De begindruk is bekend, de hoeveelhei in mol is bekend en omdat de verhouding van de partiële dampspaninngen gelijk is aan de molverhouding, kan ik de hoeveelheden van elk gas in molen uitrekenen.
Nu ga ik vervolgens de druk opvoeren, en reken ik weer de partiële dampspanning van gas A met dezelfde methode. De temperatuur blijft gelijk.
Ook hier kan ik de partiële dampspanningen uitrekenen. De dampspanning van gas A is gelijk want de temperatuur is gelijk gebleven. De partiële dampspanning niet, want de einddruk is hoger. Verhoudingsgewijs zijn er dus minder molen van gas A in de gasfase. Mijn conclusie is dat er dan een deel van gas A is gecondenseerd.
De hoeveelheid daarvan volgt uit de verhoudingsberekeningen van molverhouding en partiële dampspanning.
En dan nu de vragen
- Is de conclusie juist ? (deel van gas A gecondenseerd)
- Volg ik de juiste methode om de hoeveelheid gecondenseerd gas te berekenen ?