Jan van de Velde schreef: (Herkomst: toelatingsexamen 1997, op dit forum geredigeerd)
37) De figuren stellen een veer voor waaraan een schaaltje is bevestigd. Verschillende belastingen worden op het schaaltje aangebracht (zie figuur)
De massa van de steen bedraagt:
<ul class="bbcol upper-alpha">[*]Niet te berekenen omdat de massa van het schaaltje onbekend is.
[*]100 g
[*]150 g
[*]200 g
[/list]
Verborgen inhoud
Stel een vraag over deze oefening.
Ik kom uit op 150 gram en snap niet wat ik fout doe...
k*(delta l) = m*a
voor de middenste voorstelling:
k * (0,25-0,20) = 0.05*10
k= 10
Dan kan je k gebruiken voor de laatste figuur:
10* (0,4-0,25) = m*10
m=0,150=150 gram
Ik weet dat het wel 200 gram uitkomt als je (0,4-0,2) gebruikt, maar dan snap ik niet waarom je die uitrekking moet gebruiken?
Alvast bedankt!