[scheikunde] practische opdracht
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 3
[scheikunde] practische opdracht
goede middag
na het doen van wat proefjes in de les, is de opdracht om het verslag te maken.
eenmaal thuis aangekomen begon ik het nogmaals te lezen en nu kom ik er dus niet meer uit...
ik zal eerst de opdracht formuleren:
Weeg ongeveer 630 mg gekristalliseerd oxaalzuur (H2C2O4 .2H2O ) neukeurig af.
los deze stof op in een maatkolf van 100 mL. pipetteer 25,00 mL van deze oplossing in een erlenmeyer van circa 300 mL. Voeg enkele druppels van de indicator fenolftaleine toe en titreer met de onbekende natronloog tot de kleur juist roze wordt en minstens 30 seconde blijft voor deze weer verdwijnt. lees de buretstand af en bereken het verbruik van de natronloog. voor een duplo bepaling uit en reken verder met het gemiddelde van de verbruikte natronloog.
Vraag:
Bereken nu de molariteit van de natronloog in 3 decimalen neuwkeurig.
gebruikt:
0,639 gram oxaalzuur
21,57 ml NaOH (aq)
Molariteit van de natronloog: 21,57 ml NaOH
Molariteit = Aantal mol/ aantal liter
⦠=⦠/21.57*10-3
Aantal mol =massa/molaire massa
â¦. =â¦.. /40
Molmassa NaOH is gelijk aan 40 g mol-1
ik mis dus nu een waarde om verder te kunnen gaan.
kan iemand mij helpen?
na het doen van wat proefjes in de les, is de opdracht om het verslag te maken.
eenmaal thuis aangekomen begon ik het nogmaals te lezen en nu kom ik er dus niet meer uit...
ik zal eerst de opdracht formuleren:
Weeg ongeveer 630 mg gekristalliseerd oxaalzuur (H2C2O4 .2H2O ) neukeurig af.
los deze stof op in een maatkolf van 100 mL. pipetteer 25,00 mL van deze oplossing in een erlenmeyer van circa 300 mL. Voeg enkele druppels van de indicator fenolftaleine toe en titreer met de onbekende natronloog tot de kleur juist roze wordt en minstens 30 seconde blijft voor deze weer verdwijnt. lees de buretstand af en bereken het verbruik van de natronloog. voor een duplo bepaling uit en reken verder met het gemiddelde van de verbruikte natronloog.
Vraag:
Bereken nu de molariteit van de natronloog in 3 decimalen neuwkeurig.
gebruikt:
0,639 gram oxaalzuur
21,57 ml NaOH (aq)
Molariteit van de natronloog: 21,57 ml NaOH
Molariteit = Aantal mol/ aantal liter
⦠=⦠/21.57*10-3
Aantal mol =massa/molaire massa
â¦. =â¦.. /40
Molmassa NaOH is gelijk aan 40 g mol-1
ik mis dus nu een waarde om verder te kunnen gaan.
kan iemand mij helpen?
Re: [scheikunde] practische opdracht
Je begint net aan de verkeerde kant van de bepaling, doe eens hetzelfde terwijl je begint met oxaalzuur, daar mis je geen waarde.
-
- Berichten: 3
Re: [scheikunde] practische opdracht
ik geloof dat ik het opgelost
Resultaten stellen van natronloog met oxaalzuur:
Meet resultaat:
Afgewogen hoeveelheid gekristalliseerd oxaalzuur: 639 mg
Verbruikte aantal ml NaOH 1ste titratie:
35,13 - 14,17 = 20,96 ml
Verbruikte aantal ml NaOH 2de titratie:
37,89 - 17,34 = 20,51 ml
Gemiddeld = 20,74 ml
Reken resultaten:
De molariteit van het NaOH is gelijk aan 0,124 molair
___________________________________________________-
Berekeningen:
Stellen van natronloog met oxaalzuur:
Bereken de molariteit van het natronloog in 3 decimalen nauwkeurig.
Om dit uit te rekenen moet ik eerst de molmassa van Oxaalzuur (H2C2O4 .2H2O) berekenen:
Moleculen: Moleculaire massa:
H
= 1,008
C
= 12,01
O
= 16,00
In Oxaalzuur bevinden zich:
6 H moleculen
6 x 1,008 = 6,048
2 C moleculen
2 x 12,01 = 24,02
6 O moleculen
6 x 16,00 = 96,00
6,048 + 24,02 + 96,00 = 126,068
Dus de mol massa van Oxaalzuur is 126,068 u
Met de formule "Aantalmol = massa / molaire massa"kan ik het aantal mol oxaalzuur in de afgewogen hoeveelheid berekenen.
Massa = 0,639 gram
Molaire massa = 126,068 u
Massa / molaire massa geeft: 0,639 / 126,068 = 0,00519
Aantal mol in afgewogen hoeveelheid oxaalzuur: 0,00519
Dit is aantal mol in 100 ml van de oplossing, ik gebruik maar 25 ml dus:
0,00519 x ¼ = 0,00129 mol per 25 ml
Het oplossen van gekristalliseerd Oxaalzuur in water geeft:
H2C2O4 .2 H2O ---> (C2O4)2- + 2(H3O)+
Het oplossen van NaOH in water geeft:
NaOH ---> Na+ + OH -
De daaropvolgende zuur/base reactie is als volgt:
H3O+ + OH- ---> 2H2O
Per mol Oxaalzuur ontstaat 2 mol H3O+
Dus is er ook
2 mol OH- nodig om dit te neutraliseren
0,00129 mol Oxaalzuur is aanwezig in 25 ml. 1 mol Oxaalzuur staat tot 2 mol natronloog dus:
0,00129 x 2 = 0,00258 molair natronloog
Er zou dus 25 ml met 0,00258 molair natronloog nodig zijn om het Oxaalzuur te neutraliseren.
Maar ik heb 20,74 ml natronloog gebruikt, daaruit volg:
Molariteit = aantal mol / aantal liter
Molariteit = 0,00258 / 0,02074
Molariteit van het Natronloog = 0,124 molair
klopt dit?
en Gerard bedankt
Resultaten stellen van natronloog met oxaalzuur:
Meet resultaat:
Afgewogen hoeveelheid gekristalliseerd oxaalzuur: 639 mg
Verbruikte aantal ml NaOH 1ste titratie:
35,13 - 14,17 = 20,96 ml
Verbruikte aantal ml NaOH 2de titratie:
37,89 - 17,34 = 20,51 ml
Gemiddeld = 20,74 ml
Reken resultaten:
De molariteit van het NaOH is gelijk aan 0,124 molair
___________________________________________________-
Berekeningen:
Stellen van natronloog met oxaalzuur:
Bereken de molariteit van het natronloog in 3 decimalen nauwkeurig.
Om dit uit te rekenen moet ik eerst de molmassa van Oxaalzuur (H2C2O4 .2H2O) berekenen:
Moleculen: Moleculaire massa:
H
= 1,008
C
= 12,01
O
= 16,00
In Oxaalzuur bevinden zich:
6 H moleculen
6 x 1,008 = 6,048
2 C moleculen
2 x 12,01 = 24,02
6 O moleculen
6 x 16,00 = 96,00
6,048 + 24,02 + 96,00 = 126,068
Dus de mol massa van Oxaalzuur is 126,068 u
Met de formule "Aantalmol = massa / molaire massa"kan ik het aantal mol oxaalzuur in de afgewogen hoeveelheid berekenen.
Massa = 0,639 gram
Molaire massa = 126,068 u
Massa / molaire massa geeft: 0,639 / 126,068 = 0,00519
Aantal mol in afgewogen hoeveelheid oxaalzuur: 0,00519
Dit is aantal mol in 100 ml van de oplossing, ik gebruik maar 25 ml dus:
0,00519 x ¼ = 0,00129 mol per 25 ml
Het oplossen van gekristalliseerd Oxaalzuur in water geeft:
H2C2O4 .2 H2O ---> (C2O4)2- + 2(H3O)+
Het oplossen van NaOH in water geeft:
NaOH ---> Na+ + OH -
De daaropvolgende zuur/base reactie is als volgt:
H3O+ + OH- ---> 2H2O
Per mol Oxaalzuur ontstaat 2 mol H3O+
Dus is er ook
2 mol OH- nodig om dit te neutraliseren
0,00129 mol Oxaalzuur is aanwezig in 25 ml. 1 mol Oxaalzuur staat tot 2 mol natronloog dus:
0,00129 x 2 = 0,00258 molair natronloog
Er zou dus 25 ml met 0,00258 molair natronloog nodig zijn om het Oxaalzuur te neutraliseren.
Maar ik heb 20,74 ml natronloog gebruikt, daaruit volg:
Molariteit = aantal mol / aantal liter
Molariteit = 0,00258 / 0,02074
Molariteit van het Natronloog = 0,124 molair
klopt dit?
en Gerard bedankt