Wetenschapsforum

Kan iemand me kort uitleggen hoe ik hier moet aan beginnen, wat staat parallel, wat serie e.d.
 
mvg,
nico
 

 
tussen A en B staat 80 V spanning.

• noem de potentiaal in B 80 V, en in A 0 V
• in de serie (geel) die via C loopt, bepaal de potentiaal in C
• In de serie (groen) die via D loopt, bepaal de potentiaal in D
• bereken het potentiaalVERSCHIL (de spanning dus) tussen C en D.
• met die spanning, en de weerstand van 2 ohm tussen C en D, bepaal de stroomsterkte door die weerstand . 

PS: ik kan niet goed lezen of de weerstand linksonder (tussen A en D) 3 of 8 ohm is. 

Jan van de Velde schreef: tussen A en B staat 80 V spanning.

Ik zie een stroombron die 80A stroom levert.
 
Als de weerstand linksonder 3 ohm is, dan maakt het niks uit, want de uitkomst is een verrassing.
Als die weerstand 8 ohm is, dan wordt het toch iets ingewikkelder.

klazon schreef: Ik zie een stroombron die 80A stroom levert.
 

Je zou best gelijk kunnen hebben. Ik zag "80 V" in de tekst tussen haakjes staan, "80" bij de voeding en trok te vlot conclusies denk ik. 
 
ik heb hem met die 8 ohm even in een simulator nagebouwd, en vind met 80 A inderdaad 11,4 A voor de stroom door die middelste weerstand. Alleen, dan krijg ik het niet voor elkaar om ergens in mijn schakeling een 80 V of een (vervangings?)weerstand van 5 ohm te vinden. 

Jan van de Velde schreef: Alleen, dan krijg ik het niet voor elkaar om ergens in mijn schakeling een 80 V of een (vervangings?)weerstand van 5 ohm te vinden. 

Kijk, die informatie had ik over het hoofd gezien. Maar ik ben er nu wel achter hoe het in elkaar zit.
 
Die 80V is de Thevenin spanning tussen C en D als de weerstand van 2 ohm weggenomen wordt.
De boventak is dan 2+4 = 6 ohm
De ondertak is 8+6 = 14 ohm.
 
De stroom verdeelt zich tussen boventak en ondertak omgekeerd evenredig aan de weerstanden.
Dus langs boven (14/20)*80 = 56 A
En langs onder: (6/20)*80 = 24A
 
Stel het potentiaal in B = 0. Dan is C: 56A*4 ohm = 224V
En D: 24A*6 ohm = 144V
Verschil: 80V
 
Rt is de Theveninvervangingsweerstand. Neem de bron weg (stroombron heeft een oneindig hoge weerstand) en kijk vanuit C en D in de schakeling.
Langs rechts: 4+6 = 10 ohm
Langs links: 2+8 = 10 ohm
10 ohm en 10 ohm parallel is 5 ohm.

ah, ik moet nodig eens een studie van Thevenin gaan maken   . 

Knap ... echt waar....
 
bedankt!
Nu snap ik het al veel beter en het klopt nog ook.
ja, excuses, was ik vergeten te vermelden de antwoorden stonden tussen de haakjes...
 
nico
 
PS. enig idee waar ik veel info kan terugvinden ivm. het oplossen van

oefeningen op Thevenin, Kirchhoff, superpositie.
Vooral de methodiek.