Wetenschapsforum

Ik moet voor school een practicum uit gaan voeren maar snap er niet zo veel van, zouden jullie mij misschien kunnen helpen?

Het gaat om dit practicum:

Het mengsel natriumcarbonaat en natriumwaterstofcarbonaat bestaat uit 2 zwakke basen. Het doel van deze proef is de concentraties van deze zwakke basen nauwkeurig te bepalen. Dit is mogelijk door titratie met een sterk zuur omdat het verschil in base-sterkte voldoende groot is. Door het verschil in base sterkte reageerd de sterkste base eerst en reageerd de zwakste base pas nadat de sterkste geheel heeft gereageerd.

Wanneer men een oplossing van natriumcarbonaat gaat titreren met zoutzuur zal er een pH-sprong optreden zodra alle carbonaat op is. Er treed een tweede pH-sprong op zodra alle waterstofcarbonaat is omgezet tot H₂CO₃. Dit laatste zuur is echter instabiel en zal uiteenvallen tot het bekende CO₂(aq)+H₂O. Zodra echter de maximale oplosbaarheid van CO₂ wordt overschreden zal de rest van het CO₂ als gas ontsnappen.

Door de juiste keuze van de indicatoren kan men de twee equivalentiepunten bij deze titratie nauwkeurig bepalen. De keuze van de juiste indicator is vrij simpel wanneer je de pH in het eerste equivalentiepunt en de pH in het tweede equivalentiepunt weet. Vandaar dat je thuis eerst de vragen 1, 2 en 3 moet maken.

1. Bereken de pH van een oplossing van 0,10 mol/l NaHCO₃. Deze pH bepaalt de keuze van de indicator voor je eerste equivalentiepunt.

2. Bereken de pH van een oplossing die verzadigt is met opgelost koolstofdioxide. Gebruik tabel 44 Binas en neem T=20 C. Deze pH bepaald de keuze van de indicator voor het tweede equivalentiepunt.

3. Leg uit hoe je tot de keuze van de indicatoren bent gekomen.

Zou iemand mij hier alstublieft mee kunnen helpen?