Ik ben bezig met een zwaar meetellende proef voor scheikunde, en ik en de rest van mijn 'team' komen er niet uit.
We moeten door middel van terugtitratie bepalen wat de maximale oplosbaarheid is van soda in water.
Daarvoor doen we eerst een verzadigde oplossing van NaCO3 bij een H2SO4-oplossing (van 0,2 M)
We hebben echter geen idee in welke hoeveelheden we dan moeten denken. (dat is dus vraag 1)
Uit de bovenstaande reactie worden H2O + CO2+ NaSO4gevormd. Ook hiervan hebben we geen idee in welke hoeveelheden... (dat is vraag twee)
Kan iemand ons verlossen
???Alvast bedankt!
Hulpeloze vijfdeklassers
O, de molariteit van de zwavelzuuroplossing is 2M
En de molverhouding van de proef is 1 : 1
