[scheikunde] Oefening Chemie vraagstuk.

Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood

Reageer
Berichten: 3

Oefening Chemie vraagstuk.

Ik probeer mijn zus te helpen met haar oefeningen chemie.

Bij deze oefening loopt ze echter helemaal vast.

Ze heeft de uitkomsten al wel verkregen van iemand om te controleren.

Het zou echter heel veel helpen om al de tussenstappen te kennen.

Vraagstuk:

Hoeveel gram azijnzuur en hoeveel gram isopentylalcohol moeten minstens samengevoegd worden om 100 gram isopentylacetaat te bekomen?

De reactie heeft een rendement van 45%.

CH3COOH + C5H12O ---> C7H14O2 + H2O

Uitkomst:

102g azijnzuur

151g isopentylalcohol

Alvast bedankt.

Gebruikersavatar
Berichten: 11.177

Re: Oefening Chemie vraagstuk.

100 gram isopentylacetaat (IPAc), hoeveel mol is dat?

Stel dat het rendement 100% is, dan heb je voor 1 mol IPAc 1 mol azijnzuur en 1 mol IPAl nodig. Nu is het rendement bijvoorbeeld 20%, dan heb je voor 1 mol IPAc 5 mol azijnzuur en 5 mol IPAl nodig. Wat wordt het voor 45%?

Nu heb je het aantal mol voor de beginstoffen, hoeveel gram heb je dan van elk nodig?

Berichten: 3

Re: Oefening Chemie vraagstuk.

100 gram IPAc = 1 / 130,19 = 0,0077 * 100 = 0,77

100 gram IPAc is 0,77 mol.

azijnzuur: 60,05196 / 130,19 = 0,46126399877 * 100 = 46,126

IPAI: 88,074 / 130,19 = 0,677 * 100 = 67.650

Rendement: 100 / 45 = 2,2

azijnzuur: 46,126 * 2,2 = 101,477g

IPAI: 67,650 * 2,2 = 148,83g

Dan zou dit het resultaat moeten zijn?

Klopt dit?

Gebruikersavatar
Berichten: 10.559

Re: Oefening Chemie vraagstuk.

Je volgorde is op zijn minst onlogisch te noemen, en bovendien is het tussentijds afronden van de deling 100/45 onverstandig: daardoor kom je op antwoorden die afwijken van het goede.

Laten we de volgorde wat logischer maken. Bij stap 1 heb je uitgerekend met hoeveel mol die gevraagde 100 gram isopentylacetaat overeenkomt. Je weet dan dus hoeveel je moet maken.

De volgende stap zou zijn om uit te rekenen hoeveel beginstoffen je hebt. Eén vastigheidje dat je bij chemische berekeningen altijd hebt is dat stoffen in bepaalde verhoudingen reageren, en dat die verhouding gegeven wordt door de reactievergelijking. Weet je de hoeveelheid van een (of meer) van de betrokken stoffen, dan kun je die van de andere stoffen vaak uitrekenen.

In de volgende stap reken je dus hoeveelheden in elkaar om, en daarbij moet je gebruik maken van het rendement. Immers, als de reactie volledig verloopt, levert 1 mol azijnzuur ook 1 mol isopentylacetaat op, maar nu niet. Let in deze stap, zoals gezegd, op dat je niet afrondt. Dus niet 100/45 = 2.2 en dan verder rekenen, maar gewoon "iets" met 45% (=0.45) doen.

Na deze stap weet je wat de hoeveelheid benodigde isopentylalcohol en azijnzuur is. De laatste stap is om deze hoeveelheden om te rekenen in de bijbehorende massa's. Dat doe je met de molmassa.

Samengevat: Je gebruikt de goede getallen, maar je volgt een onlogische en omslachtige route. Daarmee kom je nu - min of meer toevallig - op min of meer het goede resultaat uit. Maar dat garandeert helaas geen goede afloop bij een volgende som.

Het beste stramien is:

- gegevens omrekenen naar hoeveelheden (in mol)

- verder rekenen met hoeveelheden (dus de ene in de andere, al naar gelang wat nodig is voor het antwoord)

- hoeveelheid omrekenen naar wat gevraagd wordt (massa, volume, wat dan ook)
Cetero censeo Senseo non esse bibendum

Berichten: 3

Re: Oefening Chemie vraagstuk.

Ok,

Bedankt voor al de hulp.

Reageer