Omdat ik niet begreep hoe en molfractie berekend wordt zocht ik op het internet naar uitleg. Hierdoor kwam ik op het wetenschapsforum terecht waar ze uitleg gaven. De persoon die de vraag stelde vroeg op het einde ook voor enkele voorbeeldvragen om zijn inzicht en kennis te toetsen. Maar op de twee laatste (moeilijkste) vragen is er nooit een antwoord gegeven. Aangezien de topic dateert van 2007 vermoed ik ook niet dat er nog een antwoord zal komen en aangezien ik geen wetenschappelijke richting gestudeerd heb vertrouw ik mezelf niet echt. ;)Daarom vroeg ik me af of iemand mijn berekeningen zou willen nakijken om te zien of ik het wel degelijk allemaal begrijp;
1. Opgave: De molfractie suiker (C12H22O11) van een suikeroplossing in zuiver water is 0,001. Hoeveel gram suiker zit er in 3 liter van zo'n oplossing?
Berekening:
molfractie = 0,001 (suikeroplossing in mol/ totale oplossing in mol)
Berekening:
ρZoutzuur = 1,18 g/mL
KBr = 119 g per mol
dus is er in de oplossing 0,0420 mol KBr (Zonder rekening te houden met het volume dat 5g KBr inneemt)
molfractie Water = 0,485
(Zijn deze vragen van niveau voor het ingangsexamen arts/tandarts of moet ik het nog moeilijker verwachten?)
Op voorhand al heel erg bedankt!