[scheikunde] Vraag oefening dissociatie evenwicht bepaling hoeveelheid neerslag

mcfaker123

Hoi,

het is waar dat wanneer we bij een dissociatie-evenwicht de concentratie van een van de Ionen in oplossing vermeerdert het evenwicht naar links verschuift waardoor er meer neerslag wordt gevormd dus een lagere oplosbaarheid. Zo kunnen we op voorhand berekenen wat de oplosbaarheid van een stof zal zijn indien men de stof oplost in een oplossing die een bepaalde hoeveelheid van een gemeenschappelijk ion bevat.

Opgave:

"Hoeveel neerslag AgCl wordt er gevormd als de concentratie van de ionen het volgende zijn in een 200ml oplossing:

[Ag+] = 0,5 . 10^-2

[Cl-] = 0,5 . 10^-3 "

Nu veronderstel ik dat het evenwicht er zo uitziet: AgCl ⇔ (Ag+) + Cl-

Nu we weten dat Cl- het "limiterend reagens" is want er is veel minder. We kunnen nu ervan uitgaan dat we 0,5 . 10^-3 M AgCl willen oplossen in het water dat al reeds ( [0,5 . 10^-2] -[0,5 . 10^-3] )M = 0,0045M Ag+ -ionen bevat.

Dus kunnen we zeggen dat de oplosbaarheid daalt, omdat de oplosbaarheid wordt beïnvloedt door toevoegen van een gemeenschappelijk ion, en die daling moeten we zelf op voorhand berekenen. De oplosbaarheid bij 298K is S=1,25.10^-5M. Deze moet nu dalen.

Is mijn gedachte dat de oplosbaarheid moet dalen correct of niet??

Ik heb dan achteraf de nieuwe oplosbaarheid bereken kom ik uit op S=3,55.10^-10

Dus de hoeveelheid neerslag berekenen we als volgt:

(0,5 . 10^-3)

- (3,55. 10^-4)

------------------

5,0. 10^-4 M . 200.10^-2 = 10^-4 mol of 0,142 gram (neerslag)

Is mijn redenering dat de oplosbaarheid moet dalen bij deze oefening correct?

Hartelijk bedankt voor de hulp!!

Fred F.

Is mijn redenering dat de oplosbaarheid moet dalen bij deze oefening correct?

Ik heb geen flauw idee wat je bedoelt.

Lees de opgave nog eens heel goed. Er wordt doodgewoon gevraagd hoeveel AgCl neerslag er gevormd zal worden.

Stel dat er X mol neerslag gevormd wordt dan zijn de resterende concentraties [Ag⁺] = .... - .... = ....

en [Cl^-] = .... - .... = ....

En verder heb je het oplosbaarheidsproduct nodig, uit een tabellenboek zoals Binas.

mcfaker123

Weet u dat als er een overmaat aan een bepaald ion aanwezig is dat dat de oplosbaarheid van een stof kan beinvloeden net als de temperatuur. Er is toch een overmaat aan Ag+ ionen, want 1 mol AgCl lost op tot 1 mol Ag- ionen en 1 mol Cl- ionen. Als we de terugwaartse reactie bekijken is het Cl- ion limiterend. De concentratie van (opgeloste) AgCl is dus 0,5 . 10^-3 M. De rest ( ( [0,5 . 10^-2] -[0,5 . 10^-3] )M = 0,0045M) beschouwen we als overmaat aan ion (of toegevoegd gemeenschappelijk ion) die zorgt voor de daling van de oplosbaarheid, omdat een concentratieverandering in dit geval een concentratievermeerdering rechts van het Ag- ion het evenwicht naar links verschuift waardoor er meer neerslag gevormd wordt.

Fred F.

Zoek nou eerst eens het OPLOSBAARHEIDSPRODUCT Ks van AgCl op in een tabellenboek zoals Binas.

Stel dat er X mol neerslag gevormd wordt, dan zijn daarna de resterende concentraties [Ag⁺] = .... - .... = ....

en [Cl^-] = .... - .... = ....

Vul dat in in de FORMULE voor Ks en los X algebraïsch op.

Jan van de Velde

Er moet helemaal niets dalen of verschuiven ,( tenzij je de oefening niet volledig hebt geplaatst)

Opgave:

"Hoeveel neerslag AgCl wordt er gevormd als de concentratie van de ionen het volgende zijn in een 200ml oplossing:

[Ag+] = 0,5 . 10^-2

[Cl-] = 0,5 . 10^-3 "

hiermee móet bedoeld zijn dat twee afzonderlijke oplossingen met zilver- respectievelijk chloride-ionen worden samengevoegd tot één oplossing waarin aanvankelijk de genoemde concentraties aanwezig zijn. Want (we mogen aannemen dat de concentraties gegeven zijn in mol/L?) 0,5·10^-2 x 0,5.10^-3 = 2,5·10^-6mol²/L²,en dat is beduidend meer dan de tabelwaarde van het oplosbaarheidsproduct voor AgCl.

Als we even doorrekenen voor een liter oplossing, gesteld dat er 0,4·10^-3 mol AgCl-neerslag zou worden gevormd, dan zou er 0,46·10^-2 mol Ag⁺ in oplossing blijven, en 0,1·10^-3 mol Cl^{- .}

0,46·10^-2 x0,1·10^-3 = 4,6·10^-7 mol²/L² , nog steeds veel meer dan de Ks_AgCl, daarmee zijn we er nog lang niet dus.

Aan jou om door te rekenen totdat het bovengenoemd product daalt tot de tabelwaarde. Je ziet dat de relatief hoge concentratie aan Ag+-ionen er inderdaad voor zorgt dat bijna alle chloride-ionen in de neerslag zullen moeten verdwijnen voordat dat product voldoende laag kan worden.

mcfaker123

Hoe komt het dan dat er zulke oefeningen bestaan: "Bereken de oplosbaarheid van AgCl in M als je weet dat het oplosbaarheidsproduct gelijk is aan 1,6.10^-10 in een 0,1M NaCl- oplossing"?

Men ziet dat er een toevoeging van het gemeenschappelijk ion ( hier het Cl- ion uit NaCl) invloed op de oplosbaarheid van AgCl heeft (daling).

De oorspronkelijke opgave ziet er wat ingewikkelder uit dus heb ik het wat uitgewerkt en hier geplaatst, maar zo zag die eruit:

"Je voegt 100ml van een 10^-2 M AgNO³-oplossing toe aan een 100ml van een 10^-3 M NaCl-oplossing. Ontstaat er een neerslag van AgCl? Het oplosbaarheidsproduct van AgCl is 1,6.10^-10. Hoeveel mol slaat er eventueel neer?"

Fred F.

Na zes berichten heb je nog helemaal niets geprobeerd met de suggesties van mij en Jan.

Dus voor de derde keer:

Stel dat er X mol neerslag gevormd wordt, dan zijn daarna de resterende concentraties [Ag⁺] = .... - .... = ....

en [Cl^-] = .... - .... = ....

Vul dat in in de FORMULE voor Ks en los X algebraïsch op.

"Bereken de oplosbaarheid van AgCl in M als je weet dat het oplosbaarheidsproduct gelijk is aan 1,6.10^-10 in een 0,1M NaCl- oplossing"?

Dat los je op een analoge algebraïsche manier op:

Stel dat er X mol AgCl oplost, dan zijn daarna de concentraties [Ag⁺] = ... en [Cl^-] = ... + ... = ....

Vul dat in in de FORMULE voor Ks en los X algebraïsch op.

Het is in beide vraagstukken niet meer dan algebra, dus niet te veel filosoferen want daar bereik je niets mee.

Jan van de Velde

mcfaker123 schreef: ↑za 17 nov 2012, 15:16
Hoe komt het dan dat er zulke oefeningen bestaan: ..//..

Omdat er een verschil is in hoeveel AgCl in zuiver water kan oplossen, of in een vloeistof die van zichzelf al een portie chloride-ionen bevat. Dankzij die oplosbaarheidsconstante kun je in allerlei denkbare gevallen berekenen wat de uiteindelijke situatie qua opgelost/neergeslagen zal zijn.

"Bereken de oplosbaarheid van AgCl in M als je weet dat het oplosbaarheidsproduct gelijk is aan 1,6.10^-10 in een 0,1M NaCl- oplossing"?

Dit is gewoon een belabberd gestelde vraag.

Beter gesteld zou de vraag luiden:

"Bereken hoeveel (mol, gram, whatever) AgCl kan oplossen in een liter 0,1 M NaCl".

En nou verder even ophouden met denken, en gewoon uitvoeren wat FredF suggereert. <

Daarna hetzelfde sommetje nog eens uitvoeren met iets andere getalletjes, bijvoorbeeld een gehalveerde concentratie AgNO₃.

"Je voegt 100ml van een 5,0·10^-3 M AgNO₃-oplossing toe aan een 100ml van een 1,0·10^-3 M NaCl-oplossing. Ontstaat er een neerslag van AgCl? Het oplosbaarheidsproduct van AgCl is 1,6.10^-10. Hoeveel mol slaat er eventueel neer?"

Vergelijk je uitkomsten, mogelijk gaat er dan een lichtje branden voor een richting om te redeneren.

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[scheikunde] Vraag oefening dissociatie evenwicht bepaling hoeveelheid neerslag

Vraag oefening dissociatie evenwicht bepaling hoeveelheid neerslag

Re: Vraag oefening dissociatie evenwicht bepaling hoeveelheid neerslag

Re: Vraag oefening dissociatie evenwicht bepaling hoeveelheid neerslag

Re: Vraag oefening dissociatie evenwicht bepaling hoeveelheid neerslag

Re: Vraag oefening dissociatie evenwicht bepaling hoeveelheid neerslag

Re: Vraag oefening dissociatie evenwicht bepaling hoeveelheid neerslag

Re: Vraag oefening dissociatie evenwicht bepaling hoeveelheid neerslag

Re: Vraag oefening dissociatie evenwicht bepaling hoeveelheid neerslag