[biologie] Bepaling nucleotidesamenstelling van DNA met behulp van mRNA.

Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood

Reageer
Berichten: 5

Bepaling nucleotidesamenstelling van DNA met behulp van mRNA.

Beste forumgebruikers,
 
Uit de volgende examenopdracht VWO biologie begrijp ik niet hoe men tot het antwoord is gekomen:
Een student doet onderzoek naar de nucleotidesamenstelling van een bepaald stuk dubbelstrengs DNA. Hij gebruikt hiervoor het mRNA dat gevormd is door transcriptie van dit bepaalde stuk DNA. Dit mRNA bestaat voor 45% uit adenine, voor 15% uit cytosine, voor 25% uit guadine en voor 15% uit uracil. Wat is de procentuele verdeling van de verschillende nucleotiden in dit stuk DNA?
 
Het antwoord blijkt 30% adenine, 20% cytosine, 20% guanine en 30% thymine te zijn. 
 
Uit de Binas wordt ik niet veel wijzer, ik zie daar nergens staan hoe DNA in mRNA wordt vertaald. Wie helpt mij verder?
 
Alvast bedankt!
Julian
 

Gebruikersavatar
Berichten: 967

Re: Bepaling nucleotidesamenstelling van DNA met behulp van mRNA.

Het DNA bestaat uit een antisensestreng (matrijsstreng) en een sensestreng (coderende streng). Om naar mRNA te kunnen vertalen zul je eerst de template-streng moeten bepalen. Vanuit daar kun je verder vetalen naar mRNA.

Zoals je waarschijnlijk weet moeten A en T met elkaar binden, net zoals C en G.

Je mRNA bestaat uit 45% adenine, dus in de template-streng is dit 45% thymine en in de coderende streng is dit 45% adenine. Daarnaast heb je 15% uracil in je mRNA, dus in de template-streng is dus 15% adenine en in de coderende streng is dit 15% thymine.

Omdat beide strengen in het DNA complementair zijn (dus A staat tegenover T en andersom), kun je dus zeggen dat als er 45% adenine in de coderende streng zit, dat er dan 45% thymine in de template-streng moet zitten. Aangezien de template-streng gelijk is aan de matrijsstreng in het DNA (dat is de streng IN het DNA, tegenover de coderende streng!), kun je dus zeggen dat de totale hoeveelheid adenine in het DNA 45% + 15% = 60% is. Omdat je te maken hebt met de hoeveelheid over die 2 strengen, zul je dit getal nog moeten delen, dus dan krijg je 30% adenine in het corresponderende stuk DNA.

Snap je ook waarom de andere percentages dan 30%, 20% en 20% zijn?

Heb deze vraag ook zelf gekregen in een oefentoets en iedereen vond 'm vrij lastig, vandaar de uitgebreide uitleg ;) succes met de toets alvast!
"In biotech moet je soms dingen doen waarvan anderen zeggen dat het onmogelijk is."

Henri A. Termeer (1946-2017)

Reageer