[scheikunde] Proefexamen
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 6
[scheikunde] Proefexamen
Hey
Heb een proefexamen gekregen voor mij voor te breiden op de examens binnenkort
Nu ben ik die aan het oplossen, maar er zijn geen gekende antwoorden.
Ik vroeg me af of iemand is kon controleren of ik goe bezig ben.
Bij toevoeging van kaliumchoride aan een cadmiumnitraat oplossing treedt er:
a) reactie op met drijvende kracht vorming van een gas
b)reactie op met drijvende kracht vorming van een neerslag
c)reactie op met drijvende kracht vorming van zwak elektroliet
d) geen reactie
Ik denk: a)
Bij overgieten van een aluminiumplaatje met een waterstofperoxide oplossing:
a)komt er zuurstof vrij
b)wordt water gevormd
c)gebeurd er niets
d)ander:
Ik denk: b)
In de laatste stap bij de productie van waterstofnitraat wordt er stikstofdioxide gas door water geleid. Hierbij worden er zowel nitraationen gevormd als NO-dampen. Bepaald de maximale concentraite van de salpeterzuuroplossing indien in 5l water 100g stikstofdioxide wordt verbruikt:
Ik had berekend dat dat; 0,43 mol/l moest zijn maar dit lijkt mij zo weinig?
In een reactie wordt A +2B omgezet in C + D. De reactie is van 12 orde tov A en van de 2de orde tov B. Indien de concentraties van beide reagentia 1 M is blijkt de reactiesnelheid ook 1 te zijn. Als A voor 25% is weggereageerd zal:
a)de reactiesnelheid nog steeds hetzelfde zijn
b)ligt de reactiesnelheid tussen 20 en 40 % van de oorspronkelijke snelheid
c)is de reactiesnelheid kleiner dan 20% van de oorspronkelijke snelheid
d)is de reactiesnelheid groter dan 40% van de oorspronkelijke snelheid
Ik denk: a)
Hoeveel ml water moet je toevoegen aan 150 ml; 0,25 M HCl om een oplossing te bekomen met een concentratie aan zoutzuur van 0,2 M.
a)26.8 ml
b)37,5 ml
c)18.4 ml
d)ander:
Ik had berekend: d) nl. 30 ml maar ik vermoed dat dit niet klopt
Zwavelzuur is een:
a)sterk en onbestendig zuur
b)zwak en onbestendig zuur
c)sterk en bestendig zuur
d)zwak en onbestendig zuur
Ik denk: d, alhoewel ik nog aan het twijfelen ben of dit geen bestendig zuur is
Voor de bereiding van 0,25 l van een 0,4 molaire koper(II)sulfaatoplossing dient men 50 ml van een geconcentreerde stockoplossing aan te lengen tot 0,25 l. deze stockoplossing werd bereid vertrekkende van de vaste stof CuSO4.5H20. Om 1 l van deze stockoplossing te bereiden moet men:
a)159.5 g vaste stof afwegen
b)195.5 g vaste stof afwegen
c)249.7 g vaste stof afwegen
d)ander:
Ik had berekend: d) nl. 261,72 g
vast natriumsulfiet reageert met H2SO4 (3M). Deze reactie heeft als drijvende kracht:
a)enkel gasvorming
b)enkele neerslagvorming
c)de vorming van een zwak electoliet H2O
d)de vorming van een onbestend, zwak zuur
Ik denk:b)
Oxidatie van metallisch koper:
a)metallisch koper kan nooit geoxideerd worden door HCl
b)om metallisch koper te oxideren dmv een zuur moet dit zuur een oxozuur zijn
c)metallisch koper kan door HCl geoxideerd worden als de concentratie van het zoutzuur zeer hoog is
d)metallisch koper kan door HCl geoxideerd worden indien de temperatuur voldoende hoog is
Ik denk: a)
Bij en temperatuur van 20°C wordt in een kamer met een volume van 100m³ een emmer met 10 liter water geplaast. De dampspanning van water bij deze temperatuur bedraagt 25 mmHg. Na voldoende lange tijd zal de lucht in de kamer verzadigd zijn met water;
a)deze verzadiging kan niet bereikt worden want er is onvoldoende water in de emmer
b)bij volledige verzadiging zal er minder dan 5 liter water in de emmer overblijven
c)bij volledige verzadiging zal er nog 7,5 l water in de emmer overblijven
d) is het volume water in de emmer: ...
Ik denk: d) nl. 0,2 l maar dit lijkt mij te weinig
Ik hoop dat er iemand is die mij kan helpen, wat ben je nauw met oefenen als je niet weet of het juist is
xxxx Noeshie
Heb een proefexamen gekregen voor mij voor te breiden op de examens binnenkort
Nu ben ik die aan het oplossen, maar er zijn geen gekende antwoorden.
Ik vroeg me af of iemand is kon controleren of ik goe bezig ben.
Bij toevoeging van kaliumchoride aan een cadmiumnitraat oplossing treedt er:
a) reactie op met drijvende kracht vorming van een gas
b)reactie op met drijvende kracht vorming van een neerslag
c)reactie op met drijvende kracht vorming van zwak elektroliet
d) geen reactie
Ik denk: a)
Bij overgieten van een aluminiumplaatje met een waterstofperoxide oplossing:
a)komt er zuurstof vrij
b)wordt water gevormd
c)gebeurd er niets
d)ander:
Ik denk: b)
In de laatste stap bij de productie van waterstofnitraat wordt er stikstofdioxide gas door water geleid. Hierbij worden er zowel nitraationen gevormd als NO-dampen. Bepaald de maximale concentraite van de salpeterzuuroplossing indien in 5l water 100g stikstofdioxide wordt verbruikt:
Ik had berekend dat dat; 0,43 mol/l moest zijn maar dit lijkt mij zo weinig?
In een reactie wordt A +2B omgezet in C + D. De reactie is van 12 orde tov A en van de 2de orde tov B. Indien de concentraties van beide reagentia 1 M is blijkt de reactiesnelheid ook 1 te zijn. Als A voor 25% is weggereageerd zal:
a)de reactiesnelheid nog steeds hetzelfde zijn
b)ligt de reactiesnelheid tussen 20 en 40 % van de oorspronkelijke snelheid
c)is de reactiesnelheid kleiner dan 20% van de oorspronkelijke snelheid
d)is de reactiesnelheid groter dan 40% van de oorspronkelijke snelheid
Ik denk: a)
Hoeveel ml water moet je toevoegen aan 150 ml; 0,25 M HCl om een oplossing te bekomen met een concentratie aan zoutzuur van 0,2 M.
a)26.8 ml
b)37,5 ml
c)18.4 ml
d)ander:
Ik had berekend: d) nl. 30 ml maar ik vermoed dat dit niet klopt
Zwavelzuur is een:
a)sterk en onbestendig zuur
b)zwak en onbestendig zuur
c)sterk en bestendig zuur
d)zwak en onbestendig zuur
Ik denk: d, alhoewel ik nog aan het twijfelen ben of dit geen bestendig zuur is
Voor de bereiding van 0,25 l van een 0,4 molaire koper(II)sulfaatoplossing dient men 50 ml van een geconcentreerde stockoplossing aan te lengen tot 0,25 l. deze stockoplossing werd bereid vertrekkende van de vaste stof CuSO4.5H20. Om 1 l van deze stockoplossing te bereiden moet men:
a)159.5 g vaste stof afwegen
b)195.5 g vaste stof afwegen
c)249.7 g vaste stof afwegen
d)ander:
Ik had berekend: d) nl. 261,72 g
vast natriumsulfiet reageert met H2SO4 (3M). Deze reactie heeft als drijvende kracht:
a)enkel gasvorming
b)enkele neerslagvorming
c)de vorming van een zwak electoliet H2O
d)de vorming van een onbestend, zwak zuur
Ik denk:b)
Oxidatie van metallisch koper:
a)metallisch koper kan nooit geoxideerd worden door HCl
b)om metallisch koper te oxideren dmv een zuur moet dit zuur een oxozuur zijn
c)metallisch koper kan door HCl geoxideerd worden als de concentratie van het zoutzuur zeer hoog is
d)metallisch koper kan door HCl geoxideerd worden indien de temperatuur voldoende hoog is
Ik denk: a)
Bij en temperatuur van 20°C wordt in een kamer met een volume van 100m³ een emmer met 10 liter water geplaast. De dampspanning van water bij deze temperatuur bedraagt 25 mmHg. Na voldoende lange tijd zal de lucht in de kamer verzadigd zijn met water;
a)deze verzadiging kan niet bereikt worden want er is onvoldoende water in de emmer
b)bij volledige verzadiging zal er minder dan 5 liter water in de emmer overblijven
c)bij volledige verzadiging zal er nog 7,5 l water in de emmer overblijven
d) is het volume water in de emmer: ...
Ik denk: d) nl. 0,2 l maar dit lijkt mij te weinig
Ik hoop dat er iemand is die mij kan helpen, wat ben je nauw met oefenen als je niet weet of het juist is
xxxx Noeshie
- Berichten: 794
Re: [scheikunde] Proefexamen
Tamelijk zinloos als je er niet bij vertelt waarom je kiest voor een bepaald antwoord.
-
- Berichten: 32
Re: [scheikunde] Proefexamen
Ik zou mij in eerste instantie afvragen of zwavelzuur geen sterk zuur is.
Ik heb mij ook even bezig gehouden met het verdunnen van HCl. 150 ml aan 0.25M geeft volgens mij 0.0375 mol. Deze hoeveelheid HCl blijft aanwezig, hoeveel water je ook toevoegt. Met het aantal mol en de gevraagde molariteit kan je gemakkelijk narekenen hoeveel ml er uiteindelijk moet zijn en... het antwoord staat er weldegelijk tussen (vergeet niet om 150 ml af te trekken van je resultaat).
In het vraagstuk over de kopersulfaat denk ik niet dat het juiste antwoord erbij staat. De molaire massa is 249.7 g/mol. Voor de rest moet je enkel proberen berekenen wat de molariteit is van de stock. Dan weet je ook meteen hoeveel mol in 1l zit en moet je enkel nog vermenigvuldigen met bovenstaande MM.
Als laatste wil ik het nog hebben over het koper en het zoutzuur. Als je Cu wil oxideren moet de Cl reduceren. Dat is niet mogelijk want -1 is al de laagste oxidatietrap van Cl. Je antwoord is dan ook juist maar ik hoop dat je nu ook weet waarom.
De andere vraagstukken laat ik aan een collega...
Ik heb mij ook even bezig gehouden met het verdunnen van HCl. 150 ml aan 0.25M geeft volgens mij 0.0375 mol. Deze hoeveelheid HCl blijft aanwezig, hoeveel water je ook toevoegt. Met het aantal mol en de gevraagde molariteit kan je gemakkelijk narekenen hoeveel ml er uiteindelijk moet zijn en... het antwoord staat er weldegelijk tussen (vergeet niet om 150 ml af te trekken van je resultaat).
In het vraagstuk over de kopersulfaat denk ik niet dat het juiste antwoord erbij staat. De molaire massa is 249.7 g/mol. Voor de rest moet je enkel proberen berekenen wat de molariteit is van de stock. Dan weet je ook meteen hoeveel mol in 1l zit en moet je enkel nog vermenigvuldigen met bovenstaande MM.
Als laatste wil ik het nog hebben over het koper en het zoutzuur. Als je Cu wil oxideren moet de Cl reduceren. Dat is niet mogelijk want -1 is al de laagste oxidatietrap van Cl. Je antwoord is dan ook juist maar ik hoop dat je nu ook weet waarom.
De andere vraagstukken laat ik aan een collega...
-
- Berichten: 6
Re: [scheikunde] Proefexamen
Bedankt voor de moeite, je bent een grote hulp
xxx
Noeshie
xxx
Noeshie
-
- Berichten: 2.337
Re: [scheikunde] Proefexamen
Welk gas denk je dat hier gevormd wordt? Lijkt me een wilde gok.Bij toevoeging van kaliumchoride aan een cadmiumnitraat oplossing treedt er:
a) reactie op met drijvende kracht vorming van een gas
b)reactie op met drijvende kracht vorming van een neerslag
c)reactie op met drijvende kracht vorming van zwak elektroliet
d) geen reactie
Ik denk: a)
Bij zulke vragen schrijf je best eens een reactievergelijking op.
Argumentatie? Gewoon antwoorden geven doen we hier nooit.Bij overgieten van een aluminiumplaatje met een waterstofperoxide oplossing:
a)komt er zuurstof vrij
b)wordt water gevormd
c)gebeurd er niets
d)ander:
Ik denk: b)
De formule die je voor zulke vraagstukken moet gebruiken is.Hoeveel ml water moet je toevoegen aan 150 ml; 0,25 M HCl om een oplossing te bekomen met een concentratie aan zoutzuur van 0,2 M.
a)26.8 ml
b)37,5 ml
c)18.4 ml
d)ander:
Ik had berekend: d) nl. 30 ml maar ik vermoed dat dit niet klopt
Cg/Cv=Vv/Vg (g=geconcentreerd v= verdund)
Zwavelzuur is een sterk zuur. Het heeft een pKa waarde kleiner dan 1.Zwavelzuur is een:
a)sterk en onbestendig zuur
b)zwak en onbestendig zuur
c)sterk en bestendig zuur
d)zwak en onbestendig zuur
Ik denk: d, alhoewel ik nog aan het twijfelen ben of dit geen bestendig zuur is
Wat bedoelt men met een bestendig zuur? nooit van gehoord.
Terug de Cg/Cv=Vv/Vg formule dan de concentratie omrekenen naar aantal mol en dan mol omzetten naar gram.Voor de bereiding van 0,25 l van een 0,4 molaire koper(II)sulfaatoplossing dient men 50 ml van een geconcentreerde stockoplossing aan te lengen tot 0,25 l. deze stockoplossing werd bereid vertrekkende van de vaste stof CuSO4.5H20. Om 1 l van deze stockoplossing te bereiden moet men:
a)159.5 g vaste stof afwegen
b)195.5 g vaste stof afwegen
c)249.7 g vaste stof afwegen
d)ander:
Ik had berekend: d) nl. 261,72 g
Dat is echt puur gokken, welke neerslag zou hier nu kunnen gevormd worden?vast natriumsulfiet reageert met H2SO4 (3M). Deze reactie heeft als drijvende kracht:
a)enkel gasvorming
b)enkele neerslagvorming
c)de vorming van een zwak electoliet H2O
d)de vorming van een onbestend, zwak zuur
Ik denk:b)
Hiervoor moet je de standaard redox potentialen eens bekijken.Oxidatie van metallisch koper:
a)metallisch koper kan nooit geoxideerd worden door HCl
b)om metallisch koper te oxideren dmv een zuur moet dit zuur een oxozuur zijn
c)metallisch koper kan door HCl geoxideerd worden als de concentratie van het zoutzuur zeer hoog is
d)metallisch koper kan door HCl geoxideerd worden indien de temperatuur voldoende hoog is
Ik denk: a)
Je antwoord kan perfect kloppen. Waarom zou geen 9,8 liter water kunnen verdampen? Als ik tijd (en zin ) heb zal ik het even narekenen.Bij en temperatuur van 20°C wordt in een kamer met een volume van 100m³ een emmer met 10 liter water geplaast. De dampspanning van water bij deze temperatuur bedraagt 25 mmHg. Na voldoende lange tijd zal de lucht in de kamer verzadigd zijn met water;
a)deze verzadiging kan niet bereikt worden want er is onvoldoende water in de emmer
b)bij volledige verzadiging zal er minder dan 5 liter water in de emmer overblijven
c)bij volledige verzadiging zal er nog 7,5 l water in de emmer overblijven
d) is het volume water in de emmer: ...
Ik denk: d) nl. 0,2 l maar dit lijkt mij te weinig
-
- Berichten: 32
Re: [scheikunde] Proefexamen
Ik heb ook nog nooit gehoord van bestendige en onbestendige zuren. Heb je daar geen definitie van?
In verband met de kamer... probeer eens de algemene gaswet uit te schrijven.
Je zoekt dus een aantal mol water. De druk kan je dan best omzetten naar atm en het volume van de kamer naar liter. Je zet de temperatuur in Kelvin en voor de algemene gasconstante R gebruik je 0.08206.
Dit is mijn argumentatie om eerder antwoord c aan te raden.
In verband met de kamer... probeer eens de algemene gaswet uit te schrijven.
Je zoekt dus een aantal mol water. De druk kan je dan best omzetten naar atm en het volume van de kamer naar liter. Je zet de temperatuur in Kelvin en voor de algemene gasconstante R gebruik je 0.08206.
Dit is mijn argumentatie om eerder antwoord c aan te raden.
-
- Berichten: 723
Re: [scheikunde] Proefexamen
Zou het kunnen dat een niet bestendig zuur niet stabiel is, zoals salpeterigzuur bijvoorbeeld? Oplossingen die met andere woorden niet lang kunnen bewaard worden.
-
- Berichten: 1
Re: [scheikunde] Proefexamen
Hoeveel ml water moet je toevoegen aan 150 ml; 0,25 M HCl om een oplossing te bekomen met een concentratie aan zoutzuur van 0,2 M.Noeshie schreef: Hey
Heb een proefexamen gekregen voor mij voor te breiden op de examens binnenkort
Nu ben ik die aan het oplossen, maar er zijn geen gekende antwoorden.
Ik vroeg me af of iemand is kon controleren of ik goe bezig ben.
Bij toevoeging van kaliumchoride aan een cadmiumnitraat oplossing treedt er:
a) reactie op met drijvende kracht vorming van een gas
b)reactie op met drijvende kracht vorming van een neerslag
c)reactie op met drijvende kracht vorming van zwak elektroliet
d) geen reactie
Ik denk: a)
Bij overgieten van een aluminiumplaatje met een waterstofperoxide oplossing:
a)komt er zuurstof vrij
b)wordt water gevormd
c)gebeurd er niets
d)ander:
Ik denk: b)
In de laatste stap bij de productie van waterstofnitraat wordt er stikstofdioxide gas door water geleid. Hierbij worden er zowel nitraationen gevormd als NO-dampen. Bepaald de maximale concentraite van de salpeterzuuroplossing indien in 5l water 100g stikstofdioxide wordt verbruikt:
Ik had berekend dat dat; 0,43 mol/l moest zijn maar dit lijkt mij zo weinig?
In een reactie wordt A +2B omgezet in C + D. De reactie is van 12 orde tov A en van de 2de orde tov B. Indien de concentraties van beide reagentia 1 M is blijkt de reactiesnelheid ook 1 te zijn. Als A voor 25% is weggereageerd zal:
a)de reactiesnelheid nog steeds hetzelfde zijn
b)ligt de reactiesnelheid tussen 20 en 40 % van de oorspronkelijke snelheid
c)is de reactiesnelheid kleiner dan 20% van de oorspronkelijke snelheid
d)is de reactiesnelheid groter dan 40% van de oorspronkelijke snelheid
Ik denk: a)
Hoeveel ml water moet je toevoegen aan 150 ml; 0,25 M HCl om een oplossing te bekomen met een concentratie aan zoutzuur van 0,2 M.
a)26.8 ml
b)37,5 ml
c)18.4 ml
d)ander:
Ik had berekend: d) nl. 30 ml maar ik vermoed dat dit niet klopt
Zwavelzuur is een:
a)sterk en onbestendig zuur
b)zwak en onbestendig zuur
c)sterk en bestendig zuur
d)zwak en onbestendig zuur
Ik denk: d, alhoewel ik nog aan het twijfelen ben of dit geen bestendig zuur is
Voor de bereiding van 0,25 l van een 0,4 molaire koper(II)sulfaatoplossing dient men 50 ml van een geconcentreerde stockoplossing aan te lengen tot 0,25 l. deze stockoplossing werd bereid vertrekkende van de vaste stof CuSO4.5H20. Om 1 l van deze stockoplossing te bereiden moet men:
a)159.5 g vaste stof afwegen
b)195.5 g vaste stof afwegen
c)249.7 g vaste stof afwegen
d)ander:
Ik had berekend: d) nl. 261,72 g
vast natriumsulfiet reageert met H2SO4 (3M). Deze reactie heeft als drijvende kracht:
a)enkel gasvorming
b)enkele neerslagvorming
c)de vorming van een zwak electoliet H2O
d)de vorming van een onbestend, zwak zuur
Ik denk:b)
Oxidatie van metallisch koper:
a)metallisch koper kan nooit geoxideerd worden door HCl
b)om metallisch koper te oxideren dmv een zuur moet dit zuur een oxozuur zijn
c)metallisch koper kan door HCl geoxideerd worden als de concentratie van het zoutzuur zeer hoog is
d)metallisch koper kan door HCl geoxideerd worden indien de temperatuur voldoende hoog is
Ik denk: a)
Bij en temperatuur van 20°C wordt in een kamer met een volume van 100m³ een emmer met 10 liter water geplaast. De dampspanning van water bij deze temperatuur bedraagt 25 mmHg. Na voldoende lange tijd zal de lucht in de kamer verzadigd zijn met water;
a)deze verzadiging kan niet bereikt worden want er is onvoldoende water in de emmer
b)bij volledige verzadiging zal er minder dan 5 liter water in de emmer overblijven
c)bij volledige verzadiging zal er nog 7,5 l water in de emmer overblijven
d) is het volume water in de emmer: ...
Ik denk: d) nl. 0,2 l maar dit lijkt mij te weinig
Ik hoop dat er iemand is die mij kan helpen, wat ben je nauw met oefenen als je niet weet of het juist is
xxxx Noeshie
a)26.8 ml
b)37,5 ml
c)18.4 ml
d)ander:
antwoord B: c1*v1=c2*v2
=> 150*0.25=187.5
0.2
187.5-150=37.5ml