@ boormeester: er wordt duidelijk donkere materie waargenomen
Nee die wordt niet waargenomen. De afbeeldingen van botsende sterrenstelsels worden daar ingekleurd waar de zwaartekracht zich manifesteert op grond van de verbuiging van het achtergrondlicht.
Ik laat het verder hier bij, er is wat mij betreft in voorgaande berichten genoeg duidelijk gemaakt m.b.t. de mogelijke oorzaken.
@Thionyl: 5% zichtbare massa? Hoe weten ze dat?
Het probleem begon duidelijk te worden toen men in staat werd de omloopsnelheid van sterren rond het centrum van sterrenstelsels te meten. In principe zou die omloopduur afhankelijk moeten zijn van de afstand tot het massacentrum van het stelsel, en wel volgens de bekende Keplerwet dat de kwadraten van de omloopduur proportioneel zijn aan de derde macht van de afstand.
Voorbeeldje: Omloopduur Aarde 1 (jaar), afstand tot de Zon 1 (Astronomische Eenheid). We zien Jupiter in 11,86 jaar een baantje rond de Zon draaien, dan moet de afstand in AE gelijk zijn aan
\(\sqrt[3]11,86^2} = 5,2 \)
Jupiter staat dus 5,2 keer zo ver van de Zon als de Aarde, op 780 miljoen km van het massacentrum.
Zo kan je voor alle planeten, gegeven de vaste massa van de Zon, op grond van hun omloopduur hun onderlinge afstandsverhoudingen berekenen, of andersom, op grond van hun afstand de omloopduur bepalen.
Deze zwaartekrachtwet zou ook toepasbaar moeten zijn op de afstand en omloopduur van sterren in een sterrenstelsel. Hier ligt het iets complexer omdat in tegenstelling tot het zonnestelsel er niet een enorme bijna puntvormige centrale massa is, maar een wolk van materie die zich over een groot gebied uitstrekt, ook dit valt echter goed te berekenen.
Het blijkt echter dat de sterren in de buitengebieden van stelsels veel sneller rond de kern draaien dan volgens deze gravitatiewet mogelijk is. Hier een plot van de rotatiesnelheid van de sterren in de Andromedanevel volgens de Kepler wet (gestippeld) en de werkelijke snelheid:
- andromeda dark matter.jpg (39.01 KiB) 1419 keer bekeken
Bron: M. Roberts, National Academies Press.
Tot ongeveer 2/3 van de diameter van het stelsel zijn waarneming en wet redelijk met elkaar in overeenstemming, maar daarbuiten vermindert de omloopsnelheid nauwelijks. Sterren trekken daar baantjes met een zodanig hoge snelheid, dat ze al lang uit het stelsel geslingerd zouden moeten zijn. Dat doet vermoeden dat er een flinke hoeveel massa buiten de hier zichtbare schijf aanwezig moet zijn, onzichtbare extra massa (donkere materie) die de sterren in de buitengebieden in hun omloopbaan houdt. Ga je er aan rekenen, dan blijkt dat die onzichtbare massa ruwweg 5 keer zo zwaar is als de zichtbare massa.
Tezamen vormen baryonische materie (5%) en donkere materie (25%) ongeveer 30% van de massa van het heelal, de overige ruwweg 70% wordt toegeschreven aan donkere energie, maar dat is een heel ander hoofdstuk.
Er zijn ook andere methoden om 'donkere materie' aan te tonen: Massa kromt de ruimtetijd, en veroorzaakt vervormingen in het beeld van achter een zwaar stelsel gelegen lichtbronnen, de zogenoemde Einstein lensing (zie ook
dit topic) .
Nauwkeurige bestudering van de vervorming van achtergrondbeelden geeft inzicht in de hoeveelheid massa en de verdeling daarvan in de voorgrond. De extra verbuiging van het achtergrondlicht verraadt de zwaartekracht ter plekke in het voorgrondstelsel. Hier een aantal sterrenstelsels waarbij aan de hand van de verbuiging van het achtergrondlicht is bepaald welke zwaartekrachtinvloed er heerst, ze is in blauw rond de roze sterrenstelsels ingetekend:
- Astronomers-Find-Clues-that-May-Help-Identify-Dark-Matter.jpg (56.26 KiB) 1419 keer bekeken
Bron: Nasa, Hubble en Chandra ruimtetelescopen.
De hamvraag is of er werkelijk sprake is van extra onzichtbare massa (onbekende deeltjes met een aanmerkelijke rustmassa, macroscopische maar donkere objecten, zwarte gaten of welke verschijningsvorm dan ook) die zich dan kennelijk in de buitengebieden van sterrenstelsels ophoudt, of dat er een andere verklaring is voor dit verschijnsel.
Het is niet onmogelijk (maar zeker niet de meest waarschijnlijke optie) dat we de zwaartekrachtwetten waarop dit alles tenslotte is gebaseerd aan zouden moeten passen. Zo is er de MOND hypothese, die vrij subtiele aanpassingen aan de zwaartekrachtwetten voorstelt, waardoor deze op zeer grote afstanden minder verzwakt dan de huidige omgekeerde kwadraten wet. Probleem bij deze hypothese is dat ze niet te verenigen is met de algemene relativiteit.
- n1560_cdm_mond-600x480.gif (15.19 KiB) 1418 keer bekeken
Plot van omloopsnelheid en afstand volgens Newton, MOND en aanwezigheid van extra massa.
Verlinde (zie kosmologie topic) komt deze week met een hypothese die wel heel diep in de fundamenten van de fysica ingrijpt, en niet alleen een verklaring zou geven voor de extra gravitatie, maar ook voor de donkere energie en de versnelde expansie van het heelal. Een behoorlijk extreme claim, die dan ook behoorlijk extreem bewijs vereist.
Vooralsnog is de meest waarschijnlijke kandidaat voor de extra gravitatie een deeltje met een redelijk forse massa, de WIMP. Maar helaas is dat deeltje ondanks intensief speurwerk door veel wetenschappers nog steeds niet gevonden zoals in het kosmologie topic uitgebreid aan de orde is gesteld.
Wellicht (wellicht!) is er bij Cern iets aan het broeien. Daar hebben ze december vorig jaar een bobbel in de grafieken van zowel het CMS als het Atlas instrument gevonden. Die bobbel duidt, als het niet om een statistische glitch gaat, op een zeer zwaar deeltje (750 GeV). Toen ik daar in februari was kon men, ondanks de nog veel te lage betrouwbaarheid van de meting, de opwinding nauwelijks verbergen.
Als (als!) in de nu lopende runs van de large hadron collider het signaal bevestigd wordt tot een voldoende betrouwbaarheid van 5 sigma of meer, dan valt in augustus bij de conferentie in Chicago wereldnieuws te verwachten. Over de aard valt vooralsnog niet veel te zeggen, maar het is niet helemaal uit te sluiten dat dit nu nog hoogst speculatieve deeltje iets met de donkere materie te maken zou kunnen hebben.