Ik zou zeggen dat de continue massaverdeling moet worden geïntegreerd. Dat kan uiteraard onmogelijk de bedoeling zijn, daarenboven ontbreken er te veel gegevens daarvoor.Jan van de Velde schreef: ↑di 21 feb 2012, 15:01
(Herkomst: toelatingsexamen juli 2000)
46) Een horizontale plank met massa m=10 kg wordt aan één zijde ondersteund door een scharnier en aan de andere zijde door een elektronische weegschaal (zie figuur).
De afstand tussen beide steunpunten bedraagt 2,00 m.
Op deze plank ligt, zoals aangegeven in de figuur, een persoon van 70,0 kg. De aflezing van de weegschaal bedraagt 47,0 kg.
Op welke afstand van het scharnier bevindt zich het massamiddelpunt van de persoon?
- 1,10 m
- 1,20 m
- 1,30 m
- 1,40 m
Dus kom ik tot de volgende redenering :
De kracht nodig om de plank omhoog te houden, is 5kg * g aan elke kant (het scharnier en de balans).
Dat wil zeggen dat de balans 42 kg van de persoon meet.
Als ik de persoon voorstel als 2 grote puntmassa's : ééntje die op de balans steunt en ééntje die op het scharnier steunt, neemt de balans 42/70 voor haar rekening. Daardoor is het massamiddelpunt naar rechts verschoven ten opzichte van het midden. Omdat de plank 2,00m is en er een verschuiving van 7/70 opmerkbaar is, betekent dat dus 1,20m van het scharnier.
Kan iemand deze redenering bevestigen/ontkrachten of een andere geven, zodat ik kan vergelijken?
Bedankt.