[scheikunde] verwarrende examenvraag

Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood

Reageer
Berichten: 3

verwarrende examenvraag

Hoi,
 
Ik ben bezig met het maken van het scheikunde examen uit 2010, tijdvak 1 (vernieuwde 2e fase). Bij de opdracht 'Slechte smaak' , vraag 9 wordt gevraagd waarom het onwaarschijnlijk zou zijn dat de test resultaat D oplevert. Het antwoord daarop is dan ook:
 
'' Als de botersmaak in monster 2 zit, wijst dat op de aanwezigheid van diacetyl in het bier. Dan zal monster 1 ook een botersmaak moeten geven, want bij de hoge temperatuur waarbij monster 1 wordt bewaard, gaan de gistcellen dood en kan de diacetyl niet worden omgezet.''
 
Dit vind ik niet bepaald logisch, maar misschien maak ik gewoon een denkfout... Maar ik dacht juist het volgende:
Als de temperatuur te hoog is gaan de gistcellen dood, DUS er vindt geen omzetting van diacetyl plaast, DUS er zal geen botersmaak worden verkregen.....
 
Kan iemand me dit misschien kunnen uitleggen?
 
Groetjes 
 
examen: http://www.eindexame...0 I_opgaven.pdf
 
correctievoorschrift:
http://www.eindexame...voorschrift.pdf

Berichten: 247

Re: verwarrende examenvraag

 
DUS er vindt geen omzetting van diacetyl plaast, DUS er zal geen botersmaak worden verkregen.....
Dit is niet waar! Als je helemaal boven aan de vraag kijkt zie je dat diacetyl bier juist die botersmaak geeft. Als het niet wordt "omgezet" dan zal het bier dus naar boter blijven smaken.

Gebruikersavatar
Berichten: 1.247

Re: verwarrende examenvraag

Ik maakte deze vraag ook laatst, en wat ik me af vroeg was:
 
1) Klopt het dat je bij optie C nog veel acetomelkzuur hebt (maar geen diacetyl), oftewel, je zit nog redelijk aan het begin van het gistingsproces?
2) Klopt het dat je bij optie A juist meer aan het einde van je proces zit, omdat nu wel al het acetomelkzuur is omgezet, maar de gistcellen het product hiervan (diacetyl) nog niet hebben opgenomen? Zo ja, waarom duurt dit zo lang dan, want ik zou denken dat die cellen dat snel opnemen, aangezien de omzettingsreactie naar diacetyl zo langzaam is, dat ze elke keer dat er diacetyl ontstaat, zeker genoeg de tijd hebben dat beetje gevormde product op te nemen. M.a.w.: ik snap de gedachte achter A niet.
 
edit:
 
Op onderstaande site,
http://www.professorbeer.com/articles/diacetyl.htm
zegt de schrijver (voormalig chemist) helemaal onderaan:
 
"3. Both samples smell like butter. This can be a bad thing. It can be indicative of a pediococcus infection, in which case you should dump the batch and start over, or it can mean that your yeast is incapable of metabolizing diacetyl (see respiratory mutants, above).
It could also mean that your beer is still kind of young and you should try the test again after a few more days of warm aging. Hopefully the diacetyl will fade. Kräusening with fresh yeast may also help, unless the problem is bacterial."
 
Ik snap dat met die infectie of mutant wel, maar hoezo zou het bier te jong kunnen zijn? Waarom niet 'nog niet oud genoeg'? Zou je kunnen zeggen dat bij verwarmd-wel en onverwarmd-niet het bier waarschijnlijk ouder is dan bij verwarmd-wel en onverwerd-wel (in het geval we niet te maken hebben met infecties/mutaties)? (Zo ja, waarom?)

Reageer