Ik heb een vraag over iets wat eigenlijk heel simpel hoort te zijn, maar wat op een (voor mij) vreemde manier wordt gevraagd waardoor ik het niet meer snap.
Het gaat over de fotometrische bepaling van hemoglobinegehalte in bloed. Ik zal een groot deel van de tekst geven, anders is het denk ik niet duidelijk.
De bepaling van de Hb concentratie voeren we uit volgens de HiCN methode; hierbij wordt het instabiele Hb omgezet in stabiele hemiglobinecyanide. Dit gebeurt met het reagens van Van Kampen en Zijlstra (Hb reagens). Bloed wordt gemengd met het reagens, de ery's lyseren en het vrijgekomen hemoglobine wordt omgezet in hemiglobinecyanide. De Hb concentratie wordt berekend met behulp van een HiCN standaard waarvan de concentratie bekend is.
HB reagens: 200 mg
Hemiglobinecyanide standaardoplossing (RIVM of hierop gecontroleerd)
Het volgende in duplo:
2,0 ml standaardoplossing + 3,0 ml Hb reagens
3,0 ml standaardoplossing + 2,0 ml Hb reagens
ongeveer 5 ml standaardoplossing
Uitvoering van de bepaling:
5,0 ml Hb reagens
0,02 ml bloed
Meet van de standaardoplossingen en de bepalingen de extinctie bij 540 nm tegen water als blanco.
Berekening en nu komt het..
De Hb standaard is tot stand gekomen door bloed te mensen met Hb reagens in dezelfde verhouding als de bepaling (0,02:5,0) dus een verdunning van 251x. Voor het berekenen van de Hb concentratie van de standaard moeten we de HiCN concentratie van de standaardoplossing (37,90 mmol/L) omrekenen naar mmol Hb/L. De concentraties van de standaardverdunningen kunnen we dan berekenen.
Deze concentraties worden in een grafiek uitgezet tegen de gemeten extincties. In deze grafiek kunnen de concentraties van de monsters worden afgelezen.
Het kan aan mij liggen, maar ik vind het onduidelijk. Ze gebruiken Hb standaard, Hb reagens en standaardoplossing naar mijn idee door elkaar qua namen. Weet iemand wat ik dus nu moet doen?