelijk nergens mee in je berekening.

Google ook eens op het begrip: terugtitratie.

Berichten: 6

Re: [scheikunde] Practicum Titreren Krijt

Dag Jasper,

Ik heb dit ff doorzocht, en ik kom uit met deze antwoorden:

Vraag 1

CaCO3 (s) + 2H3O+ (aq) --> Ca2+ + [H2CO3] + 2H2O

Vraag 2

OH- (aq) + H3O+ (aq) --> 2H2O

2 NaOH + H2SO4 --> 2H2O + Na2SO4

verhouding staat NaOH: H2SO4 staat 2:1, hieruit volgt:

13,70 mL (toegevoegde waarde van de 1e meting) x 0,0976 M = 1,337 mmol NaOH

Doordat de molverhouding 2:1 = 1,337/2 = 0,6685 mmol H2SO4

Je houdt dus 0,6685 mmol H2SO4 over.

Vraag 3

calciumcarbonaat : natronloog = 1:1, dus 50,00 mL x 0,0954 M = 4,770 mmol H2SO4

Vraag 4

Hoeveelheid toegevoegde zwavelzuur - hoeveelheid overgebleven zwavelzuur = hoeveelheid weggereageerde zwavelzuur, dus:

4,770 mmol - 0,6685 mmol = 4,102 mmol H2SO4 weggereageerd. Dit komt overeen met 4,102 CaCO3 (molverhouding 1:1)

De molaire massa van CaCO3 = 100,1 g/mol-1

100,1 g/mol-1 x 4,102 mmol = 410,6 mg

410,6 mg/651,0 mg (0,651 g krijt) x 100% = 63,10 %

Gebruikersavatar
Berichten: 11.177

Re: [scheikunde] Practicum Titreren Krijt

3 is nog fout, maar die beantwoord je wel perfect met:

4,770 mmol - 0,6685 mmol = 4,102 mmol H2SO4 weggereageerd. Dit komt overeen met 4,102 CaCO3 (molverhouding 1:1)

g/mol-1 en laat hier de -1. Deze moet je alleen maar gebruiken als je het zou schrijven als g.mol. Dan moet ie er wel bij. De -1 impliceert namelijk dat je 1 door de eenheid eronder deelt: m.s-1 = m/s

Berichten: 6

Re: [scheikunde] Practicum Titreren Krijt

Dag fuzz,

hartstikke bedankt voor je hulp! hopelijk komt het goed uit met deze antwoorden. :D

Reageer