Ik hou mijn pws over polymeren en in mijn theorie heb ik het over de DSC.
Hiervan de glasovergang snap ik niet helemaal. Er staat op wiki dat het is als een stof in een amorf overgaat, maar hoe zit het dan met polymorf?
Want amorfen en polymorfen hebben beide een Tg maar niet allebei een smeltpunt?
Als iemand mij dit zou kunnen uitleggen zou fijn zijn.
Alvast bedankt.
Laatste berichten
-
13:57
do-re-mi-fa-so vliegtuigen 9
-
13:16
geen minkowski-ruimte toch? Doe ik dit nou fout? 17
-
13:12
[natuurkunde] kroon van koning op Syracuse 10
-
12:01
Gravity and gravitation 1
-
10:15
2013 – Augustus Vraag 3 3
-
09:54
Bruine vlekken op treinaanwijzerbord 6
-
23:07
Rood laserlicht 2
-
15:28
Vraag 2009 Juli Vraag 5 5
-
24 apr
positie 2
-
24 apr
Schroefdraad berekening 8
-
24 apr
[scheikunde] Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren? 9
-
23 apr
Weerfrustratie 9
-
23 apr
Kunnen quantum Zonnecellen 190% quantum efficiënt zijn 3
-
23 apr
De Euro Nederlandse 100 qubit computer komt eraan
-
23 apr
projectiel 8
-
23 apr
Verschil tussen deze 2 vragen 5
-
23 apr
[scheikunde] berekeningen labo vitamine c bepaling 1
-
22 apr
[wiskunde] rode en witte ballen verdelen 8
-
22 apr
Rotatie van het heelal 41
-
22 apr
Muntje opgooien 14
Nieuwsberichten
-
04 mar
Een nieuw soort magnetisme: altermagnetisme
-
31 okt
AI kan via stem diabetes vaststellen 11
-
21 okt
Einstein krijgt wéér gelijk 45
-
07 feb
witter dan wit 20
-
19 jun
irrigatie en de aardas
DSC, Glasovergang
Moderator: ArcherBarry
Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
-
- Berichten: 10.563
Re: DSC, Glasovergang
Amorf en polymorf zijn stofeigenschappen. Bij de glasovergangstemperatuur gaat een polymeer over van de glastoestand (waarin de ketens nauwelijks ten opzichte van elkaar kunnen bewegen) in de rubbertoestand (waarin de ketens in zekere mate langs elkaar kunnen glijden). Het blijft echter een amorf polymeer.
Amorf betekent "ongeordend". De moleculen, in dit geval polymeerketens, hebben zich niet geordend in een min of meer regelmatige structuur.
Dit in tegenstelling tot semikristallijne polymeren waar de ketens zich wel gedeeltelijk kunnen ordenen en kleine kristallijne gebiedjes maken. Niet de gehele polymeerketen zal kristalliseren, en een deel van het polymeer zal dus amorf zijn. In dit amorfe gedeelte kun je een glasovergang hebben.
Semikristallijne polymeren hebben een smeltpunt, waarbij de kristallijne gebiedjes uiteenvallen. In een amorf polymeer zitten geen kristallijne gebieden. Een amorf polymeer heeft dus ook geen smeltpunt.
Polymorf betekent dat er meer dan een manier is waarop moleculen zich kunnen ordenen. Bij veel stoffen is het zo dat hetzelfde molecuul op verschillende manieren een kristal kan vormen. Die verschillende structuren hebben ook verschillende fysische eigenschappen zoals dichtheid en warmtecapaciteit.
Ook bij semi-kristallijne polymeren kan polymorfisme optreden. Er zijn dan dus meerdere manieren waarop de ketens zich kunnen ordenen.
Met DSC meet je (veranderingen in) de warmtecapaciteit. Smelten gaat gepaard met zo'n verandering, maar ook de overgang van glas naar rubber, en de overgang tussen verschillende kristallijne vormen in een polymorf. Dit zijn dus allemaal effecten die je kunt zien als je een DSC-meting doet.
Amorf betekent "ongeordend". De moleculen, in dit geval polymeerketens, hebben zich niet geordend in een min of meer regelmatige structuur.
Dit in tegenstelling tot semikristallijne polymeren waar de ketens zich wel gedeeltelijk kunnen ordenen en kleine kristallijne gebiedjes maken. Niet de gehele polymeerketen zal kristalliseren, en een deel van het polymeer zal dus amorf zijn. In dit amorfe gedeelte kun je een glasovergang hebben.
Semikristallijne polymeren hebben een smeltpunt, waarbij de kristallijne gebiedjes uiteenvallen. In een amorf polymeer zitten geen kristallijne gebieden. Een amorf polymeer heeft dus ook geen smeltpunt.
Polymorf betekent dat er meer dan een manier is waarop moleculen zich kunnen ordenen. Bij veel stoffen is het zo dat hetzelfde molecuul op verschillende manieren een kristal kan vormen. Die verschillende structuren hebben ook verschillende fysische eigenschappen zoals dichtheid en warmtecapaciteit.
Ook bij semi-kristallijne polymeren kan polymorfisme optreden. Er zijn dan dus meerdere manieren waarop de ketens zich kunnen ordenen.
Met DSC meet je (veranderingen in) de warmtecapaciteit. Smelten gaat gepaard met zo'n verandering, maar ook de overgang van glas naar rubber, en de overgang tussen verschillende kristallijne vormen in een polymorf. Dit zijn dus allemaal effecten die je kunt zien als je een DSC-meting doet.
Cetero censeo Senseo non esse bibendum
