[scheikunde] Massabalans
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 10
Massabalans
Hallo ik heb een vraag over de volgende opdracht van een massabalans:
ROOKGASREINIGING Processen en Stoffen
In een afvalverbrandingsinstallatie wordt (huishoudelijk) afval verbrand. Met de hete afgassen van dit verbrandingsproces wordt in een ketelinstallatie stoom gemaakt en met deze stoom wordt vaak in een turbogenerator elektriciteit gemaakt.
Uiteindelijk worden de nog warme gassen naar een schoorsteen geleid.
In deze rookgassen zitten naast stoffen als SO2 en CO2 ook nog vaste stofdeeltjes, asresten vanuit het verbrandingsproces. In een zogenaamde gaswasser worden deze asdeeltjes grotendeels verwijderd.
De hoeveelheid rookgas met stofdeeltjes, die naar de wasser geleid wordt bedraagt 100.000 kg/h. In deze stroom zit 1 W% aan vaste stof deeltjes. Uiteindelijk mag het rookgas de schoorsteen verlaten met maximaal 0.01 W% aan stof.
Alle gassen verlaten de wasser richting schoorsteen en er treedt geen verdamping van water op en de vaste stof is onoplosbaar in het water. In de waterstroom wordt in dit geval alleen vast stof opgenomen (suspensie)!
Per 1000 kg vaste stof hebben we 10 keer zoveel water nodig om het stof in voldoende mate af te vangen.
De waterstroom met afgevangen stof wordt over een filterinstallatie geleid. In deze filtratiestap wordt alle stof afgescheiden (filterkoek) en het filtraat is dus stofvrij water dat weer voor de wasstap ingezet wordt (recirculatie). De filterkoek wordt continu verwijderd en heeft een vochtgehalte van 50 W%.
Vraag: hoeveel vers water moet aan het systeem worden toegevoerd om voldoende waswater voor stofverwijdering in stand te houden.
Als ik het goed heb moet het antwoord dan zijn:
Het water wat in ieder geval toegevoegd moet worden voor het stof te verwijderen (1/100*100000=1000*10=10.000 kg en daarbij opgeteld het water dat in de filterkoek zit omdat dat immers verlies is en de vraag is om het proces in stand te houden, dan kwam ik uit op 10.000+990,099 kg. Nu twijfel ik alleen of ik het nu wel goed heb gedaan.
alvast bedankt
ROOKGASREINIGING Processen en Stoffen
In een afvalverbrandingsinstallatie wordt (huishoudelijk) afval verbrand. Met de hete afgassen van dit verbrandingsproces wordt in een ketelinstallatie stoom gemaakt en met deze stoom wordt vaak in een turbogenerator elektriciteit gemaakt.
Uiteindelijk worden de nog warme gassen naar een schoorsteen geleid.
In deze rookgassen zitten naast stoffen als SO2 en CO2 ook nog vaste stofdeeltjes, asresten vanuit het verbrandingsproces. In een zogenaamde gaswasser worden deze asdeeltjes grotendeels verwijderd.
De hoeveelheid rookgas met stofdeeltjes, die naar de wasser geleid wordt bedraagt 100.000 kg/h. In deze stroom zit 1 W% aan vaste stof deeltjes. Uiteindelijk mag het rookgas de schoorsteen verlaten met maximaal 0.01 W% aan stof.
Alle gassen verlaten de wasser richting schoorsteen en er treedt geen verdamping van water op en de vaste stof is onoplosbaar in het water. In de waterstroom wordt in dit geval alleen vast stof opgenomen (suspensie)!
Per 1000 kg vaste stof hebben we 10 keer zoveel water nodig om het stof in voldoende mate af te vangen.
De waterstroom met afgevangen stof wordt over een filterinstallatie geleid. In deze filtratiestap wordt alle stof afgescheiden (filterkoek) en het filtraat is dus stofvrij water dat weer voor de wasstap ingezet wordt (recirculatie). De filterkoek wordt continu verwijderd en heeft een vochtgehalte van 50 W%.
Vraag: hoeveel vers water moet aan het systeem worden toegevoerd om voldoende waswater voor stofverwijdering in stand te houden.
Als ik het goed heb moet het antwoord dan zijn:
Het water wat in ieder geval toegevoegd moet worden voor het stof te verwijderen (1/100*100000=1000*10=10.000 kg en daarbij opgeteld het water dat in de filterkoek zit omdat dat immers verlies is en de vraag is om het proces in stand te houden, dan kwam ik uit op 10.000+990,099 kg. Nu twijfel ik alleen of ik het nu wel goed heb gedaan.
alvast bedankt
- Berichten: 10.561
Re: Massabalans
Net als bij de vorige opgave, systematisch aanpakken:
- Maak een schets van het proces en geef de relevante stromen aan
- schrijf voor deze stromen op wat de samenstelling is en welk debiet ervoor geldt (in symboolvorm)
- vul in wat je weet, ga op zoek naar een vergelijking die je met deze info kunt oplossen, en werk zo door het systeem heen.
- Maak een schets van het proces en geef de relevante stromen aan
- schrijf voor deze stromen op wat de samenstelling is en welk debiet ervoor geldt (in symboolvorm)
- vul in wat je weet, ga op zoek naar een vergelijking die je met deze info kunt oplossen, en werk zo door het systeem heen.
Cetero censeo Senseo non esse bibendum