[natuurkunde] Harmonische trillingen
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 609
[natuurkunde] Harmonische trillingen
Beste studenten, docenten
Wie kan mij helpen hoe je die twee opgaven oplost want we hebben echt zoveel formules dat je er niet meer aan uit kunt
Opgave 34
=======
Een massa is bevestigd aan een veer met een veerconstante gelijk aan 197,4N/m. Als ze beweegt ontstaat er een kracht tegengesteld aan de bewegingsrichting die gelijk is aan F = -31,42.10^-3 .v, waarin v de snelheid voorstelt. Bereken de pulsatie (omega), en frequentie van de ongedempte als de gedempte trilling
Opgave 36
=======
Een veer heeft een veerconstante van 1000N/m Aan die veer hangt een massa van 25.0 kg. Hoe groot wordt de trillingsamplitude A indien op deze massa de periodieke kracht F = 40 sin * t werkzaam is
Ik hoef enkel de volgorde en werkwijze van de formules die je moet gebruiken, hoef niet de uitwerkingen
Wie kan mij helpen hoe je die twee opgaven oplost want we hebben echt zoveel formules dat je er niet meer aan uit kunt
Opgave 34
=======
Een massa is bevestigd aan een veer met een veerconstante gelijk aan 197,4N/m. Als ze beweegt ontstaat er een kracht tegengesteld aan de bewegingsrichting die gelijk is aan F = -31,42.10^-3 .v, waarin v de snelheid voorstelt. Bereken de pulsatie (omega), en frequentie van de ongedempte als de gedempte trilling
Opgave 36
=======
Een veer heeft een veerconstante van 1000N/m Aan die veer hangt een massa van 25.0 kg. Hoe groot wordt de trillingsamplitude A indien op deze massa de periodieke kracht F = 40 sin * t werkzaam is
Ik hoef enkel de volgorde en werkwijze van de formules die je moet gebruiken, hoef niet de uitwerkingen
- Berichten: 89
Re: [natuurkunde] Harmonische trillingen
Als ik me het goed herinner, zijn ze zo op te lossen
36:
De totale krachten moeten nul zijn, dus de krachten van de veer moeten gelijk zijn op de externe kracht. De kracht voor de versnelling (F=ma) is gelijk aan
Voor vraag 34 moet je het op dezelfde manier aanpakken, alleen zit er daarbij een damping is, immers er ontstaat een kracht die afhankelijk is van de snelheid. De bewegings verglijking word indien er damping is:
GC
36:
De totale krachten moeten nul zijn, dus de krachten van de veer moeten gelijk zijn op de externe kracht. De kracht voor de versnelling (F=ma) is gelijk aan
\(ma=m\ddot{x}\)
, de kracht van de uitwijking is \(kx\)
. Deze zijn gelijk aan de externe kracht, dus krijg je de vgl.:\(m\ddot{x}+kx=40\sin(t)\)
(overigens: \(\dot{x}=v\)
en \(\ddot{x}=a \)
Neem nu aan dat de trilling van de massa kan worden weergegeven als(w=natuurlijke frequentie):\(x=A\sin(wt+\phi)\)
dan is\(\dot{x}=\omega A \cos(\omega t+\phi)\)
en \(\ddot{x}=-\omega^2A\sin(\omega t+\phi)\)
Vul die in in de verglijking\(m\ddot{x}+kx=40\sin(t)\)
dan is de boel dus op te lossen voor xVoor vraag 34 moet je het op dezelfde manier aanpakken, alleen zit er daarbij een damping is, immers er ontstaat een kracht die afhankelijk is van de snelheid. De bewegings verglijking word indien er damping is:
\(m\ddot{x}+\cdot{x}+kx=0\)
verder is handig om te weten: \(\frac{c}{m}=2\zeta\omega \)
\(\zeta=\frac{c}{c_r} \)
\(c_r=\sqrt{km}\)
\(\frac{k}{m}=w^2\)
Hopelijk lukt het met deze tips, succes.GC
De inhoud van een pizza met straal z en dikte a =Pi*z*z*a