Als gevolg van de traagheidswet wil een voorwerp recht vooruit, en met constante snelheid, blijven bewegen.
Voor een verandering van snelheid is een kracht nodig. Maar als je een bewegend voorwerp van richting verandert, dan moet het intussen wel een snelheid krijgen in een andere richting. OM die zijdelingse snelheid te veroorzaken is een kracht nodig. Het plaatje kan veel netter, maar de idee wordt wel duidelijk denk ik.
De linkse rode vector geeft de kracht aan waarmee het voorwerp gewoon recht vooruit wil. De blauwe vector geeft de richting aan die het voorwerp even later in zijn baan zal moeten hebben. Het voorwerp is daarbij nog steeds naar boven gegaan, maar ook een beetje naar rechts (het midden van de baan). Die beweging naar rechts zat er nog niet in, en moet dus er aan gegeven worden door een kracht die naar rechts werkt, de groene vector. Volgt het object inmiddels een koers volgens de blauwe vector, dan is de schijf ook weer verder gedraaid. Rechtdoor betekent dan dat het voorwerp alsnog van de schijf afvliegt.
conclusie, voor elk klein beetje vooruit wat het voorwerp zelf wil (traagheid) zal het ook een beetje naar rechts moeten worden getrokken, want anders vliegt het uit zijn baan. Voor elk klein stapje vooruit, steeds een beetje naar rechts. Als je de stapjes maar klein genoeg maakt, werkt er een kracht die steeds naar het middelpunt wijst, en volgt het voorwerp een constante cirkelbaan.
Om dat beeldender te maken, stel dat je bezig bent een paard af te trainen. Je laat hem aan een touw dat jij vasthoudt rondjes rondom jou lopen. Het paard wil liefst recht vooruit, maar bij elke stap van het paard trek jij hem een beetje naar je toe. Voor het paard is dat steeds een stapje opzij, en het paard gaat zo niet meer rechtdoor, maar in een cirkeltje om jou heen.
