[scheikunde] thermietreactie

Snoopy100

Jan van de Velde schreef: ↑do 09 jul 2009, 21:30
13) Bij de zogenaamde thermietreactie wordt vast Fe₂O₃ via een reactie met aluminium omgezet tot Al₂O₃ en ijzer. Veronderstel dat je beschikt over 25,0 g aluminium en 85,0 g di-ijzertrioxide. Gegeven zijn de volgende atoommassa's: O = 16,0; Al = 27,0; Fe = 55,8. Hoeveel gram ijzer kan je maximaal in deze omstandigheden bekomen?

29,7 g

51,8 g

59,5 g

geen van bovenstaande antwoorden is juist

Verborgen inhoud
Antwoord B.

Stel een vraag over deze oefening.

iemand die weet hoe je dit doet?

Ik heb de reactievgl.:

Fe203 + 2Al -> Al203 + 2 Fe

mathfreak

Snoopy100 schreef: ↑zo 30 jun 2013, 11:57
iemand die weet hoe je dit doet?

Ik heb de reactievgl.:

Fe₂O₃ + 2Al -> Al2O₃ + 2 Fe

Uit je reactievergelijking kun je afleiden dat uit 1 mol Fe₂O₃ en 2 mol aluminium 2 mol ijzer ontstaat, dus voor 1 mol ijzer heb je 0,5 mol Fe₂O₃ en 1 mol aluminium nodig. Je weet verder de atoommassa's van ijzer, zuurstof en aluminium, dus kun je berekenen hoeveel gram ijzer er uit 0,5 mol Fe₂O₃ en 1 mol aluminium zal ontstaan. Je weet dat je 25,0 gram aluminium en 85,0 gram Fe₂O₃ hebt, dus hoeveel gram Fe₂O₃ reageert er maximaal met 25,0 gram aluminium, en hoeveel gram ijzer ontstaat daarbij?

Snoopy100

Fe2O3 is het reagens in overmaat; als je alle Al opgebruikt dus 25g bekom je ook 25g Fe (maar dit is fout)

Jan van de Velde

Snoopy100 schreef: ↑zo 30 jun 2013, 13:07
als je alle Al opgebruikt dus 25g bekom je ook 25g Fe (maar dit is fout)

Hoezo zou 25 gram aluminium ook 25 gram ijzer opleveren?

Gezien de reactievergelijkingen zal x mol Al ook x mol Fe opleveren, maar molen zijn nog geen grammen

Snoopy100

Oeps, foutje

Maar dus: Je hebt 25 g Al, dat is 25/27 mol ≈ 1 dus je kan ongeveer 1 mol Fe produceren

en 1 mol Fe komt overeen met 1*55,8 = 55,8

logisch redeneren 1 is eigenlijk kleiner dan 1 -> 0,9 * 55,8= 50,22 dus antwoord B

Jan van de Velde

klopt.

Beresteyn

Nu dit is afgesloten, heb ik nog een korte vraag. Ik heb een hele berekening opgeschreven, waarbij ik werk met de gegevens van aluminium en daarmee kom ik op het goede antwoord uit, B.

Maar nu doe ik dezelfde berekening, maar dan met di-ijzertrioxide en dan kom opeens heel dicht in de buurt van antwoord C (ik heb 59,4 g). Deze berekening staat vind je in de bijlagen.

Waarom verschilt het antwoord, want het maakt toch niet uit met welke stof ik reken, zolang ik me maar houdt aan de juiste molaire massa's en molverhoudingen?

Jan van de Velde

je hebt niet genoeg aluminium ter beschikking (minder dan 1 mol) om die 59 g ijzer (meer dan 1 mol) te laten ontstaan.

Beresteyn

Jan van de Velde schreef: ↑zo 30 jun 2013, 14:28
je hebt niet genoeg aluminium ter beschikking (minder dan 1 mol) om die 59 g ijzer (meer dan 1 mol) te laten ontstaan.

Oh natuurlijk, stom dat ik dat niet direct zag. De bijlage was trouwens te groot, terwijl die maar een grootte van 2,1 MB had, maar die is achteraf niet nodig geweest

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[scheikunde] thermietreactie

thermietreactie

Re: thermietreactie

Re: thermietreactie

Re: thermietreactie

Re: thermietreactie

Re: thermietreactie

Re: thermietreactie

Re: thermietreactie

Re: thermietreactie