Aan de Universiteit studeer ik Communicatie- en Informatiewetenschappen. Voor het vak Methodologie is het de bedoeling dat ik een opzet van een onderzoek inlever (NB: ik hoef alleen een opzet te bewerkstelligen, niet daadwerkelijk het onderzoek uit te voeren) Het betreft hier een kwantitatief onderzoek, namelijk een experiment. Nu was ik benieuwd naar jullie mening wat betreft de eerste stap van mijn onderzoek:
- Het thema is non-verbale communicatie.
- Probleemstelling:Een groot aantal leerlingen verliest snel haar aandacht en luistert vaak slechts half of niet naar wat de docent vertelt
- Onderzoeksvraag: Luisteren leerlingen beter naar een docent wanneer deze intensief gebruikmaakt van non-verbale communicatie?
- Hypothese: Door het intensief gebruikmaken van non-verbale communicatie door een docent luisteren leerlingen beter naar zijn verhaal
- Globale aanpak van mijn onderzoek:
Om een antwoord te vinden op mijn vraagstelling “Luisteren leerlingen beter naar een docent wanneer deze intensief gebruikmaakt van non-verbale communicatie?” wordt er een experiment verricht. Er wordt in dit experiment gebruikgemaakt van één docent geschiedenis. De proefpersonen weten niet dat ze meedoen aan een experiment, zodat het effect van het gebruik van non-verbale communicatie optimaal gemeten kan worden. De proefpersonen zijn honderdvijftig kinderen van dezelfde leeftijd, namelijk zestien jaar, van drie verschillende niveaus (te weten: VMBO, HAVO en VWO) Elke groep leerlingen heeft ongeveer hetzelfde gemiddelde cijfer voor geschiedenis.
De lessen zullen allemaal plaatsvinden op steeds hetzelfde tijdstip, zodat dat niet een beperkende factor zal zijn in het onderzoek.
De indeling zal zich zo voordoen in het experiment:
Eerste groep: 25 VMBO-leerlingen (12 meisjes, 13 jongens) les zonder intensieve non-verbale communicatie
Tweede groep: 25 VMBO-leerlingen (12 meisjes, 13 jongens) les met intensieve non-verbale communicatie
Derde groep: 25 HAVO-leerlingen (12 meisjes, 13 jongens) les zonder intensieve non-verbale communicatie
Vierde groep: 25 HAVO-leerlingen (12 meisjes, 13 jongens) les met intensieve non-verbale communicatie
Vijfde groep: 25 VWO-leerlingen (12 meisjes, 13 jongens) les zonder intensieve non-verbale communicatie
Zesde groep: 25 VWO-leerlingen (12 meisjes, 13 jongens) les met intensieve non-verbale communicatie
Zoals eerder vermeld, zal de les steeds gegeven worden door dezelfde docent.
Na elk college wordt er een kleine toets afgenomen onder de leerlingen over de stof die naar voren is gekomen in het college. Dit zal voor beide groepen van elk niveau dezelfde stof zijn, zodat dat dat geen interfererende variabele zal zijn. De toetsen zullen ook steeds hetzelfde zijn.
Naar aanleiding van de resultaten van de afgenomen toetsen door beide groepen van elk niveau, kan men kijken of het gebruik van non-verbale communicatie door de docent daadwerkelijk effect heeft op het opletten tijdens het college door de leerlingen.
- Onafhankelijke variabele: het wel of niet gebruiken van non-verbale communicatie door de docent
- Afhankelijke variabele: het beter opletten van leerlingenMij is verteld dat de onderzoeksvraag descriptief is, i.p.v. causaal. Maar ik heb daadwerkelijk geen idee hoe ik dit anders zou moeten formuleren...
Zouden jullie op- of aanmerkingen willen geven na het lezen van het begin van mijn onderzoek? Bij voorbaat heel veel dank!
Groeten, Charlotte
