Wetenschapsforum

Hallo
 
Ik moet voor een practicum van analytische chemie het actieve chloorgehalte in javel bepalen.
Hiervoor moet er eerst een natriumthiosulfaat-oplossing gestandaardiseerd worden. 
In mijn laboboek staat er echter zeer weinig uitleg over hoe dit moet gebeuren. 
 
De eerste stap is de bereiding van een 0,1 mol/l natriumthiosulfaat-oplossing.
Er moet eerst 1 liter gedemineraliseerd water gedurende 15 min. koken.
Wanneer het water is afgekoeld moet ik de nodige Na2Na2CO3 toegevoegd worden.
Na2S2O3.5H20: 248,18 g/mol
Ik veronderstel dat ik 300 ml Na2S2O3 nodig heb (3 titraties voor te ijken en 3 titraties voor het chloorgehalte).
dus (248,18.0,1.300)1000 = 7,45 g.
 
De tweede stap is de bereiding van een 0,0100 mol/l kaliumjodaat-oplossing.
Bij deze stap staat in mijn boek dat ik de vooraf berekende hoeveelheid KIO3 op 105 graden Celsius moet drogen. Hierbij is mijn vraag: hoe weet je de hoeveelheid kaliumjodaat dat je nodig hebt?
Vervolgens moet moet de hoeveelheid opgelost worden in een beker (oplossen in hoeveel ml?) en kwalitatief worden overgebracht in een maatkolf van een aangepast volume. De maatkolf moet op volume worden gebracht met demi-water.
 
De derde stap is de bereiding van een zetmeel indicator oplossing.
1 ml zetmeel mengen met ongeveer 15 ml demi-water. 500 ml demi-water toevoegen en geheel koken. Vervolgens laten afkoelen tot kamertemperatuur. 
 
De vierde stap is de standaardisatie van een thiosulfaat-oplossing d.m.v. een kaliumljodaatoplossing.
25 ml kaliumjodaatoplossing nemen en hierbij een overmaat kaliumjodide voegen. Aanzuren: 2 ml 6 mol/l HCL toevoegen
De titratie wordt 3 maal uitgevoerd. 
Wanneer de oplossing doorschijnend geel wordt mag de zetmeel indicator toegevoegd worden. Er wordt verder getitreerd tot de oplossing kleurloos wordt. 
 
Mijn vragen hierbij zijn dus:
-hoe weet je de benodigde hoeveelheid kaliumjodaat?
-in hoeveel ml moet de KIO3 worden opgelost?
 

a)

vanwaar weet je dat je 300 ml natriumthiosulfaat nodig hebt? Volgens mij zal je juist dienen te berekenen hoeveel ml thiosulfaat je verbruikt. Er is immers gegeven dat je 3 x 25 ml (75 ml dus) kaliumjodaat nodig hebt voor het stellen. Eveneens voer je 3 proeftitraties uit. In totaal heb je dus 150 ml nodig.

Je zult je dus moeten afvragen hoeveel natriumthiosulfaat dat je hiervoor nodig hebt. Schrijf hiervoor de volledige reactievergelijkingen uit. Hint: begin bij het uitschrijven van de redoxreactie van jodaat met jodide. Uiteindelijk kun je hieruit afleiden hoeveel mol thiosulfaat reageert met jodaat. Hieruit kun je vervolgens het benodigde volume thiosulfaat berekenen om rekening houdend met de stoichiometrie.

Metk op dat dit enkel het volume natriumthiosulfaat is die verbruikt zal worden bij het stellen. Je zal ook nog een zeker volume verbruiken tijdens de actief chloor bepaling.

b)

Je hebt in totaal 75ml kaliumjodaat nodig (= nodig om te stellen). Je voert eveneens 3 proeftitraties uit. In totaal heb je dus 150ml KIO3 oplossing nodig. Neem iets meer als reserve, maak bvb 200 ml aan. Het aantal mol kaliumjodaat dat je nodig hebt kun je nu berekenen. Samen met het gegeven dat de concentratie 0,01 M bedraagt, kun je vervolgens het benodigd aantal gram kunt halen.