Is het correct dat ik met het volgende vraagstuk de warmtebalans toepas? Volgens mij wel, maar dat zit ik nog meet een groter probleem. De afgestane warmte (de armband) hoe stel ik deze op om de massa van het goud te bepalen (Q= 129J/KG.°C . 0,655KG-mzilver . 77,4°C)?
De opgenomen warmte is Q = 4186/KG.°C . 0,200KG . 1,1°C en Q= 100J/°C.1,1°C
Warmtebalans: (4186/KG.°C . 0,200KG . 1,1°C)+(100J/°C.1,1°C)=129J/KG.°C . 0,655KG-mzilver . 77,4°C
Volgens mij kloppen mijn berekeningen alleen de berekening om het goud te bepalen, heb ik moeilijkheden mee.
Alvast HARD bedankt!!!
Vraagstuk:
- Piet heeft voor Ellen een armband (<i>m</i> = 65,5 g) gekocht. Volgens de verkoper bestaat de armband uit goud en zilver. Piet wil weten hoeveel goud en zilver er in de armband zit.
Hij voert daarom het volgende experiment uit:
Hij neemt een beker water, steekt daar de armband in en verwarmt het geheel tot 95,0 °C.
In een thermos (<i>C</i> = 100 J/°C) heeft hij 200 g water op een temperatuur van 16,5 °C gebracht. Hij doet de armband vlug in de thermos en leest als eindtemperatuur 17,6 °C af.
Bereken de massa van het goud en het zilver. Oplossing: massa goud= 22,6 g en massa zilver = 42,9 g