[wiskunde] Hulp bij enkele wiskundevraagstukken
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 12
Hulp bij enkele wiskundevraagstukken
Hallo, ik ben me aan het voorbereiden op mijn herexamen wiskunde van vrijdag en worstel nog met twee problemen.
Het eerste: Een legering bestaat uit 1380 g zilver en 225 g koper. Hoeveel zilver of koper moet je toevoegen om een legering te bekomen met zilvergehalte 0,9?
Nu kan ik het huidige percentage van het zilver en het kopergehalte berekenen maar verder ben ik daar niet veel mee heb ik de indruk. Hoe pak ik dit probleem aan? Stel ik een stelsel op of ...?
Het tweede: Post ik later moet er nu ff van door
Alvast bedankt
Het eerste: Een legering bestaat uit 1380 g zilver en 225 g koper. Hoeveel zilver of koper moet je toevoegen om een legering te bekomen met zilvergehalte 0,9?
Nu kan ik het huidige percentage van het zilver en het kopergehalte berekenen maar verder ben ik daar niet veel mee heb ik de indruk. Hoe pak ik dit probleem aan? Stel ik een stelsel op of ...?
Het tweede: Post ik later moet er nu ff van door
Alvast bedankt
- Pluimdrager
- Berichten: 6.594
Re: Hulp bij enkele wiskundevraagstukken
om een begin te maken:
de oorspronkelijke legering heeft een massa van 1380+225=1605 gram.
het percentage massaprocenten van het zilver in deze legering =1380/1605 . 100 %=85,98 %
we moeten dus zilver toevoegen en geen koper.
de oorspronkelijke legering heeft een massa van 1380+225=1605 gram.
het percentage massaprocenten van het zilver in deze legering =1380/1605 . 100 %=85,98 %
we moeten dus zilver toevoegen en geen koper.
-
- Berichten: 12
Re: Hulp bij enkele wiskundevraagstukken
Het tweede vraagstuk: Hoe kan men uit de legeringen A, B, en C de legering X samenstellen als
A : 2g goud, 3g zilver, 4g koper
B : 3g goud, 4g zilver, 5g koper
C : 4g goud, 3g zilver, 5g koper
bevatten en de nieuwe legering moet samengesteld zijn uit
X : 5g goud, 6g zilver, 8g koper.
Het antwoord heb ik uit de cursus: De legering kan samengesteld worden uit 1/3 (= 3g) van de legering A, volledig (= 12g) de legering B en 1/3(= 4g) van de legering C.
Maar hoe kom ik tot deze oplossing? Stel ik een stelsel op? En zo ja, welke onbekenden kies ik dan? De bestaande legeringen of de individuele metalen?
aadkr: Bedankt voor je antwoord . Ondertussen heb ik het antwoord gevonden (645 g zilver) door de volgende vergelijking op te stellen:
(1380 + x) / (1605 + x) = 0,9
A : 2g goud, 3g zilver, 4g koper
B : 3g goud, 4g zilver, 5g koper
C : 4g goud, 3g zilver, 5g koper
bevatten en de nieuwe legering moet samengesteld zijn uit
X : 5g goud, 6g zilver, 8g koper.
Het antwoord heb ik uit de cursus: De legering kan samengesteld worden uit 1/3 (= 3g) van de legering A, volledig (= 12g) de legering B en 1/3(= 4g) van de legering C.
Maar hoe kom ik tot deze oplossing? Stel ik een stelsel op? En zo ja, welke onbekenden kies ik dan? De bestaande legeringen of de individuele metalen?
aadkr: Bedankt voor je antwoord . Ondertussen heb ik het antwoord gevonden (645 g zilver) door de volgende vergelijking op te stellen:
(1380 + x) / (1605 + x) = 0,9
- Pluimdrager
- Berichten: 6.594
Re: Hulp bij enkele wiskundevraagstukken
645 gram zilver is goed.
ik heb nu helaas geen tijd meer, maar vanavond ben ik weer op het forum aanwezig.
ik heb nu helaas geen tijd meer, maar vanavond ben ik weer op het forum aanwezig.
- Pluimdrager
- Berichten: 6.594
Re: Hulp bij enkele wiskundevraagstukken
neem 3 getallen a , b en c aan die groter of gelijk zijn aan nul en die kleiner of gelijk zijn aan 1
dan geldt:
a. 2 gram goud +b.3 gram goud +c.4 gram goud=5 gram goud
2.a+3.b+4.c=5 (vergelijking A)
a.3 gram zilver+b.4 gram zilver+c.3 gram zilver=6 gram zilver
3.a+4.b+3.c=6 (vergelijking B)
a.4 gram koper+b.5 gram koper+c.5 gram koper=8 gram koper
4.a+5.b+5.c=8 (vergelijking C)
dus we hebben nu:
2.a+3.b+4.c=5 (vergelijking A)
3.a+4.b+3.c=6 (vergelijking B)
4.a+5.b+5.c=8 (vergelijking C)
tip:neem:3 keer verg.A min 2 keer verg.B
neem:4 keer verg.B min 3 keer verg.C
nu kun je b en c uitrekenen.
dan geldt:
a. 2 gram goud +b.3 gram goud +c.4 gram goud=5 gram goud
2.a+3.b+4.c=5 (vergelijking A)
a.3 gram zilver+b.4 gram zilver+c.3 gram zilver=6 gram zilver
3.a+4.b+3.c=6 (vergelijking B)
a.4 gram koper+b.5 gram koper+c.5 gram koper=8 gram koper
4.a+5.b+5.c=8 (vergelijking C)
dus we hebben nu:
2.a+3.b+4.c=5 (vergelijking A)
3.a+4.b+3.c=6 (vergelijking B)
4.a+5.b+5.c=8 (vergelijking C)
tip:neem:3 keer verg.A min 2 keer verg.B
neem:4 keer verg.B min 3 keer verg.C
nu kun je b en c uitrekenen.