[biologie] Celmembranen

Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood

Reageer
Berichten: 21

Celmembranen

Goedenavond allemaal,
 
Ik heb een vraagje over celmembraan. In mijn Biologie boek staat dat alleen kleine hydrofobe stoffen het celmembraan kunnen passeren. Ik snap dat enorme moleculen niet zo in twee drie door zo'n membraan heen kunnen komen, maar waarom kunnen kleine hydrofiele stoffen het celmembraan niet passeren? Het lijkt me dat dit iets te maken heeft met de hydrofiele kop en de hydrofobestaart, maar het lijkt mij ook dat de hydrofiele kop de kleine hydrofobe stoffen toch ook afstoot? 
 
Kan iemand mij uitleggen hoe dit precies zit.
 
Met vriendelijk groet,
Max

Gebruikersavatar
Berichten: 421

Re: Celmembranen

Dag Max,

Kleine polaire stoffen kunnen het celmembraan wel passeren al dan niet via gewone diffusie. Water (polair) kan bijvoorbeeld wel door het celmembraan maar niet zo gemakkelijk als O2 (apolair). Dat transport gebeurt van hoge concentratie aan water naar lage concentratie aan water tot dat er een evenwicht wordt bereikt = osmose. Het celmembraan bestaat niet alleen uit een bilayer fosfolipiden maar ook uit eiwitten, cholesterol,... 

Hoe meer cholesterol in het celmembraan, hoe moeilijker water en andere kleine polaire moleculen erdoor kunnen. want cholesterol is hydrofoob.

Eiwitten zijn belangrijk in het celmembraan en hebben verschillende functies waaronder ook transport. Eiwitten beïnvloeden de doorlaatbaarheid dus ook.

Bijvoorbeeld water kan ook via kanaaleiwitten ( eiwit met een hydrofiel kanaal) het celmembraan passeren die kanaaleiwitten worden aquaporines.

Grote polaire moleculen zoals glucose, aminozuren, etc... kunnen zich verplaatsen door het celmembraan via specifieke transporteiwitten en dit kan met en tegen de concentratiegradiënt in. ( zonder of met ATP gebruik)

Macromoleculen verplaatsen door het celmembraan via endo- of exocytose.

Dit staat er in mijn notities over dit onderwerp en ik hoop dat je er wijzer uit wordt. 

Gebruikersavatar
Berichten: 967

Re: Celmembranen

Het klopt inderdaad wat Valerio zegt. Het celmembraan heeft een zeer hydrofoob karakter, waarbij de hydrofiele koppen van de fosfolipiden naar het lumen gericht zijn en de hydrofobe staarten vormen het interne deel van het membraan. Hydrofobe moleculen kunnen in het membraan inserteren en op basis van concentratiegradiënt diffunderen.
 
Hydrofiele moleculen kunnen dat niet, omdat zij niet in contact willen komen met die hydrofobe vetzuurstaarten. Hiervoor bestaan er eiwitkanalen die het membraan overspannen. In het geval voor hydrofiele moleculen zijn de kanalen zo geconformeerd dat de hydrofiele en hydrofobe zijgroepen van de aminozuren om en om naar binnen en naar buiten richten. Op deze manier wordt een koker gevormd waarbij de hydrofobe groepen naar de vetzuurstaarten richten en daardoor kan inserteren in het membraan; en de hydrofiele groepen richten naar binnen. Hierdoor wordt een porie gevormd die goed in het membraan past en water-oplosbare moleculen kan transporteren. 
 
De kopgroepen van fosfolipiden bepalen voornamelijk de curvatuur en laterale drukprofielen van het membraan, dus in welke mate het membraan gekromd is en hoe de componenten gepositioneerd zijn. De vetzuurstaarten bepalen voornamelijk de vloeibaarheid van het membraan. Deze vloeibaarheid is bepalend voor de mate van flexibiliteit en dynamiek, waarbij de eerder genoemde eiwitkanalen hun werk kunnen doen. 
 
Hydrofiele moleculen kunnen het celmembraan dus wel degelijk passeren, maar niet 'direct' via het membraan zelf; wel via (specifieke) eiwitkanalen en de mate waarin het transport plaatsvindt is afhankelijk van de samenstelling van het membraan.
"In biotech moet je soms dingen doen waarvan anderen zeggen dat het onmogelijk is."

Henri A. Termeer (1946-2017)

Reageer