Nu bespreekt mijn boek een redelijk snelle methoden om dit te bepalen via determinanten (zonder de gebruikelijke manier met eigenwaarden). De Hessiaan heeft bijvoorbeeld de vorm
Dit is op te splitsen in:
Nu bepalen \(\det{(D_1)}\), \(\det{(D_2)}\) en \(\det{(D_3)}\) de definietheid van het betreffende kritieke punt.
Als \(\det{D_i}>0\) voor i=1,2,3 dan is H positief definiet en is het kritieke punt een locaal minimum.
Als \(\det{D_i}>0\) voor alle even i (dus hier i=2) en \(\det{D_i}<0\) voor alle oneven i (dus hier i=1,3) dan is H negatief definiet en dan is het kritieke punt een locaal maximum.
Maar als H indefiniet is, dan is het kritieke punt een zadelpunt. Wanneer is H indefiniet volgens deze methode? Dat kan ik zo snel nergens vinden.
Bedankt!