Moet ik het interpreteren dat ondanks dat de batterij leger wordt, dat het rendement gelijk blijft? Of dat als het vermogen van de batterij slechter wordt (is dat hetzelfde als dat de batterij leger wordt?), dat het rendement dan naar verhouding niet minder wordt -> en dus constant blijft?
Daar staat twee keer hetzelfde. Stel het splijtingsproces levert een vermogen (kernenergie) van 1 W bij een nieuwe batterij, en het elektrisch (nuttig) vermogen zou 0,5 W bedragen (ik noem maar wat), dan is het rendement 50%. Een oudere batterij levert nog maar 0,9 W kernergie, maar het rendement bedraagt nog steeds 50% en het elektrisch vermogen zal dus dalen tot 0,45 W.
In werkelijkheid zou het wel eens niet ondenkbaar kunnen zijn (en gezien de tekst vermoed ik dat dat zo is) dat bij het afnemen van het kernenergetisch proces óók het rendement daalt. Om de opgave niet nodeloos ingewikkeld te maken wordt dat hier uitgesloten.
Tot slot nog even: als ik in Binastabel 25 kijk, zie ik dat nikkel een bèta-straler is; kleiner ioniserend vermogen dan alfa, maar groter doordringend vermogen...waarom stoppen ze een dergelijk element in een pacemaker als de straling aardig goed door een stukje metaal kan doordringen en ook voor forse schade in het lichaam kan zorgen?
In zoverre een misvatting dat het ene deeltje het andere niet is. Dracht is behalve van het te doordringen materiaal ook sterk afhankelijk van de (kinetische) energie van het deeltje. In BINAS staat daarom behalve de soort straling ook de energie van de betreffende deeltjes vermeld. Leg die BINASwaarde maar eens naast een tabel als wat je hier op pag 3 vindt:
http://w3.tue.nl/fil...afscherming.pdf