wman2 schreef:Hallo,
hartelijk bedankt. Kan er mij aub ook als laatste uitgelegd worden hoe ze aan de volgende antwoord komen:
Ik weet deze niet zeker, maar hiervoor kan je het Hardy-Weinberg principe gebruiken. Als
A het dominante gezonde allel is, en
a het aangedane recessieve allel is, dan kunnen de frequencies (
f) van beide allelen als volgt worden uitgedrukt voor een populatie:
fAA = p
2
fAa = 2pq
faa = q
2
en geldt ook p+q=1.
De frequentie van een aangedane in deze populatie (
faa) is gegeven, namelijk 1/1600. Dus:
q
2= 1/1600, en q= 1/40.
Als deze twee personen een kind krijgen met de ziekte, moet de vrouw drager zijn. Het kind zal immers altijd 1 gezond allel ontvangen als de vrouw geen drager is.
De kans dat de vrouw drager is, is de frequentie van dragers in deze populatie (
fAa), en deze is 2pq. p=1-q, dus p=39/40. 2pq= 2 x 39/40 x 1/40 = 78/1600.
Het kind moet het recessieve allel
a van de moeder krijgen om aangedaan te zijn, en deze kans in een half. De vader geeft in alle gevallen het recessieve allel door omdat hij er twee heeft.
De uiteindelijke kans dat het kind aangedaan is, is dus: de kans dat de moeder drager is, maal de kans dat zij het recessieve allel doorgeeft, dus: 78/1600 maal een half= 39/1600. Dit getal is ongeveer gelijk aan 1/40, maar niet precies.