[scheikunde] Praktische opdracht

Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood

Reageer
Berichten: 13

[scheikunde] Praktische opdracht

Hallo iedereen, ik post hier omdat mijn vraag mooi aansluit bij deze topic.

opdracht:

Toon kwalitatief/kwantitief additieven aan in alledaagse voedingsmiddelen (geen champagne of lychee)

Kies zelf 3-4 additieven en een methode om ze aan te tonen.

Test deze methode op verschillende voedingsstoffen.

Kleur van de voedingstof mag geen beperking geven in de opsporingsmethode.

Test ook 2 voedingsmiddelen waarin de additieven niet zitten.

beschikbaar materiaal:

-toevoegen van andere chemicaliën

-destillatie (stoom, enkelvoudige, refractie... )

-gloeien in een kroesje

-titreren

-extracties met chloroform, ether, aceton, water, ethanol

- drogen in een droogstoof of via een MgSO4 en dergelijke

- ijsbadje

- scheitrechter

-filtratie

GEEN: electroforese, HPLC of Gas Chromatografie, Spectografie...

tot nu gevonden

Aantonen van benzoëzuur ( benzoic acid) E210.

Extraheer het monster met chloroform.

Scheid de chloroform laag af.

Laat de chloroform verdampen in een schaaltje in een warm waterbad, of via een destillatie opstelling.

Benzoëzuur, indien aanwezig in aanzienlijke hoeveelheid, zal nu verschijnen in de schaal als karakteristieke platte kristallen.

Bij de opwarming hiervan zal de onmiskenbare irriterende geur van benzoëzuur kunnen worden verkregen.

Analoog voor salicylzuur:

Extraheer het monster met chloroform.

Scheid de chloroform laag af.

X volume chloroform die nu salicylzuur bevat + zelfde volume AD, + een speldenkop ijzer aluminium ( iron alum ).

De aanwezigheid zal zichtbaar worden eenmaal de chloroformlaag zich van het water scheid, zal er een paarse kleur in de bovenste laag vormen.

Aantonen citroenzuur:

Door middel van NADH.

Dit is een enzym die in een oplossing zonder citroenzuur de oplossing zal verkleuren.

En kleurloos word bij de aanwezigheid van citroenzuur (word dan omgezet in NAD+).

Dit gebeurd o.a. in de citroenzuur cyclus, ook gekend als de krebs cyclus.

-------

Ik heb al enige tijd online gezocht... Maar praktisch alle methodes hebben te maken met Chromatografie, Spectrografie, Electroforese en dergelijke.

We mogen dit soort toestellen echter niet gebruiken bij deze opdracht.

Volgens mij is enkel de laatste methode er één die selectief en praktisch werkt.

We kunnen het water in bvb sprite laten verdampen.

het restant zal citroenzuur bevatten, dat goed oplost in water.

dan filtreren en aantonen met die enzymen.

Iemand een idee om een E-nummer(benzoëzuur, sorbinezuur, SO2, formaldehyde...) aan kwalitatief of kwantitatief aan te tonen in een

gewoon voedingsmiddel(mayonaise, sprite, gele limonade, groeten, kaas...)?

edit: kan je di-zetmeel glycerol ook aantonen met KI? waarschijnlijk niet maar ik vraag het toch maar.

Gebruikersavatar
Berichten: 6.853

Re: [scheikunde] Praktische opdracht

Ik heb je vraag toch maar even van het origineel uit 2006 afgesplitst. Misschien dat je zo mensen vindt die kunnen helpen.

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 5.238

Re: [scheikunde] Praktische opdracht

benzoic acid determination in google, hit 2

http://www.fsis.usda.gov/PDF/CLG_BSP_01.pdf
Niet geschoten is altijd mis, en te snel schieten vaak ook.
 
Ik ben intelligent want ik weet dat ik niks weet. Socrates

Berichten: 13

Re: [scheikunde] Praktische opdracht

Dit had ik ook zelf tegen gekomen, staat duidelijk in de titel van het document:

... by HPLC

kan iemand me vertellen of de methode om benzoëzuur krystallen te vormen klopt?

wat er mogelijks nog allemaal kan oplossen in chloroform? suikers, kleurstoffen, eiwitten, vetten?

zijn er nog andere stoffen die het violetkleur zouden verklaren indien er geen salicylzuur in zit? of een andere stof die dit zou verhinderen?

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 5.238

Re: [scheikunde] Praktische opdracht

wat voor eigenschappen hebben vetten, eiwitten en koolhydraten?

waar bestaan ze uit, polariteit, structuren, etc

waar lost men olie/vet in op?

waarom lost maltose wel op in water maar zetmeel niet, etc
Toon kwalitatief/kwantitief additieven aan in alledaagse voedingsmiddelen
is asperine een alledaags voedingsmiddel? ik zal niet veel tijd besteden aan salicylzuur

tip chlorofyl kan geëxtraheerd worden door een een suspensie te maken in een filter en te filtreren met een mengsel water- acetonitrile (ik denk 7:3 verhouding maar kan afwijken)
Niet geschoten is altijd mis, en te snel schieten vaak ook.
 
Ik ben intelligent want ik weet dat ik niks weet. Socrates

Berichten: 13

Re: [scheikunde] Praktische opdracht

Bedankt ArcherBarry,

Door je vragen beredeneerd te beantwoorden ben ik een stuk dichter :)

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 5.238

Re: [scheikunde] Praktische opdracht

Even als antwoord op deze mail. Informatie als dit kan anderen in de toekomst ook helpen. ik heb mijn antwoorden in het groen er bij gezet
ArcherBarry,

Zeolietje heeft u deze e-mail verstuurd via http://www.chemieforum.nl/forum/index.php.

Hey, m'n oorspronkelijke vraag was eigenlijk wat er nog zou opgelost zitten in m'n chloroform, met dan maar enkele elementen die in me opkwamen erna.

je hebt het docentaal afgehandeld ;) me doen denken. Leerrijker dan pap-klare antwoorden, bedankt, hieronder volgt een redenatie

Normaal gezien lossen polaire stoffen goed in op in een polaire oplossing.

Vetten zijn niet oplosbaar in water. Ik ken de algemene formules niet van vetten, maar ik weet dat ze zowel apolaire kop hebben en een polaire staart. waarschijnlijk is de structuur zoals in een celmembraan, dat de staarten tegen elkaar liggen, en er dus enkel apolaire delen contact maken.

Door de 3 apolaire vetzuur staarten is een vet molecuul eigenlijk apolair, de polaire glycerol wordt eigenlijk apolair gemaakt doordat alle alcohol groepen gesubsieerd worden met de vetzuren. pas bij hydrolisatie van de ester binding met het vetzuur komt er een stukje polairiteit terug. Hierdoor lost olie en vet goed op in (sterk) apolaire oplosmiddelen als...



maltose is glucose-glucose, dimeer terwijl zetmeel polymeer is, het verschil van polariteit tussen zetmeel en maltose kan ik moeilijk inschatten.

Ligt het verschil nu enkel in 'de lengte' van de molcule, of doordat de lengte de polariteit invloed.. weet ik niet meer.



Suikers (kleine sachariden) hebben redelijk veel polaire koppen. Bij polimerisatie tot zetmeel ontstaat er bij amylose een helix, de binnenkant van deze helix wordt betrekkelijk apolair. Daarnaast slaan planten zetmeel op in compacte granules, bij koken knappen deze granules open en komt het zetmeel er uit. De oplossing wordt dan ook erg viskeus, als 96% ethanol toe wordt gevoegd tot een uiteindelijke concentratie van ongeveer 20% vol, dan slaan alle polysacharieden met een polimerisatie van >10 neer.


en eiwitten zijn enorm lange structuren, aminozuren en peptides.

maar er bestaan eiwitten die oplosbaar zijn in water, dus het hangt enkel af van polariteit.

Eiwitten zijn niet zozeer lang, maar vaak opgevouwen als bolletjes (plantaardige). deze bollen hebben vaak een polair oppervlak met apolaire delen. Echter geld niet alleen het spel van polairiteit. de vorm van de eiwitten wordt namelijk ook gestabiliseerd door zwavelbruggen en wat men noemt electrostatische interacties. Deze electrostatische interacties zijn afhankelijk van de pH waar de eiwitten in zitten opgelost. kijk maar of je iets kunt vinden waarmee je eiwitten kan laten neerslaan. IEP...



Chloroform is vrij apolair, maar een klein beetje polair, hoewel ik het niet direct zie in benzoezuur zal het gelijkaardig zijn.

Dus moet ik eigenlijk mezelf afvragen welke stoffen nog apolair zijn in m'n voeding, behalve degene hierboven al zijn beschreven... dan moet ik dus nog die stoffen afscheiden ook, bah

Eigenlijk hoef je dus maar bij 1 soort stof te scheiden met polairiteit. Keukenzout is toch ook een stof? hoe kan je eventuele chloride ionen laten neerslaan?

aspirine:

als dat mag is het spelen met omzetten van esters, ketonen, aldehyden, esters.

eventjes puzzelen en dat moet lukken.

chlorofyl: groene kleurstof dus, dat is inderdaad kort en makkelijk dan.
Niet geschoten is altijd mis, en te snel schieten vaak ook.
 
Ik ben intelligent want ik weet dat ik niks weet. Socrates

Reageer