dihybride kruisingen

sandro

Bij runderen is hoornloos dominant over gehoornd en tss rood en wit is er een tussenvorm;Wat zijn de afstammelingen van de onderstaande kruisingen ? Vermeld genotype en fenotype en de verhouding waarin ze voorkomen.

A)een bonte , gehoornde stier en een homozygote rode , hoornloze koe

B)een homozygote witte,hoornloze stier en een bonte , gehoornde koe

C)een rode ,hoornloze stier waarvan de vader gehoornd is,en een bonte , gehoornde koe

D)dezelfde stier als in C en een witte ,hoornloze koe waarvan de moeder gehoornd is

Kan iemand met veel geduld mij dit eens uitleggen

Jan van de Velde

sandro schreef:Bij runderen is hoornloos dominant over gehoornd en tss rood en wit is er een tussenvorm;Wat zijn de afstammelingen van de onderstaande kruisingen ? Vermeld genotype en fenotype en de verhouding waarin ze voorkomen.

A)een bonte , gehoornde stier en een homozygote rode , hoornloze koe

B)een homozygote witte,hoornloze stier en een bonte , gehoornde koe

C)een rode ,hoornloze stier waarvan de vader gehoornd is,en een bonte , gehoornde koe

D)dezelfde stier als in C en een witte ,hoornloze koe waarvan de moeder gehoornd is

Kan iemand met veel geduld mij dit eens uitleggen

Hoornloos dominant, code H

gehoornd recessief, code h

Dus

genotype HH is homozygoot, want beide allellen gelijk, en dan zie je een hoornloos rund(fenotype)

genotype Hh is heterozygoot, want de allellen zijn ongelijk, maar omdat H dominant is over h zie je nog steeds fenotype hoornloos

genotype hh is weer homozygoot, beide allellen zijn van het recessieve type, er zit geen dominant allel meer in de weg, en dus zie je het recessieve type tot uitdrukking komen als fenotype een gehoornd rund.

rood code RR (homozygoot, twee dezelfde rode allelen), je ziet een rood rund (fenotype rood)

wit code rr (homozygoot, twee dezelfde witte allelen) je ziet een wit rund, fenotype wit

tussenvorm zal dan wel Rr (heterozygoot , twee verschillende allelen), moeten zijn, je ziet een bont rund (fenotype bont)

Rood allel R is niet dominant over wit allel r, maar samen leveren ze een bonte koe.

A)een bonte , gehoornde stier en een homozygote rode , hoornloze koe

Nou kun je aan de hand van bovenstaande uitleg in ieder geval al de genotypes van de stier en de koe opstellen:

stier bont:........

stier gehoornd:...........

koe homozygoot rood (kan trouwens niet anders dan homozygoot)):............

koe homozygoot hoornloos (dus hoornloos met twee gelijke allelen):........

kopieer bovenstaande 4 regeltjes en vul in op de puntjes, dan zien we of je het tot hier begrepen hebt.

sandro

Jan van de Velde schreef:
sandro schreef:Bij runderen is hoornloos dominant over gehoornd en tss rood en wit is er een tussenvorm;Wat zijn de afstammelingen van de onderstaande kruisingen ? Vermeld genotype en fenotype en de verhouding waarin ze voorkomen.

A)een bonte , gehoornde stier en een homozygote rode , hoornloze koe

B)een homozygote witte,hoornloze stier en een bonte , gehoornde koe

C)een rode ,hoornloze stier waarvan de vader gehoornd is,en een bonte , gehoornde koe

D)dezelfde stier als in C en een witte ,hoornloze koe waarvan de moeder gehoornd is

Kan iemand met veel geduld mij dit eens uitleggen
Hoornloos dominant, code H

gehoornd recessief, code h

Dus

genotype HH is homozygoot, want beide allellen gelijk, en dan zie je een hoornloos rund(fenotype)

genotype Hh is heterozygoot, want de allellen zijn ongelijk, maar omdat H dominant is over h zie je nog steeds fenotype hoornloos

genotype hh is weer homozygoot, beide allellen zijn van het recessieve type, er zit geen dominant allel meer in de weg, en dus zie je het recessieve type tot uitdrukking komen als fenotype een gehoornd rund.

rood code RR (homozygoot, twee dezelfde rode allelen), je ziet een rood rund (fenotype rood)

wit code rr (homozygoot, twee dezelfde witte allelen) je ziet een wit rund, fenotype wit

tussenvorm zal dan wel Rr (heterozygoot , twee verschillende allelen), moeten zijn, je ziet een bont rund (fenotype bont)

Rood allel R is niet dominant over wit allel r, maar samen leveren ze een bonte koe.
A)een bonte , gehoornde stier en een homozygote rode , hoornloze koe
Nou kun je aan de hand van bovenstaande uitleg in ieder geval al de genotypes van de stier en de koe opstellen:

stier bont:........

stier gehoornd:...........

koe homozygoot rood (kan trouwens niet anders dan homozygoot)):............

koe homozygoot hoornloos (dus hoornloos met twee gelijke allelen):........

kopieer bovenstaande 4 regeltjes en vul in op de puntjes, dan zien we of je het tot hier begrepen hebt.

stier bont:.Rr.......

stier gehoornd:....hh.......

koe homozygoot rood (kan trouwens niet anders dan homozygoot)):...RR.........

koe homozygoot hoornloos (dus hoornloos met twee gelijke allelen):.hh.......

Moet het zo ? wat ik ook nie begrijp is da van die tussenvorm Rr,ik bedoel is rood hier dan niet het fenotype want je hebt het met een hoofdletter geschreven , denk ik

Jan van de Velde

stier bont:.Rr......ok.

stier gehoornd:....hh....... ok

koe homozygoot rood (kan trouwens niet anders dan homozygoot)):...RR.........ok

koe homozygoot hoornloos (dus hoornloos met twee gelijke allelen):.hh.......foutje, hoornloos is dominant, dus H, en omdat ze homozygoot is dus HH.

Het fenotype is dus wat je ziet. Als het over die hoorns gaat, dan zijn er dus twee genotypes die hoornloos zijn, HH en Hh. OMdat hoornloos dominant is over gehoornd, komt het gehoornde allel in het tweede, heterozygote geval niet tot uitdrukking. Druk fenotypes dus niet uit in letters.... Een bepaalde combinatie van allelen geeft een bepaald fenotype.

En wat die kleur betreft, ik verlaat hier misschien moderne notatiewijzen. Normaal zou je zeggen hoofdletters voor dominante factoren en kleine letters voor recessieve factoren. Ik weet niet wat voor notaties jullie gebruiken voor twee allelen met verschillende kenmerken die een even sterke invloed hebben, en een mengresultaat zouden geven.

Ik wil voorstellen maar even op de ingeslagen weg door te gaan, en af te spreken om rood RR te noemen, wit rr, en de tussenkleur bont Rr. Maar als jij een andere notatie hebt geleerd, dan schakelen we vlot hierop over.

voorlopig ga ik dus een stier Rrhh kruisen met een koe RRHH

Op een chromosoom liggen duizenden kenmerken vastgelegd in de genen. Een gen is een paar van twee allelen. Zo'n chromosoom bestaat dus uit twee parallelle kettingen van allelen, bijvoorbeeld:

Code: Selecteer alles

A-B-C-D-E-F-G-etc

| | | | | | |

a-b-C-D-E-f-G-etc

Als de stier zaad gaat maken, dan splitsen de chromosomen zich.

als deze twee zich splitsen, dan krijg je dus twee afzonderlijke kettingen:

A-B-C-D-E-F-G-etc en a-b-C-D-E-f-G-etc

Voor onze runderen kijken we maar naar twee allelen, dus dat is makkelijker. de stier bijvoorbeeld heeft een chromosoom:

Code: Selecteer alles

R-h-etc

| | 

r-h-etc

De stier zal dus sperma maken met voor de helft code Rh, en voor de andere helft code rh.

IN de koe gebeurt iets vergelijkbaars als ze eicellen maakt, ook haar chromosomen splitsen zich, en elke eicel krijgt dus 1 zo'n allelenketting mee.

Die mag jij doen, en vergeet niet, als je een andere notatie gebruikt voor kenmerken die geen dominantie of recessiviteit kennen, om die te gebruiken. Dan ken ik ze gelijk ook, en weet ik wel hoe ik je verder moet helpen.

Cycloon

Haha, ik moest deze oefening tegen donderdag maken, dan is die ook al opgelost 8)

eXorikos

Haha, ik moest deze oefening tegen donderdag maken, dan is die ook al opgelost 8)

Ik heb net dezelfde oefening in mijn notities staan...

ZonnTroLL

sandro schreef:Bij runderen is hoornloos dominant over gehoornd en tss rood en wit is er een tussenvorm;Wat zijn de afstammelingen van de onderstaande kruisingen ?

D)een rode ,hoornloze stier en een witte ,hoornloze koe waarvan de moeder gehoornd is

Code: Selecteer alles

boven= stier     links= koe              H=hoornloos    h=hoorn   w=wit   r=rood

 

    H      h                                              H      H

H | HH   Hh                75% niet-hoorn               H|  HH   HH       100%  niet-hoorn

h | Hh    hh                25% hoorn                   h|  Hh    Hh 

   H     h                                               H      H     

H| HH   Hh     100% niet- hoorn                        H| HH    HH       100% niet- hoorn

H| HH   Hh                                             H| HH    HH

  r    r

w| rw  rw     100%  Rood-wit 

w| rw  rw

Alle afstammelingen zijn zoiezo Rood-wit (tussenvorm), de rest weet ik niet zeker dus.

Jan van de Velde

D)een rode, hoornloze stier en een witte ,hoornloze koe waarvan de moeder gehoornd is

een rode hoornloze stier:

rood moet homozygoot zijn, want anders tussenvorm, allelenpaar dus rr

hoornloos kan zowel homozygoot HH zijn, als heterozygoot Hh. We kennen de ouders van de stier niet, dus de kansen op elk van de gevallen stellen we 50 %

Dus de stier heeft als genotype 50 % HHrr (gameten Hr en Hr), en 50 % Hhrr (gameten Hr en hr)

een witte hoornloze koe waarvan de moeder gehoornd is:

Wit betekent dus hoe dan ook ww. Dat onze koe zelf hoornloos is maar van een gehoornde moeder afstamt, betekent dat ze van haar moeder een recessieve h gekregen moet hebben (die had niet anders), en van haar vader dus een dominante H (anders zou onze koe niet hoornloos kunnen zijn). Voor dit gen is ze dus hoe dan ook heterozygoot.

De koe heeft als genotype dus Hhww, (gameten Hw en hw)

............. 50% Hw .............50% hw

75%Hr.....37,5%HHrw.........37,5%Hhrw

25%hr.....12,5%Hhrw..........12,5%hhrw

ik heb dus volgens mij 12,5 % kans op een gehoornd bont kalf, en 87,5 % kans op een hoornloos bont kalf. Dat is gebaseerd op de aanname dat de kansen op een voor gehoorndheid heterozygote of homozygote stier even groot zijn. Ik weet niet zeker of ik die aanname zo mag maken.

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

dihybride kruisingen

dihybride kruisingen

Re: dihybride kruisingen

Re: dihybride kruisingen

Re: dihybride kruisingen

Re: dihybride kruisingen

Re: dihybride kruisingen

Re: dihybride kruisingen

Re: dihybride kruisingen