- De partiële druk van C verlaagt.
- De partiële druk van A verlaagt.
- Het aantal mol A verdubbelt.
- Er gebeurt niets.
C. Het aantal mol verdubbelt? Volgens mij beschik je over te weinig gegevens daarvoor.
En dan, weet ik het even niet meer...
Partieeldruk is ook iets wat in niet alle middelbare scholen behandeld wordt, heb ik de indruk. Verder dan de algemene gaswet pV = nRT gaat men vaak niet.
Hoedanook, als (de c verhhoogt doordat men) n verhoogt (in dit geval) moet volgens de voorgaande formule ook p verhogen, aangezien V constant blijft. Dus meer B, betekent meer A dus een hogere p bij A - wat mogelijkheid B ook uitsluit?
Dus is het antwoord idd. A.
Maar ik vrees dat deze uitwerking niet helemaal klopt...
Enige suggesties?