Wat jij zei over volume vraagt hij toch niet? hij vraagt hoeveel ml.
Even een principieel tandje terug, JayK, want je gooit alles helemaal door elkaar.:
Hieronder een minicursusje grootheden en eenheden. En doe de moeite om het allemaal goed tot je te laten doordringen, anders wordt fysica of chemie nóóit wat, neem dat van me aan. De onderstreepte stukken mag je uit je hoofd leren, kan echt geen kwaad.
Een grootheid is wát je meet, een eenheid is een afgesproken maat om je grootheid mee te meten.
grootheid lengte(afstand) met de eenheid meters, m (één dimensie)
grootheid oppervlakte met de eenheid vierkante meters, m
2 dus voor een rechthoek de lengte maal de breedte, meters maal meters is m
2, net zoals a x a = a
2 (twee dimensies, nl een lengte en een breedte)
grootheid volume, met de eenheid kubieke meters, m3, (drie dimensies namelijk een lengte, een breedte en een hoogte) dus voor een rechthoekig blokje lengte x breedte x hoogte, m x m x m = m
3
De SI-eenheid voor volume, of als je dat liever hoort inhoud of ruimtelijke afmeting, is dus m
3
nou is een meter gelijk aan 10 decimeter. Ik mag dus ook zeggen:
1 m
3=10 dm x 10 dm x 10 dm= 10 x 10 x 10 eenheid dm x dm x dm = 1000 dm
3
De oude inhoudsmaat (
volumemaat)liter (grote L) is gelijk aan een kubieke decimeter. Een milliliter (mL) is gelijk aan een duizendste deel van een liter. En dus is een
milliliter een (afgeleide) eenheid (=afgesproken maat) voor de grootheid volume.
dus als jou leraar het
aantal mL wil weten, dan wil hij het
volume weten,
uitgedrukt in mL.
De grootheid dichtheid gebruiken we om aan te geven hoeveel stof (massa) er in een bepaald volume past, massa per volume.
Als SI-symbool voor dichtheid gebruiken we de Griekse letter rho (spreek uit roo) , en die ziet er zó uit: rho.gif
De SI-eenheid voor de hoeveelheid stof (massa) is gram (g)
De SI-eenheid van volume zagen we hierboven is m
3
De SI-eenheid van dichtheid (oude benaming soortelijke massa) is dan dus g/m
3
nou gaat er van de meeste stoffen nogal veel massa (hoeveelheid stof) in zo'n SI-volume van 1 m
3, dus vandaar dat vaak met afgeleide eenheden wordt gewerkt om een beetje handzame getalletjes te houden. We rekenen voor de meeste vaste stoffen en vloeistoffen vaak genoeg in kg/L, voor water komen we dan bijna op 1 uit, omdat een kg water een volume van 1 L inneemt, en dus dichtheid 1 kg / 1 L = 1 kg/L heeft.
Gassen hebben nog een veel geringere dichtheid, een veel geringere hoeveelheid stof (massa) in een bepaald volume dan vloeistoffen. Weer om de getalletjes een beetje handzaam te houden rekenen we dan vaak met afgeleide eenheden als g/cm
3, g/mL of kg/m
3
en een cm3 is en duizendste deel van een dm3(reken maar na)
en
een mL was een duizendste deel van een literen omdat een liter gelijk was aan een dm
3
is
een mL dus gelijk aan een cm3 En zo kan je nog wel meer afgeleide eenheden voor volume maken, zoals de hectoliter, of de kubieke kilometer, voor héééél grote volumes zoals de inhoud van de oceanen.
Als dit nu tot je doorgedrongen is, gaan we verder met je som.
Als je iets hiervan niet snapt, heeft het geen zin met je som verder te gaan.
kom dan terug met waar je nog in de knoop zit over massa, dichtheid, volume en de bijbehorende eenheden.