[Natuurkunde] Uitwerkingen Opgave Optica
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 20
[Natuurkunde] Uitwerkingen Opgave Optica
Zou iemand mij even kunnen helpen met de uitwerkingen van deze vragen:
Weet namelijk niet zeker of mijn antwoorden kloppen, en er is hier vast wel iemand met een natuurkunde knobbel
a.
accomodatievermogen:
Het vermogen van het oog om de lens boller te maken en daardoor de brandpuntsafstand te veranderen, dus het vermogen om te accomoderen.
nabijheidspunt:
Het oog is in dit punt maximaal geacomodeerd en tot deze afstand kun je dichtbij scherp zien.
vertepunt:
De oogspiertjes in het oog zijn nu ontspannen en tot dit punt kun je in de verte scherp zien. Bij een 'normaal' oog ligt dit punt in het oneindige.
b.
accomodatievermogen = 1,0 dioptrie
nabijheidspunt = 0,5 m
S = 1f, 1 = 1f, f= 1,0 m
1v + 1b = 1f, 10,5 + 1b = 11, b=-1.0m (virtueel?)
c.
Om het vertepunt in het oneindige te krijgen dient dat punt gelijk te zijn aan de brandpuntsafstand van de bril dus,
S=11
S=1
Maar het gaat hier erom om veraf beter te zien dus het dient een negatieve lens te zijn dus: -1,0 dpt
d.
Als het voorwerp zich bevind op 0,25m moet het oog 'denken' dat het zich op 0,5m meter van het oog bevind.
De voorwerpsafstand is dus 0,25m en de beeldafstand virtueel -0,5m:
1v + 1b = 1f, 10,25 + 1-0.5 = 1f, f=0,5
S=1f, S=10.5, S=2,0 dpt
e.
Zonder bril:
Vertepunt: 1,0 m
Nabijheidspunt: 0,5 m
Niet scherp kunnen zien dichterbij dan 0,5 m of verderaf dan 1,0 m.
Met bril:
Vertepunt: Oneindig
Nabijheidspunt: 0,25 m
Alleen dichterbij dan 0,25 m niet scherp kunnen zien.
Weet namelijk niet zeker of mijn antwoorden kloppen, en er is hier vast wel iemand met een natuurkunde knobbel
a.
accomodatievermogen:
Het vermogen van het oog om de lens boller te maken en daardoor de brandpuntsafstand te veranderen, dus het vermogen om te accomoderen.
nabijheidspunt:
Het oog is in dit punt maximaal geacomodeerd en tot deze afstand kun je dichtbij scherp zien.
vertepunt:
De oogspiertjes in het oog zijn nu ontspannen en tot dit punt kun je in de verte scherp zien. Bij een 'normaal' oog ligt dit punt in het oneindige.
b.
accomodatievermogen = 1,0 dioptrie
nabijheidspunt = 0,5 m
S = 1f, 1 = 1f, f= 1,0 m
1v + 1b = 1f, 10,5 + 1b = 11, b=-1.0m (virtueel?)
c.
Om het vertepunt in het oneindige te krijgen dient dat punt gelijk te zijn aan de brandpuntsafstand van de bril dus,
S=11
S=1
Maar het gaat hier erom om veraf beter te zien dus het dient een negatieve lens te zijn dus: -1,0 dpt
d.
Als het voorwerp zich bevind op 0,25m moet het oog 'denken' dat het zich op 0,5m meter van het oog bevind.
De voorwerpsafstand is dus 0,25m en de beeldafstand virtueel -0,5m:
1v + 1b = 1f, 10,25 + 1-0.5 = 1f, f=0,5
S=1f, S=10.5, S=2,0 dpt
e.
Zonder bril:
Vertepunt: 1,0 m
Nabijheidspunt: 0,5 m
Niet scherp kunnen zien dichterbij dan 0,5 m of verderaf dan 1,0 m.
Met bril:
Vertepunt: Oneindig
Nabijheidspunt: 0,25 m
Alleen dichterbij dan 0,25 m niet scherp kunnen zien.
-
- Berichten: 866
Re: [Natuurkunde] Uitwerkingen Opgave Optica
@RbM je schrijft : accomodatievermogen:
Het vermogen van het oog om de lens boller te maken en daardoor de brandpuntsafstand te veranderen, dus het vermogen om te accomoderen.
Het is niet mijn bedoeling muggen te ziften,hoor. Ik denk overigens dat je wel begrepen hebt wat accomodatievermogen betekent. Maar de definitie van dat begrip besluiten met : dus het vermogen van het oog om te accomoderen vind ik toch een beetje gemakkelijk! Zelfs de woorden vermogen zou je beter in de verklaring vervangen door de mogelijkheid die het menselijk oog heeft...
Zou je niet beter iets schrijven in deze aard : Door het wijzigen van de brandpuntafstand past men ook de afstand aan waarop men iets scherp kan zien(accomoderen = aanpassen).
Dit ganse verhaal omdat mij ooit gezegd is dat je in de verklaring van een term de samenstellende delen van die term niet mag gebruiken
Het vermogen van het oog om de lens boller te maken en daardoor de brandpuntsafstand te veranderen, dus het vermogen om te accomoderen.
Het is niet mijn bedoeling muggen te ziften,hoor. Ik denk overigens dat je wel begrepen hebt wat accomodatievermogen betekent. Maar de definitie van dat begrip besluiten met : dus het vermogen van het oog om te accomoderen vind ik toch een beetje gemakkelijk! Zelfs de woorden vermogen zou je beter in de verklaring vervangen door de mogelijkheid die het menselijk oog heeft...
Zou je niet beter iets schrijven in deze aard : Door het wijzigen van de brandpuntafstand past men ook de afstand aan waarop men iets scherp kan zien(accomoderen = aanpassen).
Dit ganse verhaal omdat mij ooit gezegd is dat je in de verklaring van een term de samenstellende delen van die term niet mag gebruiken
-
- Berichten: 20
Re: [Natuurkunde] Uitwerkingen Opgave Optica
Inderdaad het viel mij zelf ook al op, je mag nooit in de definitie van het woord het woord zelf gebruiken simpeler uitgelegd.
maar is de rest van de vraag wel goed?
Alvast bedankt.
maar is de rest van de vraag wel goed?
Alvast bedankt.
- Moderator
- Berichten: 51.270
Re: [Natuurkunde] Uitwerkingen Opgave Optica
eventjes checken bij Schweers en Van Vianen:
accomodatievermogen:
het vermogen van het oog om de lens boller te maken en daardoor de brandpuntsafstand te veranderen, d.w.z. aan te passen aan de voorwerpsafstand.
nabijheidspunt:
het dichtstbij gelegen punt dat bij maximaal accomoderen nog geruime tijd scherp kan worden waargenomen.
vertepunt:
het verst weg gelegen punt dat met een (ontspannen) ooglens scherp kan worden waargenomen. Bij een normaalziend mens ligt dat in het oneindige.
b.
Vanaf ontspannen toestand (lees: vertepunt) kan onze oude man maximaal 1 dioptrie toevoegen aan zijn lenssterkte, en bereikt daarmee een nabijheidspunt van 50 cm. Je vraagt je nu af of de man een virtueel beeld ziet, en dat is eigenlijk wel het geval. (bij vraag d. snap je dat prima zo te zien) Je begrijpt dat misschien beter als je de ooglens ontspannen laat en de man een bril van 1 dioptrie opzet. De positieve brillens wordt ontworpen om een virtueel beeld te vormen in het nabijheidspunt van het verziende oog, een negatieve brillens wordt ontworpen om een virtueel beeld te vormen in het vertepunt van het bijziende oog.
ik ben het met je sommetje eens.
c.
een plaatje kan verhelderend werken, 1 constructiestraal vond ik genoeg voor de zondag, het gaat maar om de idee.
Beter volledig blijven in je berekening, dan hoef je niet met woorden te verklaren dat een lens negatief moet zijn terwijl je een positieve dioptrie berekent:
1/f = 1/ v + 1/b = 1/ + 1/-1 = 0-1 = -1
(bij d. doe je dat weer perfect)
d.
ok
e.
Hij lijkt zó voor de hand te liggen dat het lijkt op het intrappen van een open deur dat ik ga twijfelen. Maar ik heb dezelfde uitkomst. Een beetje vreemde vraag
accomodatievermogen:
het vermogen van het oog om de lens boller te maken en daardoor de brandpuntsafstand te veranderen, d.w.z. aan te passen aan de voorwerpsafstand.
nabijheidspunt:
het dichtstbij gelegen punt dat bij maximaal accomoderen nog geruime tijd scherp kan worden waargenomen.
vertepunt:
het verst weg gelegen punt dat met een (ontspannen) ooglens scherp kan worden waargenomen. Bij een normaalziend mens ligt dat in het oneindige.
b.
Vanaf ontspannen toestand (lees: vertepunt) kan onze oude man maximaal 1 dioptrie toevoegen aan zijn lenssterkte, en bereikt daarmee een nabijheidspunt van 50 cm. Je vraagt je nu af of de man een virtueel beeld ziet, en dat is eigenlijk wel het geval. (bij vraag d. snap je dat prima zo te zien) Je begrijpt dat misschien beter als je de ooglens ontspannen laat en de man een bril van 1 dioptrie opzet. De positieve brillens wordt ontworpen om een virtueel beeld te vormen in het nabijheidspunt van het verziende oog, een negatieve brillens wordt ontworpen om een virtueel beeld te vormen in het vertepunt van het bijziende oog.
ik ben het met je sommetje eens.
c.
een plaatje kan verhelderend werken, 1 constructiestraal vond ik genoeg voor de zondag, het gaat maar om de idee.
Beter volledig blijven in je berekening, dan hoef je niet met woorden te verklaren dat een lens negatief moet zijn terwijl je een positieve dioptrie berekent:
1/f = 1/ v + 1/b = 1/ + 1/-1 = 0-1 = -1
(bij d. doe je dat weer perfect)
d.
ok
e.
Hij lijkt zó voor de hand te liggen dat het lijkt op het intrappen van een open deur dat ik ga twijfelen. Maar ik heb dezelfde uitkomst. Een beetje vreemde vraag
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270