Populaire liedjes worden vaak hergebruikt

Moderator: Astro

Reageer
Gebruikersavatar
Berichten: 3.135

Populaire liedjes worden vaak hergebruikt

Hoe veranderde het populaire lied uit de zestiende eeuw in de loop der tijd? Conclusie: als een lied populair is, verandert het ook en als liedjes worden veranderd en opnieuw uitgevoerd, dan is dat een teken van populariteit.


Dat geldt niet alleen voor de liedjes uit de zestiende eeuw die de wetenschapper heeft onderzocht, maar ook voor het populaire lied uit latere tijden en zelfs voor het populaire repertoire van nu, voor hedendaagse populaire muziek. Daarbij wijst de onderzoeker bijvoorbeeld naar de nummers van Memphis Maniacs, Ali B ‘Op volle toeren' en naar Bob Dylan, die nog in dezelfde traditie werkte als 'de minstrelen'. Dylan kopieerde de maniërismen,de melodieën en teksten van anderen, transformeerde ze totaal en maakte ze daarmee tot iets van hemzelf.


Zutphens Handschrift

Een interessante vroege bron van populaire liedjes uit de 16e eeuw is het Zutphens Handschrift uit 1537. Het is een soort schriftje, een album, waarin iemand, kennelijk voor eigen gebruik, in een lastig te lezen handschrift, en in een heel eigenzinnige spelling, een kleine vijftig liedjes heeft verzameld, en daarnaast zestig spreuken.

De wetenschapper deed uitvoerig onderzoek naar het Zutphens Handschrift. Hij vergelijkt twaalf van de in het Zutphens Handschrift opgenomen liedteksten en vergelijkt die met alle bewaard gebleven concordanties: alle teksten die er op een of andere manier mee in verband zijn te brengen. Zo achterhaalde hij welke processen een rol spelen bij het tot stand komen van de liedjes en de relaties tussen de uiteenlopende verschijningsvormen ervan.


Oraliteit

De wetenschapper stelt vast dat concorderende teksten vaak sterke onderlinge verschillen vertonen. De oorzaak daarvan is zeker bij 'oude' teksten moeilijk te achterhalen. Moderne vakliteratuur geeft daarvoor vaak als verklaring de 'oraliteit'. Populaire liedjes werden gezongen, en zangers leerden ze van elkaar en aan elkaar, en over de veranderingen die zich in processen van mondelinge overlevering voordoen is veel modern onderzoek beschikbaar.

Maar de onderzoeker laat zien dat ook van teksten met typerende ‘orale kenmerken' - vermoed kan worden dat gebruikers die zich met de pen op papier met de teksten hebben bezig gehouden. Hij signaleert al dan niet geslaagde pogingen om liedjes ‘op te frissen', om een eigen stempel op liedjes te zetten, of om met gebruikmaking van fragmenten van bestaande liederen, nieuw repertoire te lanceren. Ook is het niet uit te sluiten dat allerlei liedteksten in allerlei kringen een bestaan hebben gekend als ‘dichtstukjes', die misschien wel in die vorm van verzameling naar verzameling zijn gereisd en onderweg allerlei vormen van bewerking hebben ondergaan.


Stem en pen

De onderzoeker concludeert dan ook dat een principiële scheidslijn tussen oraal en schriftelijk bij populaire liederen uit de late middeleeuwen en later eigenlijk niet is te trekken. ‘Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de door mij onderzochte liedjes niet met de pen op papier tot stand zijn gekomen. Bovendien kunnen ook liederen uit de mondelinge overlevering op ieder moment op de schrijftafel terecht zijn gekomen van gebruikers/bewerkers. Teksten van populaire liedjes zijn in een cultuur die het schrift kent niet óf oraal óf schriftelijk. Het zijn producten van de stem, maar óók van de pen, en wat het aandeel is van de stem en wat van de pen is nauwelijks uit elkaar te houden. Deze liedteksten leven, ze zijn net zo levend als de taal zelf. Hoe meer populariteit ze genoten, des te meer moeten ze gebruikers, zowel in de praktijk van de zang als in verschriftelijkte vorm, hebben weten te boeien en hebben weten uit te dagen. ‘


Lees meer:

Zutphens Liedboek


Wetenschappelijke publicatie:

Jos Houtsma: De stem en de pen.


Bron:

Radboud Universiteit Nijmegen
Heb je interesse in journalistiek? Wij zoeken versterking! Speurwerk, deel van het team, meer weten: klik.

Reageer