[natuurkunde] Trillingen
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 144
Trillingen
Graag hulp met de volgende oefening:
Een massa van 5 kg hangt aan een veer (k=500N/m). De massa wordt op het ogenblik t=0 telkens op een iets andere manier in beweging gebracht:
(hoeksnelheid = 10 rad/s)
Gevr: amplitude en beginfase bij
1) X0= 10cm en v0= 0m/s
2) X0= 10cm en v0= 1m/s
3) X0= -10cm en v0= -1m/s
4) X0= -10cm en v0= 1m/s
1) Deze lukt mij nog: Aangezien de versnelling 0m/s is zal de amplitude 0.1m zijn
0.1sin(10t+φ)=x(t)
0.1*10cos(10*0+φ)=0 -> φ= π/2
2) A*10cos(10*0+φ)=1 (2 onbekenden ik mis nog een formule ?)
Zelfde probleem bij de volgende...
Een massa van 5 kg hangt aan een veer (k=500N/m). De massa wordt op het ogenblik t=0 telkens op een iets andere manier in beweging gebracht:
(hoeksnelheid = 10 rad/s)
Gevr: amplitude en beginfase bij
1) X0= 10cm en v0= 0m/s
2) X0= 10cm en v0= 1m/s
3) X0= -10cm en v0= -1m/s
4) X0= -10cm en v0= 1m/s
1) Deze lukt mij nog: Aangezien de versnelling 0m/s is zal de amplitude 0.1m zijn
0.1sin(10t+φ)=x(t)
0.1*10cos(10*0+φ)=0 -> φ= π/2
2) A*10cos(10*0+φ)=1 (2 onbekenden ik mis nog een formule ?)
Zelfde probleem bij de volgende...
-
- Berichten: 144
Re: Trillingen
Deel 2 is ondertussen gelukt !
Deze 2 vergelijkingen kan ik schrijven:
Asin(φ)=0.1
A*10cos(φ)=1
Hieruit haal ik dan A en φ (0.14m en 0.785 rad/s) wat correct is volgens de boek.
Bij oefening 3 doe ik hetzelfde maar dan krijg ik ook hetzelfde antwoord: in mijn boek staat dat de beginfase = 5pi/4 hoe kom ik hieraan ?
Ook 4 blijft mij een raadsel. (antwoord= 7pi/4)
Deze 2 vergelijkingen kan ik schrijven:
Asin(φ)=0.1
A*10cos(φ)=1
Hieruit haal ik dan A en φ (0.14m en 0.785 rad/s) wat correct is volgens de boek.
Bij oefening 3 doe ik hetzelfde maar dan krijg ik ook hetzelfde antwoord: in mijn boek staat dat de beginfase = 5pi/4 hoe kom ik hieraan ?
Ook 4 blijft mij een raadsel. (antwoord= 7pi/4)
- Pluimdrager
- Berichten: 3.505
Re: Trillingen
Ga uit van x(t) = Asin(ωt+φ) en v(t) = ωAcos(ωt+φ) om bij 3 en 4 het gevraagde antwoord te vinden.
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
-
- Berichten: 144
Re: Trillingen
Ik zal 3 even uitwerken:mathfreak schreef: ↑wo 24 jul 2013, 17:55
Ga uit van x(t) = Asin(ωt+φ) en v(t) = ωAcos(ωt+φ) om bij 3 en 4 het gevraagde antwoord te vinden.
-0.1= A sin(10*0+φ)
-1 = 10*Acos(10*0+φ)
\(10* \frac{-0.1}{ sin(\phi)}cos(\phi) = -1 \)
\( \frac{-1}{ tan(\phi)}=-1 \)
\(tan^{-1}(1)=\phi \)
φ= 0.7853 of π/4 -> dit klopt niet met de oplossing die is 5π/4Wat doe ik fout ?
- Pluimdrager
- Berichten: 6.590
Re: Trillingen
als de antwoorden in je boek gegeven zijn, wat is dan de amplitude bij vraagstuk3 en bij vraagstuk4?
-
- Berichten: 144
Re: Trillingen
De oplossingen voor zoals ze in de boek staan:
Voor 3 -> 0.14 m; 5π/4 rad
Voor 4 -> 0.14 m ; 7π/4 rad
Voor 3 -> 0.14 m; 5π/4 rad
Voor 4 -> 0.14 m ; 7π/4 rad
- Pluimdrager
- Berichten: 2.722
Re: Trillingen
Ik vraag me af of je dit niet kunt/mag oplossen door naar de fase van de trilling te kijken waarvoor in absolute zin geldt: sin φ = cos φ . En dan te kijken wanneer beide zijn >0 (opgave 2) beide zijn <0 (opgave 3) en verschillen van teken bij opgave 4. Het lijkt me dat je dan op de gegeven antwoorden komt. Alleen weet ik niet, ik ben geen wiskundige, of dit zo toegestaan is.Ik zal 3 even uitwerken:
-0.1= A sin(10*0+φ)
-1 = 10*Acos(10*0+φ)
- Pluimdrager
- Berichten: 6.590
Re: Trillingen
de A is volgens mij gelijk aan
\(A=\frac{0,2}{\sqrt{2}}\)
\(-0,1=\frac{0,2}{\sqrt{2}} \cdot \sin \varphi \)
dit gaat over vraagstuk3- Pluimdrager
- Berichten: 2.722
Re: Trillingen
Als ik het uitreken kom ik wel op 0,141m. Dit gerekend naar de arbeid die de veer moet verrichten om de massa met snelheid 1 m/s in de uiterste (A) tot stilstand te brengen.
Ekin = 0,5 mv2 = 0,5 * 5 * 12 = 2,5 Nm.
De arbeid door de veer absoluut: Fdx = kx dx = 0,5 kx2 (voor x tussen x=0,1 en x =A) Nm = 250 (A2 - 0,12 ) Nm
Arbeid = Ekin dus 250 (A2 - 0,12 ) = 2,5 Waaruit volgt dat A = √2 / 10 = 0,141 m afgerond 0,14 m
Ekin = 0,5 mv2 = 0,5 * 5 * 12 = 2,5 Nm.
De arbeid door de veer absoluut: Fdx = kx dx = 0,5 kx2 (voor x tussen x=0,1 en x =A) Nm = 250 (A2 - 0,12 ) Nm
Arbeid = Ekin dus 250 (A2 - 0,12 ) = 2,5 Waaruit volgt dat A = √2 / 10 = 0,141 m afgerond 0,14 m
- Pluimdrager
- Berichten: 6.590
Re: Trillingen
\(A=\frac{0,2}{\sqrt{2}}\)
is toch gelijk aan \(\frac{\sqrt{2}}{10}\)
- Pluimdrager
- Berichten: 2.722
Re: Trillingen
\(A=\frac{0,2}{\sqrt{2}}\)is toch gelijk aan\(\frac{\sqrt{2}}{10}\)
Ja natuurlijk, helemaal gelijk. Ik heb te snel gereageerd, excuses.
- Pluimdrager
- Berichten: 6.590
Re: Trillingen
we zijn tot de constatering gekomen dat voor vraag 2,3 en 4 geldt dat de amplitude
probeer nu eens een tekening te maken van deze trilling
teken een cirkel met het middelpunt in de oorsprong van het xy assenstelsel met als straal =A
laat nu een punt P een eenparige cirkelbeweging doorlopen linksom met de gegeven hoeksnelheid omega
de horizontale projectie van het punt P op de y as geprojecteerd noemen we punt P'
dan zal als we punt P over een hoek van 180 graden linksom langs de cirkel laten gaan de gegevens van punt P'gelijk zijn aan de gegevens van vraagstuk 3 dus wat wordt dan de nieuwe fasehoek bij vraagstuk3?
\(A=\frac{0,2}{\sqrt{2}}\)
bij vraag 2 was de fasehoek gelijk aan \(\frac{pi}{4}rad\)
het gaat hier om een enkelvoudige harmonische trilling langs de y as met als evenwichtsstand y=0probeer nu eens een tekening te maken van deze trilling
teken een cirkel met het middelpunt in de oorsprong van het xy assenstelsel met als straal =A
laat nu een punt P een eenparige cirkelbeweging doorlopen linksom met de gegeven hoeksnelheid omega
de horizontale projectie van het punt P op de y as geprojecteerd noemen we punt P'
dan zal als we punt P over een hoek van 180 graden linksom langs de cirkel laten gaan de gegevens van punt P'gelijk zijn aan de gegevens van vraagstuk 3 dus wat wordt dan de nieuwe fasehoek bij vraagstuk3?
- Pluimdrager
- Berichten: 2.722
Re: Trillingen
Zie je misschien over het hoofd dat tan φ= 1 niet alleen geldt voor π/4 maar ook voor π/4 + nπ ?
Ik zal 3 even uitwerken: .............\( \frac{-1}{ tan(\phi)}=-1 \)................
φ= 0.7853 of π/4 -> dit klopt niet met de oplossing die is 5π/4
Wat doe ik fout ?
-
- Berichten: 144
Re: Trillingen
Ok, nu snap ik het, de tekening verduidelijkt alles!
Dus eigenlijk moet je best eerst de figuur in het eerste kwadrant tekenen en hiermee de hoek en amplitude berekenen (dus X0 en V0 positief).
Daarna kun je dan door logisch na te denken de andere kwadranten oplossen.
Ik zal de tekening ook even posten:
Dus eigenlijk moet je best eerst de figuur in het eerste kwadrant tekenen en hiermee de hoek en amplitude berekenen (dus X0 en V0 positief).
Daarna kun je dan door logisch na te denken de andere kwadranten oplossen.
Ik zal de tekening ook even posten:
Hier zat dus mijn fout!Margriet schreef: ↑ma 29 jul 2013, 11:09
Zie je misschien over het hoofd dat tan φ= 1 niet alleen geldt voor π/4 maar ook voor π/4 + nπ ?