stellen we ons de heftruck met last voor als twee aparte (hier gelijke) massa's op dezelfde hoogte (situatie links). Elke massa heeft zijn eigen zwaartepunt. Dat is het rode bolletje, waar je de zwaartekracht die op die massa werkt (rode vector) geconcentreerd zou kunnen denken. Het zwaartepunt van het geheel is dát punt waar je het geheel aan zou kunnen ophangen zonder dat het kantelt. Noem het voor mijn part het evenwichtspunt. Dat is in de linkse situatie het blauwe bolletje.
IN deze situatie van gelijke massa's ligt dat evenwichtspunt midden tussen de zwaartepunten van de afzonderlijke massa's. Het totale moment (kracht x arm) links is gelijk aan het totale moment rechts, de boel is in evenwicht.
Nou de tweede situatie, één van de massa's gaat omhoog. De zwaartekrachten werken echter nog steeds verticaal naar beneden en zijn nog steeds even groot, de denkbeeldige kracht die je in een evenwichtspunt zou moeten uitoefenen zal dus ook verticaal omhoog moeten blijven werken en even groot moeten zijn.
Voor een evenwicht moet dus weer het moment aan beide zijden gelijk zijn. Bij deze
gelijke massa's is het dan eenvoudig in te zien dat dat evenwichtspunt weer netjes
midden op een denkbeeldige lijn tussen de zwaartepunten zal liggen. En omdat de horizontale afstand tussen de massa's niet veranderd is (de tweede massa ging immers verticaal omhoog) zal de horizontale afstand tussen de massa's en het evenwichtspunt ook niet veranderen.
ERGO:
het zwaartepunt gaat verticaal omhoog. NB, dit geldt perfect net eender indien de massa's ongelijk zijn, alleen ligt dat evenwichtspunt dan oorspronkelijk niet
precies midden tussen de massa's. Maar het zal vanuit die andere positie nog steeds netjes verticaal omhoog gaan.
