eiwit
Moderator: ArcherBarry
Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
-
- Berichten: 14
Re: eiwit
Door de aminozuurresidus vooral
Hier treden verschillende interacties op (waterstofbruggen, elektrostatische ...)
om je een voorbeeld te geven: de hydrofobe residu's zullen zich naar binnen keren, weg van de polaire vloeistof waarin het zich bevindt (zoals het celcytoplasma) en omgekeerd zullen de polaire residu's zich meer richten naar de buitenkant.
Je kunt ook eens opzoeken over de alpha-helices en de beta-vouwbladen, dit zijn 2 belangrijke structuren in de secundaire structuur.
Oja je hebt een indeling:
- primaire structuur: de volgorde van de aminozuren
- secundaire structuur: met de alpha-helixen en de béta-vouwbladen
- tertaire structuur: de ordening van de helixen en vouwbladen in de ruimte
en eventueel ook nog een quaternaire structuur door middel van verschillende polipeptiden samen (vb de 4 bij hemoglobine)
Ook bijvoorbeeld tijdens het maken van het eiwit kunnen er specifieke disulfide bruggen geplaatst worden.
Hier treden verschillende interacties op (waterstofbruggen, elektrostatische ...)
om je een voorbeeld te geven: de hydrofobe residu's zullen zich naar binnen keren, weg van de polaire vloeistof waarin het zich bevindt (zoals het celcytoplasma) en omgekeerd zullen de polaire residu's zich meer richten naar de buitenkant.
Je kunt ook eens opzoeken over de alpha-helices en de beta-vouwbladen, dit zijn 2 belangrijke structuren in de secundaire structuur.
Oja je hebt een indeling:
- primaire structuur: de volgorde van de aminozuren
- secundaire structuur: met de alpha-helixen en de béta-vouwbladen
- tertaire structuur: de ordening van de helixen en vouwbladen in de ruimte
en eventueel ook nog een quaternaire structuur door middel van verschillende polipeptiden samen (vb de 4 bij hemoglobine)
Ook bijvoorbeeld tijdens het maken van het eiwit kunnen er specifieke disulfide bruggen geplaatst worden.
-
- Berichten: 269
Re: eiwit
Hartelijk bedankt!
Ik ga even afwijken van mijn oorspronkelijke vraag..
Wat betreft de secundaire structuur, de alfa-helices en beta-vouwbladen
Je hebt toch ook nog tussenstructuren? Namelijk de supersecundaire structuren met vorming van o.a. Griekse sleutelmotieven. Dit geeft dan aanleiding tot vorming van de domeinen van de tertiaire structuur.
Het aantal domeinen en de manier waarop de polypeptideketens zich opvouwen, hangt dit dan af van de AZ-frequentie en de lengte van de AZ-keten? En dit zorgt dan voor een specifieke functie v/h eiwit?
mvg
Ik ga even afwijken van mijn oorspronkelijke vraag..
Wat betreft de secundaire structuur, de alfa-helices en beta-vouwbladen
Je hebt toch ook nog tussenstructuren? Namelijk de supersecundaire structuren met vorming van o.a. Griekse sleutelmotieven. Dit geeft dan aanleiding tot vorming van de domeinen van de tertiaire structuur.
Het aantal domeinen en de manier waarop de polypeptideketens zich opvouwen, hangt dit dan af van de AZ-frequentie en de lengte van de AZ-keten? En dit zorgt dan voor een specifieke functie v/h eiwit?
mvg
-
- Berichten: 14
Re: eiwit
Ik denk dat alles wel afhangt van de aminozuren en hoe deze dus gerangschikt zijn in de ruimte, maar ook modulaties die in de cel zelf gebeuren zoals aanbrengen van specifieke disulfidebindingen, pro-enzym omzetten naar enzym... zullen ook wel van belang zijn.
Men vergelijkt de enzymen vaak als sleutel- slot principe, dit is soms niet altijd correct omdat het enzym bijvoorbeeld van conformatie veranderd na in contact komen met het substraat, de binding met het substraat is dan weer afhankelijk van de aminozuurresidus die zich daar bevinden (opnieuw waterstofbruggen, hydrofobe interacties...).
Het belang van specifieke aminozuursequentie is ook terug te vinden in de antilichamen die een zeer specifieke reactie moeten kunnen geven op het antigeen
Men vergelijkt de enzymen vaak als sleutel- slot principe, dit is soms niet altijd correct omdat het enzym bijvoorbeeld van conformatie veranderd na in contact komen met het substraat, de binding met het substraat is dan weer afhankelijk van de aminozuurresidus die zich daar bevinden (opnieuw waterstofbruggen, hydrofobe interacties...).
Het belang van specifieke aminozuursequentie is ook terug te vinden in de antilichamen die een zeer specifieke reactie moeten kunnen geven op het antigeen