Het gaat om de lengte van het lijnstuk van met x tussen -2 en 2.
De vraag luidt:
Toon aan dat de lengte van de lijn van x=-2 tot x=2 exact gelijk is aan .
Bij de uitwerkingen doen ze het volgende:
En deze stap gaat me dus iets te snel, kan iemand me uitleggen welke tussenstappen hier overgeslagen worden?