Wetenschapsforum

hey

Ik ben een student industrieel ingenieur en ik zit momenteel in mijn laatste (master)jaar. Hiervoor schrijf ik een masterproef die handelt over ventielen. Mijn probleem valt te vereenvoudigen naar een ventiel van een deodorant.

Ik wil weten wat er gebeurt met het debiet wanneer men de opening (diameter d) van het ventiel verkleint. Met de vergelijking van berouilli in gedachten bekom ik het volgende (veronderstel eenheden met subscript 1, de eenheden voor een ventiel met grote opening):

d1<d2 => p1>p2 => v1>v2= > Q1> Q2

met d= diameter

p= druk

v= snelheid

en Q= debiet

Klopt dit?

Alvast bedankt

Cathal

Ik denk dat de volumestroom kleiner wordt als je de diameter verkleint. De weerstand neemt immers toe bij een kleinere uitstroom diameter.

ok, 

‹ik heb volgende formule gevonden

Q=delta(p).A.k
met Q=debiet
delta(p) verschil in druk
A= oppervlakte 
k= constante
Klopt het dat ik delta(p) als constant mag beschouwen? Ik weet dat de druk zal veranderen tijdens het activeren van het ventiel, maar ik bedoel hier dus dat delta(p) bij een ventiel met grote A even groot zal zijn als een ventiel met kleine A.
Indien het vorige klopt zal Q bij het ventiel met kleine A dus ook kleiner zijn.‹

Dat ziet er al heel wat logischer uit. 
Uit een brandweerslang komt per slot van rekening ook meer water dan uit een tuinslang.

klopt, maar als je thuis een kop op de tuinslang zet die de opening vernauwt, spuit het water er toch krachtiger uit? (en blijft het debiet dus hetzelfde?)