[attachment=11717:katrol.png]
vraag 1: Aan een balk zijn twee massaloze katrollen K1 en K2 opgehangen. Over beide katrollen is een koord geslagen. Tussen K1 en K2 hangt aan het koord een losse katrol K3, waaraan massa B is bevestigd. Aan de rechterkant van K2 hangt aan het koord een blok A met een massa van 10,0 kg. Aan de linkerkant van K1 hangt een blok C met een massa van 7,20 kg. We laten het stelsel aan zichzelf over. Blok A daalt dan met een versnelling van 1,00 m/s2..
A. bereken de versnelling van C.
B. Bereken de versnelling van B.
C. Bereken de massa van B
D. bereken de kracht die het stelsel voor en tijdens de beweging van de massa's op de balk uitoefen
- katrol.png (4.54 KiB) 143 keer bekeken
Blok A zal naar beneden gaan ( omdat er in de afbeelding van de som de versnelling naar beneden staat getekend, bij mij dan ) dus dan zal je:
Fs= ma* g - ma *a alleen hier weet ik de versnelling al van.
Bij blok B weet ik nog niks meer weet ook niet of ik die nodig heb om de versnelling van c te berekenen.
en bij Blok C zal dan naar boven gaan, maar dit durf ik niet met zekerheid te zeggen.
Fs = mc* g + mc *a
De uitkomst zal dan :
ma* g - ma *a = mc* g + mc *a
10 * 10 - 10 * 1 = 6 * 10 + 6 * a
90 = 60 + 6a
a = 5 m/s2
Of heb ik het bij het verkeerde eind?
