Is viscositeit afhankelijk van de bindingsenergie tussen moleculen? Of komt er meer bij kijken.
De macroscopische defenitie van viscositeit is:
De tangentiele kracht per oppervlak van twee parallele platen een afstand uit elkaar.
Ik vroeg mij af of viscositeit niet te verklaren is met de bindingsenergie van moleculen.
Heeft iemand ideeen hierover?
Laatste berichten
-
20:14
Aardlek-schakelaar 2
-
19:55
wig 9
-
15:56
Programmeren met vectoren 6
-
14:53
Straatklok loopt 5 minuten voor 12
-
23:12
speciale rel. theorie 10
-
22:36
Gravity and gravitation 4
-
22:24
[scheikunde] vraag Chemie - wat is de oplossing? 10
-
25 apr
Bruine vlekken op treinaanwijzerbord 10
-
25 apr
Vogels in de stad zijn goede klussers 2
-
25 apr
Rood laserlicht 3
-
25 apr
Herleiden afmetingen vanaf een foto 21
-
25 apr
[wiskunde] Prijs Product per KG; Alternatief Inzicht 3
-
25 apr
do-re-mi-fa-so vliegtuigen 9
-
25 apr
geen minkowski-ruimte toch? Doe ik dit nou fout? 17
-
25 apr
[natuurkunde] kroon van koning op Syracuse 10
-
25 apr
2013 – Augustus Vraag 3 3
-
24 apr
Vraag 2009 Juli Vraag 5 5
-
24 apr
positie 2
-
24 apr
Schroefdraad berekening 8
-
24 apr
[scheikunde] Kan chloorgas de geleiding van elektriciteit belemmeren? 9
Nieuwsberichten
-
04 mar
Een nieuw soort magnetisme: altermagnetisme
-
31 okt
AI kan via stem diabetes vaststellen 11
-
21 okt
Einstein krijgt wéér gelijk 45
-
07 feb
witter dan wit 20
-
19 jun
irrigatie en de aardas
Stelling, is viscositeit een interpetatie van cohesie?
Moderator: physicalattraction
-
- Berichten: 9.240
Re: Stelling, is viscositeit een interpetatie van cohesie?
Cohesie is de kracht die de moleculen in een vloeistof bij elkaar houd. Je hebt bijvoorbeeld de VanderWaals kracht maar je hebt nog meer intermoleculaire krachten.
Vraag, Hoeveel is de cohesie kracht voor water?
Of.
Hoeveel kracht heb je nodig om een molecuul uit een vloeistof te halen?
Vraag, Hoeveel is de cohesie kracht voor water?
Of.
Hoeveel kracht heb je nodig om een molecuul uit een vloeistof te halen?
-
- Berichten: 130
Re: Stelling, is viscositeit een interpetatie van cohesie?
Cohesie is de aantrekkingskracht tussen gelijksoortige moleculen.
De viscositeit, ook wel de stroperigheid genoemd, is de wrijving die ontstaat wanneer delen van de vloeistog langs elkaar worden geschoven.
Olie heeft een hoge viscositeit en water een hele lage.
Even iets van internet geplukt:
Naarmate we verder naar het midden van de vloeistofstroom gaan zullen de deeltjes steeds sneller gaan bewegen.
Nu krijgen we te maken met de grootte van de cohesiekracht, is deze groot, dan is de snelheidstoename per deeljeslaag gering en spreken we van een stroperige vloeistof.
Dus als ik het goed begrijp: als de cohesiekrachten groot zijn kan je spreken van een stroperige vloeistof en is de viscositeit dus hoog.
Bij stroming zal het wel zo zijn dat waar er weinig stroming is, de viscositeit en dus de cohesiekrachten groter zijn dan wanneer de stroming in een vloeistof groter of hoger is.
De viscositeit hangt dus af van de cohesiekrachten en de indien aanwezige stroming. Of de viscositeit ook afhangt van bijvoorbeeld van der Waals krachten zou ik niet weten.
Dit is wat ik er nu over kan bedenken.
Ik vind dit wel een interessante topic ga er zeker meer informatie over proberen te zoeken en dat zal ik dan uiteraard hier posten.
De viscositeit, ook wel de stroperigheid genoemd, is de wrijving die ontstaat wanneer delen van de vloeistog langs elkaar worden geschoven.
Olie heeft een hoge viscositeit en water een hele lage.
Even iets van internet geplukt:
Naarmate we verder naar het midden van de vloeistofstroom gaan zullen de deeltjes steeds sneller gaan bewegen.
Nu krijgen we te maken met de grootte van de cohesiekracht, is deze groot, dan is de snelheidstoename per deeljeslaag gering en spreken we van een stroperige vloeistof.
Dus als ik het goed begrijp: als de cohesiekrachten groot zijn kan je spreken van een stroperige vloeistof en is de viscositeit dus hoog.
Bij stroming zal het wel zo zijn dat waar er weinig stroming is, de viscositeit en dus de cohesiekrachten groter zijn dan wanneer de stroming in een vloeistof groter of hoger is.
De viscositeit hangt dus af van de cohesiekrachten en de indien aanwezige stroming. Of de viscositeit ook afhangt van bijvoorbeeld van der Waals krachten zou ik niet weten.
Dit is wat ik er nu over kan bedenken.
Ik vind dit wel een interessante topic ga er zeker meer informatie over proberen te zoeken en dat zal ik dan uiteraard hier posten.
-
- Berichten: 9.240
Re: Stelling, is viscositeit een interpetatie van cohesie?
Ik ga even een stap terug.
Ik laat even viscociteit voor wat het is, waar ik me de laatste dagen op heb geconcentreerd is oppervlakte spanning. In relatie met cohesie.
Oppervlakte spanning is als volgt gedefineerd:
'Het aantal moleculen per oppervlak' maal 'de bindings energie per molecule'.
Bij uitzondering van enkele vloeistoffen kan dit herleidt worden naar de energie die nodig is om het oppervlak van een druppel te vergroten
Het is met onderstaande tekenig makkelijk uit te leggen. Een molecule in water ondervindt krachten van zijn buur moleculen. Bij het oppervlak met de (auto=car) valt de helft weg. De energie die het mist resulteerd in een oppervlakte spanning.
Maar nu wordt het moeilijker. Je kunt namelijk niet zomaar het oppervlakte van de bolle kant van de bel nemen. Want daar valt niet de helft weg. Een molecule aan het oppervlak ondervindt minder energie dan de helft van cohesie. Men zegt dat het dan afhankelijk is van de kromtestraal. Dus als de straal erg groot is, is het oppervlak bij benadering vlak.
Arbeid = de integraal van een constante naar het oppervlak.
W = $TdA T = constante, oppervlakte spanning
Bij een kromte straal komt daar een parameter bij. Eentje die bij erg grote kromte straal '1' is en eentje bij kleine kromtestraal erg groot (of twee, daar ben ik nog niet uit).
Deze parameter is dus afhankelijk van de kromtestraal. Heeft iemand een idee over hoe dit verloopt? Dus wat deze parameter is, P®???
Ik laat even viscociteit voor wat het is, waar ik me de laatste dagen op heb geconcentreerd is oppervlakte spanning. In relatie met cohesie.
Oppervlakte spanning is als volgt gedefineerd:
'Het aantal moleculen per oppervlak' maal 'de bindings energie per molecule'.
Bij uitzondering van enkele vloeistoffen kan dit herleidt worden naar de energie die nodig is om het oppervlak van een druppel te vergroten
Het is met onderstaande tekenig makkelijk uit te leggen. Een molecule in water ondervindt krachten van zijn buur moleculen. Bij het oppervlak met de (auto=car) valt de helft weg. De energie die het mist resulteerd in een oppervlakte spanning.
Maar nu wordt het moeilijker. Je kunt namelijk niet zomaar het oppervlakte van de bolle kant van de bel nemen. Want daar valt niet de helft weg. Een molecule aan het oppervlak ondervindt minder energie dan de helft van cohesie. Men zegt dat het dan afhankelijk is van de kromtestraal. Dus als de straal erg groot is, is het oppervlak bij benadering vlak.
Arbeid = de integraal van een constante naar het oppervlak.
W = $TdA T = constante, oppervlakte spanning
Bij een kromte straal komt daar een parameter bij. Eentje die bij erg grote kromte straal '1' is en eentje bij kleine kromtestraal erg groot (of twee, daar ben ik nog niet uit).
Deze parameter is dus afhankelijk van de kromtestraal. Heeft iemand een idee over hoe dit verloopt? Dus wat deze parameter is, P®???
