Het betreft een oefening van hoofdstuk 1: stelsels.
42.
Een bioloog heeft voor een experiment met muizen een voedselmengsel nodig dat, buiten andere stoffen, bestaat uit 23g eiwitten, 6,2g vet en 16g vocht.
Hij beschikt over mengsels met de volgende samenstellingen:
- Mengsel A:
- Eiwitten: 20%
- Vet: 2%
- Vocht: 15%
- Mengsel B:
- Eiwitten: 10%
- Vet: 6%
- Vocht: 10%
- Mengsel C:
- Eiwitten: 15%
- Vet: 5%
- Vocht: 5%
______________
Nu, eerst moet een stelsel met 2 of meer vergelijkingen opgesteld worden, waarna een matrix opgesteld moet worden om daarna met het GRT (TI-84+) de oplossingsmatrix te verkrijgen, en zo ook de oplossing.
1) De onbekenden
Er zullen 3 onbekenden zijn die ik a, b en c noem.
a staat de hoeveelheid van mengsel A, uitgedrukt in gram, in het uiteindelijke mengsel
b staat de hoeveelheid van mengsel B, uitgedrukt in gram, in het uiteindelijke mengsel
c staat de hoeveelheid van mengsel C, uitgedrukt in gram, in het uiteindelijke mengsel
2) Het stelsel
Ik kom aan een eerste vergelijking:
En daar nog bij; als je de eerste kiest, zit je wel met 6 onbekenden...vrij veel...?
Ik denk ook dat 23 gelijk is aan een bepaalde factor maal 20% + een (andere?) factor maal 10% + een (nog andere?) factor maal 15%?
Dan nog zit je met 6 onbekenden...
Kan iemand me helpen met de vergelijkingen aub?
-S.