je "hoogte" (lengte in rust van je veer) is binnen zekere grenzen niet van belang, die vind je ook niet in je formules terug. Echter, 10 cm indrukking op een veer van 12 cm lang is wel erg veel. Als je uitgaat van een draaddikte van 4 mm houd je wel erg weinig ruimte over voor je windingen in ingedrukte toestand (2 cm ingedrukte hoogte, voor windingen van 4 mm dikte betekent dat maximaal 5 windingen)
Je zoekt kennelijk (begrijp ik dat goed?) een veer met een veerconstante van 100/0,1 = 1000 N/m, een "rusthoogte" van 0,12 m en maximaal ingedrukte hoogte van 0,02 m. Ga je dan uit van de gegevens afschuifmodulus, draaddiameter en veerdiameter die je eerder postte dan zit je vast aan een aantal windingen. Echter, oepsie, dat aantal windingen van 4 mm dikte past niet in de resterende 2 cm ingedrukte lengte. Is dat dus het probleem? Je hebt eigenlijk al een veer ontworpen en komt tot de ontdekking dat die niet kan wat jij wil?
Je zult dan moeten gaan "spelen" met je overige variabelen. Draaddikte "d" wordt dan maximaal 0,02/n (n=aantal windingen) of andersom aantal windingen n wordt dan maximaal 0,02/d, blijven over de afschuifmodulus en veerdiameter om mee te gaan "spelen" om zo'n veer te vinden. Taaier materiaal, minder maar dikkere windingen, of een kleinere veerdiameter.
Of natuurlijk een heel ander model veer, niet meer cilindervormig maar conisch:
- springsconical1.gif (7.19 KiB) 678 keer bekeken
De windingen kunnen dan in elkaar zakken en daarmee wordt die resterende 2 cm veel minder beperkend voor je keus van aantal windingen.