relative clause vs. present participial phrase

Moderator: Rhiannon

Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
Reageer
Gebruikersavatar
Berichten: 1.247

relative clause vs. present participial phrase

Hoi,
 
ik kan geen regels vinden over het inhoudelijke verschil tussen een relative clause en een present participial phrase.
 
Zo heb ik dus best veel moeite met de volgende opgave:
 
relative clause - present participial phrase.png
relative clause - present participial phrase.png (632.61 KiB) 336 keer bekeken
 
Zie hier de antwoorden met mijn eronder vragen:
 
1. The manufacturer stated that there were flaws in the engine valve springs, which could make the vehicle stall.
Deze begrijp ik, want je kunt van 'to cause' geen present participle maken.
 
2. The company issued a press release last week, covering vehicles from the 2008-2010 range.
Waarom kan 'that covered...' hier niet als antwoord? Of kan het wel? Waarom is gekomen voor een participial phrase?
 
3. Customers have complained about recent product recalls, which have caused a fall in resale values of used cars.
Kun je hier geen 'causing' gebruiken, omdat het dan lijkt alsof dit terugslaag op de hele hoofdzin? (namelijk het klagen van de klanten)
 
4. 8,500 hybrid cars were recalled last year after tests revealed faulty fuel tanks that caused fuel to spill after rear-end crashes.
Had hier ook gekund 'causing fuel to...'?
 
5. Customers were being notified of the product recall by emails urging them to contact their local dealer without delay.
Had hier ook gekund 'that urged them to...'?
 
6. The air bag deployment signals are not reliable, which could result in the non-deployment of side air bags in frontal collisions.
Deze snap ik, want van could bestaat geen -ing vorm.
 
7. The driver's side air bag inflator could come apart at the weld, preventing full inflation of the air bag.
Waarom kan hier niet 'which would prevent..'?
 
8. Drivers noticing extra vibration should bring the car to a dealer for service.
Had hier ook gekund 'drivers that notice...'?
 
Ik hoop dat iemand enige verheldering kan bieden :)

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 4.359

Re: relative clause vs. present participial phrase

Relative clauses geven aanvullende informatie zonder een nieuwe zin te beginnen.  
 
Vb. I bought myself a new bike. It has ten speeds.
→ I bought myself a new bike that has ten speeds.
 
Participial phrases wijzigen zelfstandig naamwoorden en voornaamwoorden, alleen niet in de vorm van één woord zoals een bijvoeglijk naamwoord, maar als een zin.
 
Voorbeelden:
Walking in the park, John saw a dog digging a hole.
John, briefed by his boss, made sure not to say a word during the meeting.
Mary, hoping for a new telephone, received a diary instead.
Johnny, determined to succeed, studied hard every night.
 
In de eerste zin is walking in the park iets dat gebeurt met het zelfstandig naamwoord John. Walking is een present participle (onvoltooid deelwoord) dat weergeeft wat John doet en dat dat nog voortduurt (present participles eindigen altijd op -ing.) De participial phrase bestaat uit de gehele zin, niet alleen het present participle.
In de tweede zin is briefed by his boss iets dat gebeurt met John. Briefed is een past participle (voltooid deelwoord). Gebruik maken van een past participle in plaats van een present participle geeft aan dat de actie plaatsvond in het verleden en voltooid is.

De present participial phrase kan voorkomen aan het begin van een zin, in het midden, maar ook aan het einde. Als je een zin ermee begint, zorg er dan voor dat het grammaticale onderwerp van de zin degene is die de handeling verricht. Anders krijg je een zogenaamd dangling participle (zwevende bepaling), vb. Flying from tree to tree, John could clearly see the colours of the magpie. (Nederlands vb. Vliegend van boom naar boom, zag John goed de kleuren van de ekster). Hier zou John dus van boom naar boom vliegen, aangezien hij het onderwerp is van de hoofdzin.
 
Voorbeelden van een present participial phrase aan het begin, middenin en aan het einde van een zin:
Determined to succeed, John studied hard each night.

John, hoping for a chocolate, kissed his grandmother.

The girl fell on the ground, causing injuries to her knees.
 
Als je dit gelezen hebt, probeer dan nog eens je zinnen te begrijpen.
Contra principia negantem disputari non potest.

Reageer