De weerstanden R1 en R2 zijn in serie geschakeld. Teken in de grafiek de I,U-grafiek van de combinatie.
Ze zijn in serie geschakeld, dus door beide weerstanden gaat dezelfde stroom. De spanning over de voeding is dan de spanning over R1 plus de spanning over R2. Dat klopt hopelijk. Maar hoe vertaal ik dat nu naar de grafiek?
En dan nog een vraagje van mezelf die niet bij de opdracht hoort, maar ik ben toch benieuwd. Als deze weerstanden parallel geschakeld zouden zijn, is het dan precies andersom? Dus dat de spanning door beide weerstanden gelijk is, maar de stroom door de voeding de som van de stroom door R1 en R2 is?
Ik vermoed sterk dat je de opdracht niet helemaal goed begrepen hebt. Laat ik hem herschrijven zoals ik hem begrijp:
"Hierboven zie je in één diagram samengebracht de I/U grafiek voor een schakeling met een gegeven (ideale) spanningsbron en R1 (waarbij steeds de spanning wordt gevarieerd en de resulterende stroomsterkte gemeten), en de I/U grafiek voor een schakeling met dezelfde spanningsbron en R2. Plaats in hetzelfde diagram de grafiek zoals die eruit komt te zien voor een schakeling van dezelfde spanningsbron met R1 plus R2 in serie."
Helpt dat? Want, zoals je terecht opmerkt: (Als)"Ze zijn in serie geschakeld, dus door beide weerstanden gaat dezelfde stroom"
Deze gegeven metingen kunnen dús niet afkomstig zijn van een serieschakeling.
Overigens vind ik het een tikje misleidend om een I/U grafiek te geven , aangezien de wet van Ohm luidt: R=U/I (andersom dus). Dat betekent dat de grootste weerstand de kleinste richtingscoëfficient in de grafiek geeft, en dat is misleidend voor de menselijke intuïtie.
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip... http://www.wetenscha...showtopic=59270
Overigens vind ik het een tikje misleidend om een I/U grafiek te geven , aangezien de wet van Ohm luidt: R=U/I (andersom dus). Dat betekent dat de grootste weerstand de kleinste richtingscoëfficient in de grafiek geeft, en dat is misleidend voor de menselijke intuïtie.
Het zou zo maar kunnen dat het een opzettelijke instinker is, om te zien of je het echt snapt.
Dus de weerstand van R1 en R2 mag je optellen, nietwaar? Dan krijg je dus 753Ω en bij 10 volt is dat ongeveer 13 mA, dus de grafiek moet er als volgt uit zien:
