het studiejaar is weer begonnen en ik zit gelijk met een vraag. Ik moet de wetten van Morgan bewijzen voor 3 en 4 deelverzamelingen. Deze wetten zijn natuurlijk heel logisch, ik weet alleen niet goed hoe ik mijn gedachte neer moet zetten. Vandaar dat ik me afvroeg of iemand een duidelijk bewijs kan geven van de wetten, met 2 deelverzamelingen, dan kan ik het daarna denk zelf wel uitvogelen met meer deelverzamelingen. De vraag is dus eigenlijk:
X is een verzameling en A en B zijn deelverzamelingen van X.
Bewijs: